Nederduytsche spraakkonst
(1712)–Willem Séwel– Auteursrechtvrijwaarin de gronden der Hollandsche taale naauwkeuriglyk opgedólven, en zelfs voor geringe verstanden, zo ten aanzien der spellinge als bewoordinge, duydelyk aangeweezen zyn
[pagina 241]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Van de Werkwoorden.EEn Ga naar voetnoot* Werkwoord is een Spraakdeel, betékenende te zyn, doen, óf lyden, als Ik Ben, Ik Bemin, Ik word gehaat. Hierom verdeelt men de Werkwoorden in Ga naar voetnoot† Bedryvende, Ga naar voetnoot‡ Lydende, en Ga naar voetnoot§ Geenerleye. De Bedryvende betékenen het doen van iets, als Onderwyzen, Hooren, Leezen, Slaan, Verachten. De Lydende betékenen eene aandoening óf lyding van iets, als Onderweezen worden, Gehoord worden, Geleezen worden, Geslagen worden, Veracht worden. De Geenerleye óf Onzydige Werkwoorden betékenen eygentlyk nóch doen nóch lyden, als Blinken, Glinsteren, Flikkeren, Daalen, Stinken, Vaaren, Staan , Woonen, Blyven, Vertrekken, Komen, Leeven, Durven. Tót de Onzydige behooren ook Klimmen, Loopen, en Zitten, omdat zy niet in Lydende veranderd konnen worden; want men mag niet zeggen. Ik word geklommen, Ik word geloopen, en Ik word gezeten. Ook zyn 'er Bedryvende en te gelyk Onzydige Werkwoorden, als Beginnen, Branden, Droogen, Veranderen, Bederven: want men zegt. Een | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 242]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
werk beginnen, en De zomer begint eerst. Hy brandt zynen vinger; en 't Hout brandt wel. Erwten droogen; en 't Nat linnen droogt langzaam Zyne stem veranderen, en 't Weer verandert. Dat verzwakt hem, en Hy zal verzwakken: Een mes bederven; en Laat de spys niet bederven. Even gelyk men in 't Latyn zegt Incipit ver, en Incipere facinus. Variare vocem, en Variant Scriptores. Differt colore, en Differre negotium. Van dit slach is ook het woord Scheuren, want men leest Job. XXVI. 7. Hy bindt de wateren in zyne wolke, en nógtans scheurt de wolk daar onder niet: daar men nógtans ook vindt Gen. XXXVII. 34. Toen scheurde Jakob zyne kleederen. In den eersten zin dan schynen die woorden eene lyding te betekenen; gelyk ook het woord Sterven meer eene lyding dan een bedryf is. De Werkwoorden zyn Persoonlyk en Onpersoonlyk : Persoonlyk is Hooren, waarvan men kan zeggen Ik Hoor, Gy Hoort, Hy Hoort, Wy Hooren. En Onpersoonlyk zyn Betaamen, Donderen, Bliksemen, Regenen, Verdrieten, Vriezen: want men mag níet zeggen, Ik Betaam, ik Donder, Ik Regen, Ik Verdriet, Ik Vries; maar Het betaamt niet, óf 't Betaamt my; Het dondert, Het regende; Het verdriet my, 't Verdroot hem; Het vroor fel. Dóch hier staat aan te merken dat men hier ter plaatse ten aanzien der woorden Donderen, Bliksemen, Regenen, maar spreekt als menschen, | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 243]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gelyk ook met dit gansche werkje niet anders beoogd wordt dan onderrechtingen te geeven wegens de menschelyke taal; maar anders is 't gelegen met de Gódlyke: want hoewel van wege Gód gezegd wordt, 2. Sam. XXII. 14. De Heere donderde van den Hemel. En Psalm. CXLIV. 6. Heere bliksemt bliksem, En Matth. V. 45. Hy regent over rechtvaerdigen en onrechtvaerdigen; zo zyn dit nógtans bedryven die geensins van 't menschelyk vermoogen afhangen. En des niettegenstaande leest men ook Gen. XIX. 24. Toen deed de Heere zwavel en vuur over Sodom en over Gomorra regenen. En hoewel men in eenen Figuurlyken zin zoude konnen zeggen van een' mensche, Hy spreekt niet, maar hy dondert, nógtans komt zulks hier niet te passe: want van figuurlyke spreekwyzen staat hiernaa gehandeld te worden. Veele Werkwoorden zyn afgeleyd van Naamwoorden, als
