19 |
Noch lyk: En mag ... vergelijken |
|
maagre: armelijke |
20 |
by: met |
21 |
schoon: ofschoon |
|
die schilders eel penceel: het edele penseel van die schilder (nl. de schilder die u bedoelt in r. 1-8 van uw gedicht). Ik maak mij sterk dat Six in deze en de volgende regels Anslo vriendelijk kapittelt over zijn vergissing. Met het verwijswoord die laat hij de door hem slechts overgenomen anecdote voor rekening van Anslo en plaatst die naast de wel goed te documenteren anecdote over Apelles' afbeelding van Antigonos, waarmee Anslo in de war zal zijn geweest. |
22 |
soet: dwz. aangenaam, oogstrelend |
23 |
die groote Held: nl. Alexander |
24 |
Daar buiten: Buiten dat schilderij, In de werkelijkheid |
|
misstelt: mismaakt (vgl. misstal in Anslo's gedicht, r. 6) |
25-28 |
Lyk ... scheel: Net zoals koning Antigonos (in werkelijkheid) scheel blijft, ook al verbergt Apelles zijn schele gezichtshelft wanneer hij zijn andere, gezonde gezichtshelft, van terzijde portretteert. Alexanders hofschilder Apelles zou inderdaad een driekwart portret van koning Antigonos van Macedonië, een van Alexanders generaals, hebben geschilderd. De koning was eenogig (Plinius, Naturalis historia xxxv, xxxvi, 90). |
29 |
Maar scheur het klinkdicht: Maar u mag mijn sonnet ... verscheuren (na het terzijde van r. 21-28 sluit deze regel aan bij r. 17-20) |
30 |
nochtans sweeft: zal toch ... zweven |
30-31 |
min ... my: dwz. niet minder weids en ook niet weidser dan tevoren en zonder dat dat iets met mij van doen heeft |
32 |
Volmaakt, om 't ronde zeegetij: In volmaakte vorm rond de wereld (‘rond de eb- en vloedbeweging van de wereldzee’) |
33 |
Doch ... geviel: Doch als het uw dichtkunst zou blijven behagen |
34 |
behiel: zou behouden |
35 |
't Is wis: Is het zeker wel zo |
35-36 |
dat ... is: dat ik nog nooit op een gevatter wijze met iets ben vergeleken |
37-42 |
Gelyk ... vel: Met dien verstande, dat men, al is een kunstenaar altijd nog zo beroemd geweest en al kan zijn hand nog zo kunstig een fresco schilderen, (altijd) zal oordelen: ‘Het schilderij gelijkt goed, maar toch ontbreekt er vlees, ziel en vel aan’. |
43 |
Als wy: Zoals wij oordeelden, toen wij (het oordeel in de directe rede volgt in r. 47-48) |
44 |
Van Rafel: Van de hand van Rafaël (vooropgeplaatst bij Dien ... muur, r. 45-46) |
|
saagen aan: bezichtigden |
45-46 |
Dien ... muur: Die naakte vluchteling uit de brand van Troje, die aan een muur hangt. In een van de beroemde, met fresco's van Rafaël versierde zalen van het Vaticaan (de zgn. Stanza dell' incendio) is een schildering van de brand in de Borgo, een stadswijk van Rome, aangebracht. Die legendarische brand zou op het teken van de pauselijke zegen van Leo iv (negende eeuw) zijn uitgedoofd. Om aan de voorstelling een bredere geldigheid te geven, heeft Rafaël in zijn fresco een groep |