toelichting |
In een passage in dit Spadicht van 1656 blikt Six terug naar een onplezierig oponthoud op Sardinië, naar alle waarschijnlijkheid tijdens zijn oversteek van Alicante naar Genua in het voorjaar van 1650. Het gedicht staat op p. 130 van Six' Poësy. |
|
annotatie |
|
|
1 |
al: zeker |
|
oover hondert jaar: dwz. zo goed als dood (een eeuw gold als de maximale levensduur van een mens, wnt iii, iii, 3936) |
2 |
Wyl: Terwijl |
|
doornemantel: kennelijk een mantel waarmee men zich tegen de doornstruiken beschermde die men tijdens wandeltochten tegenkwam |
3 |
beide Spaân: nl. het Oude, noordwestelijke en het Nieuwe, zuidoostelijke Spa (Guide des curieux, 1818, p. 7-8) |
|
vermaaklik: genoeglijk |
|
trantel: kuier (wnt xvii, i, 2048) |
5 |
Barissaar: la Source de Barisart (Baedeker Belgique, 1910, p. 84-85 en p. 88) |
|
de stoppende fontein: de bron met stoppende werking |
6 |
Van niemand: Door geen van de aanwezige kuurgasten? Of: Door geen mens, dwz. Door mij niet? |
|
heschonken: van drank voorzien |
8 |
Zoo: expletief, sluit aan bij Wyl (r. 2) |
|
stip: stap (presens historicum, wnt xv, 1748, deze plaats) |
|
een gras, en vaarenplein: een open plek in het bos met gras en varens |
9 |
ribbeen: lijf (eigenlijk: borstkas) |
|
rosse: roodachtige. Sommige adders zijn roodachtig bruin. Ze komen in de Ardennen plaatselijk voor en kunnen tot 80 cm lang worden. |
11 |
stofvraat: stofvreter (vgl. Genesis 3:14). Ook het woord appelwortel legt al een zeker verband met de paradijsslang. |
12 |
Gebeeten: Verstoord |
|
tangh: tong (klankvariant in rijmpositie; tangh als aanduiding voor ‘gebit’ lijkt minder aannemelijk gezien Uit synen bek, r. 13). |
14 |
stok: de wandelaars te Spa maakten gebruik van soms fraai bewerkte wandelstokken, de zgn. ‘bordons’. Het reisgidsje Den Wegh naar het Spaa, 1655, p. 5 noemt dit ‘Spa-stokje om na de Fonteinen te gaan’ een vast toebehoren voor elke kuurgast (vgl. ook Lafagne, Spa, p. 8 en p. 16-18). |
|
ontvlooden: die ... ‘de dans ontsprong’ (bepaling bij my, r. 13) |
15 |
de stok des boôs der Gooden: de staf van Mercurius of Hermes, de boodschapper van de goden, waaromheen zich twee slangen kronkelen |
16 |
hoe dat ik was te moe: hoe het mij te moede was |
17 |
Het vermiljoen: De gezonde rode kleur |
|
heilende: van genezing blijk gevende |