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 244]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Van Hand komt Behandigen, en van Hals, Onthalzen, mitsgaders het Kóppelwoord Rekhalzen: van Hoofd spruyt Onthoofden; en van Lyf komt Ontlyven; dat is De ziel van 't lyf berooven: Van 't woord Glorie zegt men ook (gelyk door die van de | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 245]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Kamer in liefde bloeijende is aangemerkt) Glooren, als Het vuur gloort; en Die drank gloort in de borst. Naardien nu zeer veele Werkwoorden dus van Naamwoorden afgeleyd worden, wat ongerymdheyd steekt 'er dan tóch in, dat gelyk van 't Naamwoord Natuur het Werkwoord Natuuren gemaakt wordt, men ook alzo het woord Leeraaren, als afgeleyd van Leeraar, tracht door te zetten; te meer, doordien dit geen nieuwigheyd is, gelyk sommige, uyt onkunde, het genoemd hebben? Want behalven dat de Kamer in Liefde bloeijende, te Amsterdam, dit woord voor meer dan honderd twintig jaaren goedgekeurd heeft, zo vindt men 't ook verscheydenmaal in de Ontleedinge van Kabrolius, door V. F. Plemp vertaald, en in den jaare 1633 t'Amsterdam gedrukt. Ook heeft men dit woord ten hoogsten van noode, om de gebreklykheyd van 't woord Leeren, 't welk zo wel voor docere, als voor discere, wordt gebruykt, voor te komen: want Leeren is eygentlyk, kennis van iets bekomen; en dat men het ook voor Onderwyzen gebruykt, schynt zynen oorsprong te hebben uyt de Hoogduytsche woorden Lernen en Lehren, welk laatste Onderwyzen betékent, en 't eerste is discere, waarvoor de Engelschen zeggen Learn, 't welk buyten twyfel afkomstig is van 't Hoogduytsch woord Lernen, waarvoor wy zeer gevoegelyk konnen zeggen Leeren. Gelyk nu Leeraaren van Leeraar afgeleyd wordt, zo komt van Meester | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 246]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ook Meesteren, 't welk men gebruykt voor geneezen, omdat men gewoon is eenen Wondheeler, by uytneemendneyd, eenen Meester te noemen, even als men eenen Arts met den naam van Doctor noemt, waarvan insgelyks de werkwoorden Dókteren en Verdókteren gevórmd worden: want men zegt. Hy heeft lang te vergeefs gedokterd: en Zy heeft veel gelds verdókterd en vermeesterd. Ondertusschen denke niemand, dat met het bybrengen deezer wyzen van spreeken beweerd wordt dat deeze woorden cierlyk Duytsch zyn; veel min dat men die iemand wil opdringen voor Spreekwyzen onzer taale, gelyk my naagegeeven wordt, met byvoeginge dat ze zyn opgeraapt uyt den drek der verachtelykste straattaal, en klap van oude wyven. Doch hoe verachtelyk men die woorden ook afmaalt, nógtans schynen ze in de gemeene spraak, óf in eenen brief-styl, al zo wel door den beugel te konnen, als dat men Hoeren en Pryen tót Werkwoorden maakt, gelyk door die van 't Konstgenootschap Nil volentibus arduum is geschied; want in 't spel van Gierige Geêraard vindt men wegens hem gezegd, Hy hoerde en pryde; om daardoor te betekenen dat hy voor hoer en pry uytscholdt. Alles dan wat hier met de woorden. Dokteren en verdokteren beoogd wordt, dient slechts om aan te toonen hoe 't gebruyk het ééne woord uyt het ander doet voortkomen. Ook schynen deeze woorden zo wel voor Duytsch te konnen doorgaan, | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 247]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
