[327] Prins Freedrik Hendrik, de schild des vaaderlands (p. 551)
toelichting
Dit gedicht heeft Six in een eerdere versie opgenomen in zijn bundel Vreughde-Zangen op de vrede van Munster van 1648 (vgl. de Toelichting bij no. [218]).
Voor een deel is het gedicht ingrijpend omgewerkt, daarom geef ik in een opgave van Varianten onder onderstaande Annotatie de volledige vroegere versie van het gedicht, gevolgd door een aanvullende Annotatie.
In de latere versie is (bij de herziening, of tijdens het zetten?) een regel weggevallen, zodat de rijmklank -ooft (r. 7) solitair is blijven staan.
Aangezien er echter duidelijk sprake is van een herziening, leek het mij minder juist om r. 7 uit de eerdere versie zonder meer op te nemen als r. 6' in de tekst van het tekstdeel.
In het gedicht varieert de lengte van de versregel: de eerste versregel bestaat uit vier, de tweede en de derde uit vijf en de vierde uit zes jamben. Dit patroon herhaalt zich tot en met regel 15 (indien ik de weggevallen regel op vijf jamben stel). Op regel 15 volgen nog twee versregels die de helft van het aangehouden patroon laten zien: regel 16 bestaat uit vier, regel 17 uit vijf jamben. Bij zijn herziening heeft Six een tekortkoming in deze regelmaat in de oudere versie aangepast: regel 8 in die versie bestaat in plaats van uit zes uit slechts vijf jamben (vgl. r. 7 in de versie van 1657). In de bundel Poësy staat het gedicht op p. 411-412.
annotatie
1
wreevel: vals wanbeleid
2-3
Des ... Alba: en de onmenselijke onderdrukking van de bloedhond Alva
3
heeft ontschudt haar teedren hals: van zijn tere hals heeft afgeschud
4
ongevals: rampspoed
6
aan gestarnte: aan de sterrenhemel
Oranje blaaders plakken: hun Oranjebladeren duurzaam bevestigen
7
langs: onder
een son: metaforisch voor: een roemrijk heerser
die haar verdooft: die de pracht van dat land (r. 4) dof doet schijnen (door zelf meer ‘licht’ te verspreiden)
9
mach: kan
12
in 't leeven is: Six denkt zich de tijd vóór 1647, het jaar van Frederik Hendriks overlijden, in.
13
arm: machthebber (vgl. wnt ii, i, 658)
14
Zoo trots, gelyk: Even trots als
onverwinbre: onoverwinnelijke
15
Doorklinken: Laten ... weerklinken (vgl. wnt iii, ii, 2985)
[pagina 577]
[p. 577]
16
Kom: Kom gerust! Val maar aan!
17
langs: onder, in de luwte van
varianten
In het bundeltje Vreughde-Zangen van 1648 (Knuttel 5754) staat dit gedicht op fol. (b3) recto:
Ter eeren van zijn hoogheyt Fredrik Hendrik.
't Landt twelk de tyranny en wreevel
Der Bloethont, en 't onmenschelijck gekneevel
Van Alba heeft ontschudt haar teed'ren hals:
Dat lant, een hant vol lants, uyt zoo veel ongevals,
5[regelnummer]
Lijk mostertzaat gegroeyt in takken,
Die aan 't gestarnte Oranje blaaders plakken,
Nu door de glans die straalt van Aemstels hooft,
Hadt niemandt langs de zon zoo rijk gelooft.
Noch Kaisardom, noch Koninghrijke
10[regelnummer]
Was of in macht of rijkdom haars gelijke:
Terwijl de vroome, en wijze, en dapp're Heldt
Die op zijn tanden brak de kracht van 't Spaansch gewelt
Noch leefde Vrederyk. Haar Staaten
Op zulk een arm en veltheer der Soldaaten
15[regelnummer]
Vol gloets en fier lijk onverwinbre Leeuw
Door klonken 't grootse hof, met tartende geschreeuw,
Van Arragon, Castilie en Spanje,
Kom, vleegels, kom, wy schuylen in Oranje.
annotatie
7-8
Nu ... gelooft: Zou niemand onder de zon zo'n rijkdom hebben kunnen toedichten als zij nu heeft, door de schittering die afstraalt van boven het hoofd van Amsterdam (die nl. afstraalt van de keizerskroon boven het Amsterdamse wapen)
10
Was of in macht of rijkdom haars gelijke: Is ooit in macht of rijkdom zijns (des lands) gelijke geweest
11-13
Terwijl [...] Noch leefde Vrederyk: Toen ... nog ‘vol van vrede’ in leven was (de welbekende woordspeling met de naam Frederik Hendrik)
15
fier: trots
lijk: als een
16
grootse: hoogmoedige
17
Van Arragon, Castilie en Spanje: bepaling bij 't grootse hof