Gedichten (2 delen)
(1991)–Joannes Six van Chandelier– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 644]
| |
[377] Antwoord aan Abraham Grenier, rechtsgeleerden, te Middelburgh, op het volgende koppel vaarsen my gesonden.aant.Ontwaakt, vond ik myn pen geneight, tot rymen, was:
Maar stram. 'k Had wel gedroomt, maar, laas, niet op Parnas.
Wie, binnen Leidens school, aanleidsteres tot wysen,
Geleidt was, en syn jeughd, in konst, had aangeleit,
Die trok niet, in 't Atheensch Liceum, hooge prysen,
Van seeven wysen, voor den Wysten soon, bereidt:
5[regelnummer]
Maar zulken wys vernuft, ryp voor de rype jaaren,
Aldaar volleert, beroem sich vrylik, op een droom,
Langs Febus bergh gedroomt, die self syn lauwerblaaren
Het omhingh, naa den dronk van Kastals wysen stroom.
De Leidsche Roomerburght die mach Parnasbergh heeten,
10[regelnummer]
Haar grondeloose born de klaare hengstebron,
Vol wyse wooners, van al wat de Muisen weeten,
Elk zynde meester, als des wysheits goude Son.
Grenier, die, staande voets, wel vaarsen wist te rollen,
Tot schande van tobak, wyl ik dat quylkruid prees,
15[regelnummer]
Ghy hebt, op dien Parnas, in 't midden der Apollen,
Geslaapen, en geleert hun daagelyks gelees.
Ghy hebt, in school, den top van weetenschap besteigert,
En, in der rechten stoel, voor heiligh recht, gepleit,
Wyl u de jonglinghschap noch boomwol had geweigert,
20[regelnummer]
Daar sy het baardvel nu aansienlik mee bespreidt.
Ghy kont, wanneer 't gelieft, en binden, en ontbinden,
Niet als de Pausen, maar, met maat, en sonder maat,
Met rym, en sonder rym, wilt ghy 't u onderwinden,
Ghy toont, als Aristarch, waar dat men kreupel gaat.
25[regelnummer]
Och! dorst ik schelden, hoe zou Baldus, hoe zou Bartel
Aanhouden, die uw hoofd vol muisenisse broên?
Waarom ik martler was, en noch de dichtkunst martel,
Daar ghy my andersins zoud onderrechtingh doen.
Maar segh, van Chandelier, wat is er aan geleegen?
30[regelnummer]
Nu vraaght men naa uw rym, maar niemand lacht er om.
Wanneer ghe drukken gaat, gebruik het, om te veegen,
Zoo blyft de snapsche Dam, en Boekendrukker stom.
|
|