als Kóster dat van 't Latynsch Custos komt; en Kantoor van 't Fransch Comptoir; voor 't welk Geleerde Liefhebbers onzer taale zich niet ontzien hebben in 't Duytsch te spellen Kantoor. En ik zie geen reden, waarom men in onze spraak zich juist aan de Fransche spellinge van Comptoir moet houden; dewyl dit zo veel zeggen wil als Rekenkamer; daar nu nógtans eene menigte van Kantooren gansch geen Rekenkamertjes, maar alleenelyk Schryf- óf aanteken-plaatsen zyn. Men maakt mede geen zwaarigheyd te spellen bresse, schoon de Franschen daarvoor schryven breche: Zo gaat ook het woord Mennen voor goed Duytsch, schoon het afkomstig schynt van 't Fransch Mener. En of Lievery van 't Fransch Livree komt, dan of dit uyt dat gesprooten is, staat nog in geschil, hoewel 't laatste my waarschynelykst voorkomt. Het woord Erinneren is ook één van die, welke sommigen, zo 't schynt, niet gevallen; dóch Vondel heeft het gevoegelyk in 't Neêrduytsch gebruykt; en wy moogen hem onbeschroomd daarin naavólgen, mids dat het niet al te dikwils, maar met bescheydenheyd, geschiede: want dit woord komt my immer zo naadrukkelyk voor, en is van veel minder omslags, dan Te binnen brengen, óf In de gedachten brengen, welke bewoordingen daarom evenwel gansch niet te verwerpen zyn, De meeste Werkwoorden zyn op zeer veele zaaken toepasselyk, als Achten, Beschikken, Doen, Dwingen, Geeven, Houden, Inbeelden, Jaagen, Kennen, Leeren, Maaken, Neemen, Openen, Plukken, Rekken, Schenden, Treffen, Vatten, Werken, Zetten, enz. Maar des niettegenstaande zyn 'er in onze taale ook etlyke Werkwoorden, die maar tót een eenige zaak óf bedryf gebruykelyk zyn, als Balderen, Biggelen, Kabbelen, | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 248]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Prevelen, Quylen, Reutelen, Ritselen, Ronken, Schateren, Sissen, Snerken, Snorken, Suysen, Verbedden, Verhaairen, enz. sommige van welke men in 't Engelsch, (gelyk ik in 't maaken van myn Groot Engelsch en Nederduytsch Woordenboek bevonden heb) niet zonder omschryvinge uytdrukken kan. Men maakt in de Spellinge onderscheyd tusschen Vercieren en verzieren; en nógtans schynt het één uyt het ander te spruyten; want verdichten bestaat in optooijen, en wat is verzieren tóch anders dan iets dat valsch is zodaanig te vercieren óf op te pronken dat het naar waarheyd gelykt? En daarom noemt men zulks ook stóffeeren. De Werkwoorden worden door verscheydene Wyzen en Tyden veranderd óf verschikt, welke Verschikking in 't Latyn CONJUGATIO genoemd wordt, en by die benaaming best bekend is. Dóch alle die Wyzen en Tyden, en derzelver betékenissen, alhier omstandig te beschryven, acht ik noodeloos; dewyl men uyt de Voorbeelden, welke hier staan te vólgen, zulks best zal konnen begrypen. Nademaal nu tót het veranderen der Werkwoorden zekere Hulpwoorden noodig zyn, zal ik de verandering daarvan laaten vooraf gaan, en beginnen met het gebreklyk Hulpwoord Zullen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 249]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Tegenwoordige Tyd.
Onbepaalde Tyd.
De Onbepaalende Wyze is Zullen, en het Deelwoord Zullende. Het Helpwoord Hebben wordt aldus veranderd.
Ga naar voetnoot* De Aantoonende Wyze. Tegenwoordige Tyd.
Onvólmaakte Verleeden Tyd.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 250]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Volmaakte Verleeden Tyd.
Meer dan Volmaakte Verleden Tyd.
Toekomende Tyd.
Onbepaalde Tyd.
DeGa naar voetnoot* Gebiedende Wijze
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 251]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Ga naar voetnoot* Aanvoegende, óf Wenschende Wyze.
Onvolmaakte Verleeden Tyd.
Volmaakte Verleeden, en meer dan Volmaakte Verleeden Tyd. Dat Ik Gehadt Hebbe en Hadde, óf Had Ik Gehad Dat Gyl. Gehad Hebt en Hadt, óf Hadt Gy Gehad Dat Hy Gehad Heeft en Hadde, óf Had Hy Gehad Meerv. Dat Wy Gehad Hebben en Hadden, óf Hadden Wy Gehad Dat Gyl. Gehad Hebt en Haddet, óf Haddet Gyl. Gehad Dat Zy Gehad Hebben en Hadden, óf Hadden Zy Gehad | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 252]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Toekomende Tyd.
Tweede Toekomende Tyd.
Eenv. Als Ik Gehad zal hebben Als Gy Gehad zult hebben Als Hy Gehad zal hebben
Meerv. Als Wy Gehad zullen hebben Als Gylieden gehad zult hebben Als Zy Gehad zullen hebben
Onbepaalde Tyd.
