Gedichten (2 delen)
(1991)–Joannes Six van Chandelier– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 14]
| |
[12] Op de aangenaame stilligheit des nachts.aant.Al leght de slaap zoo saft gesloopen,
In d'aaders van wat reeden heeft,
Al heef se wat er slotvry leeft,
Tot in de boschjes stil bekroopen:
5[regelnummer]
Myn sieltje noch niet ooverloopen
Van haare droomerytjes, sweeft
Op vreemde dingetjes, en weeft
Geheil'gde beeldseltjes met hoopen.
Sy die van booven eeuwigh quam,
10[regelnummer]
Schoon 't aardryk aankleeft, als een klisse,
Nu onrust geene rust benam,
Wenkt naa haar woonstee myn gewisse,
Gedachtigh aan haar saalgen stam.
O aangenaame duisternisse!
|
|