[202] Grafschrift (p. 342)
toelichting |
Het gedicht staat op p. 256-257 van Six' Poësy. |
|
annotatie |
|
|
1 |
vrek: gierig |
2 |
drek: nl. geld |
3 |
Want sonder vruchten geldt geen geld: Want geld heeft geen waarde als het geen vrucht draagt (als men het niet als betaalmiddel gebruikt). De bijzin geeft een nadere toelichting bij de omschrijving drek. Of bedoelt Six dat het geld van geen betekenis was, omdat de kaasverkoopster sonder vruchten (zonder erfgenamen) was gebleven? |
4-6 |
Want ... begraaven: Ligt, voor al haar geploeter, hier naakt begraven, want om alle kleding gaf ze niets. Zoals Want (r. 3) aansluit bij drek, zal dit Want ook aansluiten bij de kaas, waar de kaasverkoopster als het ware in gekleed ging. |
7-8 |
Gelyk ... licht: Zoals de grafaarde dicht om haar heen kon worden geschept (wegens haar naaktheid), zoo moge de aarde ook licht op haar drukken (vgl. de Antieke grafwens: sit tibi terra levis, ‘dat de aarde je licht valle’, op zerken soms afgekort tot s.t.t.l., en vgl. voor een soortgelijke wens ook Tibullus ii, iv, 49-50). |
|
De pointe zit hem in de vaste combinatie ‘licht en dicht’. Door het woord dicht wordt ook het woord licht opgeroepen: zoals de aarde dicht gevallen is, mag ze de begravene ook licht vallen. Die combinatie ‘licht en dicht’ heeft echter wel een implicatie. Veelal werd ‘licht en dicht’ namelijk gezegd van bouwwerken die niet solide, maar wel ‘dicht’ waren. Zulke gebouwen ‘waren dan wel niet stevig, maar je had een dak boven je hoofd’ (vgl. wnt viii, ii, 1943). Iets dergelijks is geïmpliceerd in de wens van r. 7-8: dit graf is nauwelijks een graf te noemen (zo ‘licht’ is het, zo weinig stelt 't voor), maar de gierige kaasverkoopster zal zich ermee weten te behelpen (‘dicht’ is het). |
|
|