Eenv. Schoon Ik Gehad zoud hebben Schoon Gy Gehad zoudt hebben Schoon Hy Gehad zoud hebben
Meerv. Schoon Wy Gehad zouden hebben Schoon Gyl. Gehad zoudet hebben Schoon Zy Gehad zouden hebben | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 253]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Ga naar voetnoot*Onbepaalende Wyze.
Deelwoorden.
Het Zelfstandig Werkwoord Zyn óf Weezen, voornaamelyk gebruykt tót behulp der Lydende Werkwoorden, wordt alsdus verschikt.
De Aantoonende Wyze.
Tegenwoordige Tyd.
Onvolmaakte Verleeden Tyd.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 254]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Volmaakte Verleeden Tyd.
Meer dan Volmaakte Verleeden tyd.
Toekomende Tyd.
De Gebiedende Wyze.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 255]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Aanvoegende óf Wenschende Wyze.
Tegenwoordige Tyd.
Onvolmaakte Verleeden Tyd.
Volmaakte Verleeden Tyd.
Meer dan Volmaakte Verleeden Tyd.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 256]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Toekomende Tyd.
Eenv. Dat, óf Indien, óf Als Ik Zyn óf Weezen zal Dat, óf Indien, óf Als Gy Zyn óf weezen zult Dat, óf Indien, óf Als Hy zyn óf weezen zal
Meerv. Dat, óf Indien, óf Als Wy zyn óf Weezen zullen Dat, óf Indien, óf Als Gyl. zyn óf weezen zult Dat, óf Indien, óf Als Zy zyn óf weezen zullen
Tweede Toekomende Tyd.
Eenv. Als Ik Zal Geweest zyn Als Gy zult Geweest zyn Als Hy zal Geweest zyn
Meerv. Als Wy zullen Geweest zyn Als Gyl. zult Geweest zyn Als Zy zullen Geweest zyn.
Onbepaalde Tyd.
Eenv. Ik Zou óf zoude zyn óf Weezen Gy zoudt zyn óf Weezen Hy zou óf zoude zyn óf Weezen | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 257]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Meerv. Wy zouden zyn óf Weezen Gyl. zoudet zyn óf Weezen Zy zouden zyn óf Weezen
De Onbepaalende Wyze.
Deelwoorden.
Somtyds zegt men ook Geweezen, vólgens de Hoogduytsche wyze, als De geweezen Koning: Zyne geweezene vrouw: dóch dan schynt het hier een Byvoegelyk Naamwoord te zyn. Het Hulpwoord Worden óf Werden, 't welk gebruykt wordt om de lyding van iets te betékenen, wordt door zyne Wyzen en Tyden dus veranderd.
De Aantoonende Wyze.
Tegenwoordige Tyd.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 258]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Onvolmaakte Verleeden Tyd.
Volmaakte Verleeden Tyd.
Meer dan Volmaakte Verleeden Tyd.
Toekomende Tyd.
De Gebiedende Wyze.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 259]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Aanvoegende óf Wenschende Wyze.
Tegenwoordige Tyd.
Onvolmaakte Verleeden Tyd.
Volmaakte Verleeden Tyd.
Meer dan Volmaakte Verleeden Tyd. Eenv. Dat Ik Geworden waare Dat Gy Geworden waart Dat Hy Geworden waare Meerv. Dat Wy Geworden waaren Dat Gyl. Geworden waart Dat Zy Geworden waaren | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 260]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Anders.
Eenv. Toen Ik Geworden was Toen Gy Geworden waart Toen Hy Geworden was Meerv. Toen Wy Geworden waaren Toen Gyl. Geworden waart Toen Zy Geworden waaren
Toekomende Tyd.
Tweede Toekomende Tyd.
Onbepaalde Tyd. Eenv. Als Ik zoude Geworden zyn Als Gy zoudt Geworden zyn Als Hy zoude Geworden zyn | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 261]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Meerv. Als Wy zouden Geworden zyn Als Gyl. zoudt Geworden zyn Als Zy zouden Geworden zyn.
De Onbepaalende Wyze.
Deelwoorden.
