Chronologisch woordenboek
(2001)–Nicoline van der Sijs– Auteursrechtelijk beschermdDe ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen
Toekomstidealen en suggesties voor vervolgonderzoekMijn toekomstideaal is dat er een gestructureerd etymologisch bestand bestaat met daarin per trefwoord, afgezien van de herkomstinformatie, de volgende gegevens:
Als toelichting kan het volgende dienen. Wanneer bij leenwoorden de datering van het woord in de brontaal wordt toegevoegd, en bij internationale woorden de dateringen in de belangrijkste West-Europese talen, kan men zich een beeld vormen van de snelheid waarmee woorden doorgeleend worden van de ene taal naar de andere, en kan men bezien of daarin lijnen zijn te ontdekken, bijvoorbeeld per woordveld. Wanneer men de dateringen van alle West-Europese talen bijeenzet, kan dit bovendien leiden tot nieuwe inzichten over de brontaal. Op die manier heeft Moerdijk aangetoond dat interesse ontleend is aan het Duits en niet aan het Frans of Latijn.Ga naar eind2 Dan zou het ook mogelijk worden de bron van internationale pseudo-ontleningen zoals smoking en camping te achterhalen. De toevoeging van (gedateerde) dialectwoorden bij trefwoorden zal interessante aanvullende gegevens verschaffen voor de huidige Nederlandse etymologieën. Tot nu toe werden (vrijwel) alleen Indo-europese en Germaanse verwanten opgenomen. De toevoeging van Nederlandse dialectwoorden en de geografische verspreiding zal zeker leiden tot aanpassingen in veronderstelde etymologieën en betekenis- en vormontwikkelingen: in dialecten zijn bijvoorbeeld veel oude betekenissen blijven voortleven, die waardevolle informatie kunnen bieden voor de betekenisontwikkelingen van een woord.
Maar ik heb nog meer idealen: namelijk dat de gehele Nederlandse woordenschat, ook alle afleidingen, samenstellingen, dialectwoorden en verdwenen woorden, op termijn gedateerd wordt en beschikbaar komt in een enorme database, waaraan tevens de | |||||||||||||||||
[pagina 564]
| |||||||||||||||||
bovengenoemde etymologische informatie is toegevoegd. Dit zal voor elk taalkundig onderzoek nuttig zijn, want een diachrone blik kan voor ieder onderzoek leiden tot meer begrip van de huidige situatie. We kunnen geleidelijk naar deze ideale situatie toe werken door het verrichten van allerlei deelonderzoeken, zoals ook het huidige onderzoek een deelonderzoek was. Ik denk daarbij aan de volgende vervolgonderzoeken:
1. De samenstelling van een morfologische database, waarin afleidingen en samenstellingen zijn gedateerd.Ga naar eind3 Een gedateerd morfologisch bestand kan informatie geven over opkomst, hoogtepunt en eventueel neergang van achtervoegsels, over de frequentie van woordvormingsprocédés, de verschillende betekenissen van achtervoegsels, de vervanging van het ene achtervoegsel door een ander en het ontstaan van nieuwe achtervoegsels uit oude (zoals -(e)ling uit -ing). De dateringen van afleidingen zouden allerlei nieuwe inzichten kunnen opleveren. Zo zouden gevallen van backformation of Rückbildung kunnen worden opgespoord. Backformation is het verschijnsel dat een nieuw woord gemaakt wordt naar analogie van een ouder woord onder de onjuiste veronderstelling dat het oudere woord een afleiding van het nieuwere is. Almacht (1611) is bijvoorbeeld, in tegenstelling tot wat men verwacht, afgeleid van het eeuwen oudere almachtig (776-800). Andere voorbeelden van backformation zijn driehoek, eenvoud en fanaat, die jonger zijn dan respectievelijk driehoekig, eenvoudig en fanatisme, en dus van die laatste woorden afgeleid.Ga naar eind4
2. De samenstelling van een semantische database om grootschalig onderzoek te doen naar (metaforische en metonymische) betekenisverschuivingen en -ontwikkelingen, de algemene tendensen die daarbij optreden, en naar de vraag of er in bepaalde periodes meer betekenisverschuivingen plaatsvinden of nieuwe betekenissen ontstaan dan in andere. Tevens kunnen betekenisverschuivingen binnen semantische velden worden bekeken, dus structureel semantisch onderzoek. Wanneer de betekenis van een woord verschuift, kan dat gevolgen hebben voor andere woorden binnen hetzelfde woordveld. Aanvankelijk betekende varen ‘zich voortbewegen’; later werd deze betekenis gespecialiseerd in ‘zich voortbewegen over water’; als gevolg hiervan kreeg gaan, dat oorspronkelijk ‘te voet gaan’ betekende, de algemene betekenis die varen voordien had.Ga naar eind5 MoerdijkGa naar eind6 noemt voorts de mogelijkheid om semantisch onderzoek te doen naar systematische betekenisbetrekkingen binnen bepaalde woordvelden in de Germaanse en Indo-europese talen.
