19 |
sin: aard |
22 |
blaakte: verschroeide |
|
lessingh: ‘blussing’, afkoeling (vgl. wnt viii, i, 1616) |
23 |
Kupyn: Cupido |
|
't stuur: het roer van zijn (Van Ceulens) schip |
24 |
Jongst: Onlangs (wnt vii, i, 393) |
|
gerochte: geraakte |
25 |
ontstelt: woest, wanordelijk |
26 |
Hadria: de Adriatische zee |
|
deur 't Suider blaasen: door de sirocco |
27 |
waar: waarin |
|
helder telt: dwz. door haar heldere water kan tellen |
28 |
gelyk: als |
30 |
de karlen: de pitten (wnt vii, i, 1663, deze plaats) |
31 |
Prys stroomen: Men mag stromen ... aanprijzen |
|
leest: verzamelt, gaart |
32 |
Meertje: nl. Opmeertje |
34 |
wasse: wasblanke |
|
weelige: weelderige |
35 |
roosen, mirt: nl. omdat de mirt beschouwd werd als een plant van de vreugde, met name bij een bruiloft (wnt ix, 795). Rozen zijn bloemen van de liefde. |
36 |
heur: hun |
37 |
outaar: altaar |
|
't juweel: nl. de maagdelijkheid |
38 |
een Heemel: nl. een hemel van zaligheid |
39 |
't licht: zijn nu de zon daarin (‘zijn nu’ samengetrokken uit is nu, r. 38) |
39-40 |
al 't gespeel Des bruilofts: al het gefeest bij de bruiloft (vgl. wnt iv, 1778) |
40 |
Engelen geweemel: is nu een gewemel van engelen |
41 |
steurt: stoort |
|
kartouw van Mahomet: Turks kanon |
42 |
Veneets: Venetiaanse |
43 |
De min: dwz. Cupido |
|
loost [...] syn musket: schiet ... zijn musket af. De voorstelling van Cupido met een vuurwapen is ongebruikelijk en zal hier alluderen op de geslachtsdaad. De oppositie tussen liefde en oorlog is min of meer topisch in bruiloftspoëzie. |
44 |
Waar: Daar waar |
|
groeijen: ontstaan, verwekt worden |
|
verpletten: ten onder gaan (intransitief werkwoord, vgl. wnt xx, 1890) |
46 |
af te laaden: achtergeplaatste bepaling bij scheepen |
47 |
soetste weederpaar: liefste wederhelft |
48 |
baaden: nl. als in een meer (vgl. de achternaam van de bruid) |
49 |
Terwyl dat: Nu |
|
cimbel: klavecimbel (en denkelijk niet: cimbaal, bekkens) |
|
veel: vedel |
50 |
slinken: verflauwen, minder luid klinken (wnt xiv, 1810, deze plaats) |
|
om vermoeide snaaren: wegens vermoeidheid van de snaren |