Daar zyn nóg andere Hulpwoorden, als Konnen, Moeten, Moogen. Dóch ik acht onnoodig meer daaraf alhier te zeggen, dan dat Konnen in den Tegenwoordigen Tyd der Aantoonende Wyze heeft, Ik Kan, Gy kont, Hy kan; Wy konnen, Gyl. kont, Zy konnen. In den Onvolmaakten Verleeden Tyd, Ik Kon óf Konde, óf Kost, Gy Konde óf Kost, Hy Kon óf Kost; Wy Konden, Gyl. kondet, Zy konden. In den Volmaakten Verleeden Tyd: Ik Heb Gekonnen: In den Onvolmaakten Verleeden Tyd: Ik Had Gekonnen: In den Toekomende Tyd, Ik Zal Konnen: De Deelwoorden zyn Konnende, en Ge- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 262]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
konnen. Het woord Moeten, heeft in den Onvolmaakten Verleeden Tyd, Ik Most: en in den Volmaakten Verleeden Tyd, Ik heb gemoeten. En Moogen heeft in den Tegenwoordigen Tyd, Ik Mag, Gy Moogt, Hy Mag; Wy Moogen, enz. In den Onvolmaakten Verleeden Tyd, Ik Mogt; en in den Volmaakten Verleeden Tyd, Ik Heb Gemoogen. Ik gaa nu over tót de Verschikking van een Bedryvend en Lydend Werkwoord, waaruyt men het noodig gebruyk der voorgaande Hulpwoorden zal zien. Dóch ik zal hier niet reppen van Vier Conjugatien, vólgens den Latynschen trant, gelyk eens iemand ontrent het Nederduytsch heeft willen doen; maar hoe ongerymd, zal uyt het vervólg blyken; want het verschil der Verschikkinge bestaat voornaamelyk in den Onvolmaakten Verleeden Tyd, die op veelerley wyze naar de verscheydene hoedaanigheden der woorden uytgedrukt wordt, gelyk ik door eene menigte van Voorbeelden zal toonen: zo dat men uyt dien hoofde zou konnen zeggen, dat 'er acht Conjugatien in 't Nederduytsch zyn. Maar ik acht dat men uyt het voorbeeld van een eenig Werkwoord de Verschikking van alle vry wel zal konnen begrypen: want zelfs het verschil der Onvolmaakte verleeden Tyd is niet zo regelmaatig, dat men eenen vasten regel daar ontrent voorschryven kan; naardien de woorden Hoopen, Koopen, en Loopen eveneens in klank luyden, en nógtans in den | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 263]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Onvolmaakten Verleeden Tyd zeer veel verscheelen, als Ik Hoopte, Ik Kóft, Ik Liep. Zo is 't ook gelegen met Meeten, Weeten, Zweeten: wánt men zegt, Ik Mat, Ik Wist, Ik Zweette. Hierom zal ik een Voorbeeld geeven, van het woord Leeren, vólgens 't welk men alle andere, als men slechts weet hoe de Onvolmaakte Verleeden Tyd is, in hunne Wyze en Tyden Verschikken kan.
De Aantoonende Wyze.
Tegenwoordige Tyd.
Onvolmaakte Verleeden Tyd.
Volmaakte Verleeden Tyd.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 264]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Meer dan Volmaakte Verleeden Tyd.
Toekomende Tyd.
Tweede Toekomende óf Onbepaalde Tyd.
De Gebiedende Wyze.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 265]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Aanvoegende óf Wenschende Wyze.
Tegenwoordige Tyd.
Onvolmaakte Verleeden Tyd.
Tweede Onvolmaakte Verleeden óf Onbepaalde Tyd.
Volmaakte Verleeden Tyd.
Eenv. Dat óf Hoewel Ik Geleerd heb óf hebbe Dat óf Hoewel Gy Geleerd hebt Dat óf Hoewel Hy Geleerd heeft óf hebbe | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 266]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Meerv. Dat óf Hoewel Wy Geleerd hebben Dat óf Hoewel Gyl. Geleerd hebt Dat óf Hoewel Zy Geleerd hebben
Meer dan Volmaakte Verleeden Tyd.
Eenv. Indien óf Dat Ik Geleerd had óf hadde Indien óf Dat Gy Geleerd hadt Indien óf Dat Hy Geleerd had óf hadde Meerv. Indien óf Dat Wy Geleerd hadden Indien óf Dat Gyl. geleerd haddet Indien óf Dat Zy geleerd hadden
Toekomende Tyd.
Tweede Toekomende Tyd.
Eenv. Als Ik Geleerd zal hebben Als Gy geleerd zult hebben Als Hy geleerd zal hebben | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 267]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Meerv. Als Wy Geleerd zullen hebben Als Gyl geleerd zult hebben Als Zy geleerd zullen hebben
Derde Toekomende, óf Onbepaalde Tyd.
Eenv. Schoon Ik Geleerd zoud hebben Schoon Gy geleerd zoudt hebben Schoon Hy geleerd zoud hebben Meerv. Schoon Wy Geleerd zouden hebben Schoon Gyl. geleerd zoudet hebben Schoon Zy geleerd zouden hebben
De Onbepaalende Wyze.