3. De samenstelling van een digitale nieuwe versie van Brouwers' Het juiste woord, waarbij ieder woord voorzien is van veel meer gespecificeerde labels dan Brouwers momenteel geeft, zowel betekenislabels als grammaticale labels. Wanneer aan ieder woord en iedere betekenis meerdere labels toegekend zijn over de woordvelden waartoe het woord behoort, kan iedereen zijn eigen ‘juiste woorden’ samenstellen. Dat kan op alle mogelijke manieren bij taalonderzoek van pas komen. Wanneer iemand bezig is met onderzoek | |||||||||||||||||
[pagina 565]
| |||||||||||||||||
naar kledingstukken, zou hij snel even alle benamingen daarvan willen bezien, al dan niet gecombineerd met herkomst en datering; of hij wil juist alle boven- of onderkleding bekijken, of alle samengestelde of afgeleide kledingnamen.
4. De samenstelling van een grammaticale database, waarin aan ieder Nederlands woord meerdere labels toegekend zijn over woordsoort en overige grammaticale informatie. Er zijn wel aanzetten van overzichten waarin de woordsoort is opgenomen,Ga naar eind7 maar naar mijn idee zou de informatie veel en veel verfijnder moeten worden. Zelfstandige naamwoorden zouden bijvoorbeeld per betekenis onderverdeeld moeten worden in abstract en concreet, groeps- of persoonsaanduiding e.d.; bijwoorden zouden in bijwoorden van plaats, richting etc. onderverdeeld moeten zijn - hoe gedetailleerder de informatie, des te beter. Ik vind het overigens verbazingwekkend dat er geen grammaticale database van het Nederlands bestaat: tijdens de samenstelling van dit boek had ik er bijna dagelijks behoefte aan, en het lijkt me eigenlijk een conditio sine qua non voor bijna íéder taalkundig onderzoek.
5. De samenstelling van een database van verdwenen woorden, met de dateringen van eerste en laatste voorkomen. Hiermee zou onderzoek gedaan kunnen worden naar de opkomst en ondergang van de verdwenen woordenschat, de periodes waarin woorden opkwamen en verdwenen en de (gemiddelde) levensduur van woorden. Er kan naar algemene oorzaken van opkomst en verdwijnen worden gezocht. Tevens krijgen we via deze woorden een beeld van de opeenvolgende benamingen van zaken waarbij de nieuwe naam de oude totaal heeft vervangen. Om maar een voorbeeld te nemen: wat wij nu optutten noemen, heette vroeger opdirken en daarvóór paleeren. Tot slot kan de échte invloed van vreemde talen op het Nederlands worden bezien, door de eeuwen heen. In het onderhavige boek is (noodgedwongen) slechts gekeken naar de gebleven woorden, de vele verdwenen leenwoorden bleven buiten beschouwing.
Als slotopmerking spreek ik graag mijn oprechte hoop uit dat het etymologische onderzoek, dat in Nederland de laatste decennia slechts geringe aandacht heeft gekregen, door dit boek een nieuwe impuls krijgt. |
|