12 |
Gelyk t' Atheenen: dwz. Net zoals hij dat deed in Athene. Thaïs was een Atheense. |
13 |
Want ik: de hoofdzin wordt eerst opgevat in r. 23-24 |
|
noch jongh: toen ik nog jong was |
14 |
vry meer dan ik bedaart: die heel wat volwassener(?) was dan ik |
15 |
In 't keeren hem navolgende onvervaart: En die ik op de terugweg in het volste vertrouwen volgde |
16 |
Onwis: Zonder te weten |
17 |
En om een dronk in 't huis den Mooriaan: En in de herberg ‘De Mooriaan’, waar wij waren binnengegaan voor een dronk (de plaatsbepaling is afhankelijk van Stryd lydende, r. 21). Vele herbergen heetten ‘De Moriaan’. Ik kan deze niet nader thuisbrengen (Van Lennep en Ter Gouw ii, p. 145). |
18 |
Venusjes: ‘lieflijke juffertjes’ |
|
blank: in zeker contrast met de naam van de herberg |
|
gelyk: als |
19 |
ontdaan: ontbloot |
20 |
Om ons t' ontsteeken: Met de bedoeling ons in vuur en vlam te zetten |
21-24 |
Stryd ... ontweeken: Ben, toen ik in de verleiding kwam, stilletjes aan dat zinderende hof van de liefde ontsnapt (en) zonder schroeiplekken te hebben opgelopen, de hemel zij geloofd, (de hemel,) die Jozef een nog ‘heerlijker’ (verlokkender) aanleiding op zijn pad bracht (of: die Jozef (door de grotere verleiding) nog heerlijker stof tot roemen gaf). Six doelt op de vrouw van Jozefs heer (vandaar ook: heerelyker?) Potifar, die Jozef poogde te verleiden. Jozef kon ternauwernood ontkomen (Genesis 39). De verleiding wordt hier voorgesteld als een hemelse beproeving. De stof (r. 22) is naast een ‘aanleiding’ of een ‘reden’ waarschijnlijk ook de brandstof die het verzengende vuur van de wellust kan doen oplaaien (vgl. bij deze vuur-metaforiek ook het beeld van de jongeling in de oven, r. 3-4). |
25 |
gril: rilling (wnt v, 763, deze plaats) |
26 |
Wan: Als |
|
bedenk: me te binnen breng |
|
bof: met een dreun (het klanknabootsend tussenwerpsel (‘bom!’) zou hier al tot een bijwoord zijn geworden, wnt iii, i, 244, deze plaats) |
|
op mynen teen: dwz. juist achter mijn op de tenen wegsluipende voeten |
27 |
't was laat: Men sloot dus af en Six suggereert: mijn vriend bleef een nacht over. |
29 |
wyn: dwz. alleen wijn |
30-31 |
uit [...] Komt: door ... raakt (dwz. drank wekt wellust) |
32 |
dryven: dwz. onbesproken, in het midden |
34 |
om huur: die te huur is |
35 |
Onleschliker: moeilijker te blussen |
36 |
Staagh aan het braaden: Voortdurend in vuur en vlam |
37 |
van naaberouw zoo duur: die zoveel naberouw kost |
38 |
werd: zal worden |
|
een koel gebuur: een ingetogen makker |
39 |
omwendt: op zijn schreden terugkeert |
40 |
'k Zal pek versmaaden: Dan zal ik de pek uit de weg gaan (want ‘wie met pek omgaat, wordt ermee besmet’) |