Deelwoorden.
Dit woord Leeren in een Lydend woord verkeerd, is Geleerd worden, het welk aldus verschikt wordt. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 268]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Aantoonende Wyze.
Tegenwoordige Tyd.
Alhier staat aan te merken, dat als men 't woord Ik Ben gebruykt, zulks de betékenis iets verandert; want Ik Ben Geleerd, is niet alleen te zeggen, dat men onderrechting bekomen heeft, maar ook, dat men een Geleerde is, immers heeft zulks plaats als men zegt, Hy is Geleerd. Echter zyn'er eenige Onzydige Werkwoorden die het woord Ik Ben tót zich neemen, als Ik ben gebleeven. Ik was vertrokken, Ik ben geklommen, Ik was gekomen, Ik was gedaald.
Onvolmaakte Verleeden Tyd.
Volmaakte Verleeden Tyd.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 269]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Meer dan Volmaakte Verleeden Tyd.
Toekomende Tyd.
Eenv. Ik zal Geleerd worden Gy zult geleerd worden Hy zal geleerd worden Meerv. Wy zullen Geleerd worden Gyl. zult geleerd worden Zy zullen geleerd worden
Tweede Toekomende óf Onbepaalde Tyd.
De Gebiedende Wyze.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 270]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Aanvoegende óf Wenschende Wyze.
Tegenwoordige Tyd. Als of Dat Ik Geleerd word óf worde Als óf Dat Gy Geleerd wordt Als of Dat Hy Geleerd wordt óf worde Meerv. Als of Dat Wy Geleerd worden Als óf Dat Gyl. Geleerd wordet Als of Dat Zy Geleerd worden
Onvolmaakte Verleeden Tyd. Eenv. Dat Ik Geleerd wierd óf wierde Dat Gy Geleerd wierdt Dat Hy Geleerd wierd Meerv. Dat Wy Geleerd wierden Dat Gyl. Geleerd wierdet Dat Zy Geleerd wierden
Volmaakte Verleeden Tyd.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 271]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Anders. Eenv. Was ik Geleerd geweest Waart gy geleerd geweest Was hy geleerd geweest Meerv. Waaren wy Geleerd geweest Waart gyl Geleerd geweest Waaren zy Geleerd geweest
Meer dan Volmaakte Verleeden Tyd.
Eenv. Indien óf Dat Ik geleerd geweest waare Indien óf Dat Gy Geleerd geweest waart Indien óf Dat Hy Geleerd geweest waare Meerv. Indien óf Dat Wy Geleerd geweest waaren Indien óf Dat Gyl. Geleerd geweest waart Indien óf Dat Zy Geleerd geweest waaren
Tweede meer dan Volmaakte Verleeden, óf Onbepaalde Tyd.
Eenv. Als Ik Geleerd geweest zoude zyn Als Gy Geleerd geweest zoudt zyn Als Hy Geleerd geweest zoude zyn | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 272]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Meerv. Als Wy Geleerd geweest zouden zyn Als Gyl Geleerd geweest zoudet zyn Als Zy Geleerd geweest zouden zyn
Toekomende Tyd. Eenv. Als Ik Geleerd zal worden Als Gy Geleerd zult worden Als Hy Geleerd zal worden Meerv. Als Wy Geleerd geweest zullen worden Als Gyl. Geleerd zult worden Als Zy Geleerd zullen worden
Tweede Toekomende óf Onbepaalde Tyd.
Indien Ik Geleerd zoude worden Indien Gy Geleerd zoudt worden Indien Hy Geleerd zoude worden Meerv. Indien Wy Geleerd zouden worden Indien Gyl. Geleerd zoudet worden Indien Zy Geleerd zouden worden
Derde Toekomende Tyd.
Eenv. Als Ik Geleerd zal Geworden zyn Als Gy Geleerd zult Geworden zyn Als Hy Geleerd zal Geworden zyn | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 273]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Meerv. Als Wy Geleerd zullen Geworden zyn Als Gyl. Geleerd zult Geworden zyn Als Zy Geleerd zullen Geworden zyn
Vierde Toekomende óf Onbepaalde Tyd.
Eenv. Indien Ik Geleerd zou Geworden zyn Indien Gy Geleerd zoudt Geworden zyn Indien Hy Geleerd zou Geworden zyn Meerv. Indien Wy Geleerd zouden Geworden zyn Indien Gyl. Geleerd zoudet Geworden zyn Indien Zy Geleerd zouden Geworden zyn
De Onbepaalende Wyze.
