annotatie |
|
|
titel |
hier: nl. in Amsterdam |
1 |
't eiland: het eiland Schouwen |
2 |
uw heilge vlam: de gloed van uw geloof |
3 |
om: omwille van |
5 |
die Son: die zon van uw geloof |
|
geduurich: aanhoudend, nog altijd |
6 |
uw yvrich koor: dwz. uw toegewijde gemeente |
7 |
Een glans: Een lichtende plek (van de gloed van het geloof) |
|
daalen: wijken, weggaan |
8 |
Wittewrongels Son: de zon, die Wittewrongel was voor uw gemeente |
10 |
saus: dwz. toonaangevend lid |
11 |
Braaf laat den naadruk van den stempel: Op verheffende wijze de indruk van de stempel nalaat |
12 |
lieflyk braadt: weldadig inbrandt |
13 |
Besaanryke: Met bezaansmasten gevulde |
14 |
haar Godsdienstigh sielenschip: dwz. zijn gemeente |
15 |
In zee: dwz. Op de zee van het menselijk leven |
|
op zoo een stuurmans mennen: door het sturen van zo'n stuurman (wnt ix, 542 noemt het gebruik van dit mennen ongewoon) |
16 |
Min vreesde: Minder te vrezen heeft gekregen |
17 |
Hy breekt de locht met pek behangen: Hij doorbreekt de met pekdamp (van de zonde) bezwangerde lucht |
18 |
mist: hierachter is breekt uit r. 17 samengetrokken |
19 |
licht, aan die: licht (als een vuurbaak) die mensen bij, die; laat licht schijnen voor die mensen, die |
|
in groot verlangen: in grote ongelegenheid verkerend |
20 |
Schier hadden d'echte streek vermist: De juiste koers bijna waren kwijtgeraakt |
21 |
't spoor der saalge baanen: de route van de vaart van het heil |
22-23 |
swart Van: dwz. bezaaid met |
23 |
door veele ommelaanen: langs vele omwegen |
24 |
werd: wordt, moet worden |
25 |
deilt: deelt ... rond |
|
geen schaarse maaten: geen krap drinkrantsoen |
26 |
schipperlyk: door de schipper uitgereikt (wnt xiv, 724, deze plaats) |
27 |
oovervloeit: stroomt over (wnt xi, 2182). Six bedoelt het geestelijk eten en drinken waarvan Wittewrongel overstroomt. |
28 |
graage: hongerende en dorstende |
29 |
gulde mond: weergave van ‘chrysostomus’ |
|
ontsypt: Uit ... vloeien druppels van (wnt x, 2068) |
|
een Wrongel: een heilzaam melkvocht (toespeling op Wittewrongels naam), metaforisch voor: zijn stichtelijke woorden |
30 |
puik van Nectargeur: de heerlijkst geurende nectar |
|
verkleint: nietig doet lijken (wnt xx, 305, deze plaats) |
31 |
ongel: een soort heilzaam vet (wnt x, 1604) |
32 |
ontreint: dat ... verontreinigd is |
34 |
's onderaarschen vyands ryk: het rijk van de duivel, de hel |
35 |
Ambroos: Ambrozijn, godenspijs |
|
Godgenooten: godegelijken, goden (wnt v, 256) |