Deelwoorden
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 274]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Om nu den Leerling te vaster begrip van deeze Verschikkinge te doen hebben, zal ik nóg een voorbeeld van deeze vólgende woorden laaten vólgen.
De Aantoonende Wyze.
Tegenwoordige Tyd.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 275]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Onvolmaakte Verleeden Tyd.
Volmaakte Verleeden Tyd.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 276]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Meer dan Volmaakte Verleeden Tyd.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 277]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Toekomende Tyd.
Tweede Toekomende óf Onbepaalde Tyd.
De Gebiedende Wyze.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 278]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Aanvoegende, óf Wenschende Wyze.
Tegenwoordige Tyd.
Onvolmaakte Verleeden Tyd.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 279]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Tweede Onvolmaakte Verleeden óf Onbepaalde Tyd.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 280]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Volmaakte Verleeden Tyd.
Meer dan Volmaakte Verleden Tyd.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 281]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Toekomende Tyd.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 282]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Tweede Toekomende Tyd.
Derde Toekomende, óf Onbepaalde Tyd.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 283]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Onbepaalende Wyze.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 284]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Deelwoorden
Sommige Werkwoorden, als Haaten, Laaten, Eeten, Weeten, Stooten, enz. hebben in het Meervoudig getal der gebiedende wyzen, Haatet, Laatet, Eetet, Weetet, Stootet. Hoe nu de voorgaande woorden Lydender wyze verschikt moeten worden, kan men uyt het voorbeeld van de woord' Geleerd worden zien; alleen staat alhier aan te merken, dat men ten aanzien van het woord Antwoorden niet zegt, Ik word | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 285]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
geantwoord, maar wel My wordt geantwoord, óf My wierdt geantwoord. De zelfde aanmerking vindt ook eenigsins plaats in 't woord Gebieden; want howel men zeggen kan, Wy worden Gebooden, nógtans zoud ik liever zeggen, Ons wordt gebooden. De woorden Gaan en Treeden zyn wel eenigermaate bedryvende Werkwoorden, maar evenwel niet eygentlyk aan lydinge onderworpen; en moogen derhalve wel onder de Onzydige geteld worden; onaangezien het somtyds beter voegt te zeggen Ik ben gegaan, dan Ik heb gegaan; gelyk men ook zegt, Ik ben getreeden, dat is, voortgegaan: want, Ik heb getreeden, is zo veel als Ik heb getrapt; in welken zin men ook lydender wyze zeggen kan, Ik wierd getreeden; óf De druyven wierden in eene kuyp getreeden. Volgens deeze voorbeelden van Conjugatie konnen alle andere Werkwoorden door hunne Wyzen en Tyden verschikt worden, mids dat men gade slaa dat de woorden in den Tegenwoordigen Tyd der Ga naar voetnoot* Aantoonende Wyze doorgaans in den tweeden en derden persoon van 't Eenvoudig, en alleen in den tweeden persoon van 't Meervoudig getal, eene T aanneemen, als Ik Woon, Gy Woont, Hy Woont: Wy Woonen, Gylieden Woont, Zy Woonen. Zo ook, Ik Benyd, Gy benydt, Hy benydt: Wy benyden, Gyl. benydt, Zy benyden. En Ik Adem, Gy ademt, Hy ademt: Wy ademen, Gyl. ademt, Zy ademen, enz. Als mede, Ik Blaas, Gy | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 286]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
blaast, Hy blaast: Wy blaazen, Gyl. blaast, Zy blaazen. En Ik Hoor, Gy hoort, Hy hoort: Wy hooren, Gyl. hoort, Zy hooren. Daarby staat ook aan te merken dat de Onvolmaakte Verleeden Tyd in verscheydene woorden merkelyk verscheelt: want schoon het voegen van den uytgang de, aan den Tegenwoordigen Tyd der Ga naar voetnoot‡ Aantoonende Wyze, de regelmaatige vórming schynt, om den Onvolmaakten Verleeden Tyd uyt te beelden, als Ik Leer, Ik Leerde. Ik Hoor, Ik Hoorde; zo maaken nógtans veele Werkwoorden den Onvolmaakten Verleeden Tyd anders, als blykt aan het woord Spreeken, 't welk heeft, Ik Sprak, Gy spraakt, Hy sprak: Wy spraken, Gylieden spraakt, Zy spraken Het woord Treeden heeft Ik trad, Gy tradt, Hy tradt: Wy traden, Gylieden tradt, Zy traden. Het woord Leezen heeft Ik Las, Gy laast, Hy las: Wy lazen, Gylieden laast, zy lazen. 't Woord Zien heeft, Ik zag, Gy zaagt, Hy zag: Wy zagen, Gylieden zaagt, Zy zagen. Het woord Komen heeft, Ik Quam, Gy quaamt, Hy quam: Wy quamen, Gyl. quaamt, Zy quamen. En Neemen heeft, Ik Nam, Gy naamt, Hy nam: Wy namen, Gyl. naamt, Zy namen. Dus wyken ook veele andere Werkwoorden van den gemeenen Regel af, gelyk hiernaa door eene menigte van voorbeelden, ter plaatse daar van de Ga naar voetnoot* Worteltyden gehandelt wordt, zal blyken. Ondertusschen acht ik dat iemand, die maar een wey- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 287]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
nig opmerkend is, uyt deeze aangetoonde voorbeelden wel zal konnen begrypen, hoe wanschikkelyk het is, dat men in den Onvolmaakten Verleeden Tyd tusschen 't Eenvoudig en Meervoudig getal geen onderscheyd maakt; het welk nógtans veel geschiedt, zelfs van Schryvers die men moet bekennen schrander te zyn: maar iemand, die zich zulk een quaade gewoonte niet heeft aangewend, komt het zeer walgelyk voor, als hy leest, Om dat ik oordeelden. Waar op ik hem antwoorden. Ik meenden hem te zien. Men hoorden U niet, enz. Waarvoor een kundige schryft, Oordeelde, antwoordde, meende, en hoorde. De woorden Sterven, en Verwerven, hebben in den Onvolmaakten Verleeden Tyd der Aantoonende wyze, Hy Sturf, Ik verwurf; en dien zelfden Tyd der Aanvoegende Wyze kan men dus uytdrukken: Zy meenden dat ik stierf. Het kóste me veel moeite eer ik het verwierf. De Tegenwoordige Tyd der Ga naar voetnoot‡ Aantoonende Wyze, wordt gemaakt van de Ga naar voetnoot* Onbepaalende Wyze door 't afsnyden van den uytgang en; als van Deelen, Ik Deel: Gelooven, Ik geloof: Leeven, Ik Leef: Leezen, Ik Lees: Beminnen, Ik Bemin: Verneemen, Ik Verneem: Klóppen, Ik Klóp: Vatten, Ik Vat: Snyden, Ik Snyd óf Sny: Voeg hierby, Doen, Ik Doe: Gaan, Ik Gaa: Staan, Ik Staa: Slaan, Ik Slaa, enz. Sommige willen dat men den Tegenwoordigen Tyd der Ga naar voetnoot‡ Aantoonende | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 288]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Wyze deezer woorden dus zal schryven, Ik Deele, Ik Geloove, Ik Leeve, Ik Leeze, Ik Beminne, Ik Verneeme, enz. Maar behalve dat dit een lamme spraak schynt, wat onderscheyd zal men dan maaken, om de Ga naar voetnoot† Aanvoegende óf Wenschende Wyze uyt te beelden: Immers is het veel beter dat men dat onderscheyd in acht neeme, dewyl onze taal zulks toelaat, Als, Ik Deel eenpaarig; Hy wil niet dat ik Deele. Ik Geloof u wel; Meent gy dat ik u Geloove. Ik leef Gerust; Hy benydt my dat ik gerust Leeve. Ik Lees veel; Zy wil niet dat ik veel Leeze. Ik Bemin haar; Staa toe dat ik haar Beminne. Ik Verneem'er niets van; Vergun my dat ik 'er nâ verneeme. Ik vind dit onderscheyd tusschen de Aantoonende en de Aanvoegelyke wyze al waargenomen by Melis Stoke: want dus zingt die aaloude Kronykschryver in zynen Opdragt.
Omdat ic niet en wille
Dat mine sinnen yet leggen stille,
Ende verderven met ledichede,
Wil ic alhier ter stede
Seggen wie die Graven waren.
.........
Hem bid ic die noyt began,
Ende die over gemeene man,
Om berechten sette Lantsheren,
Dat hi my dat moete leren,
Dat ic die waarheyt so verclare,
Dat men weten moet dat ware.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 289]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
In zyne Inleydinge:
Hier lat' ic van den Kaerlingen
Myn scriven bliven, ende mine dingen,
Eende heb u bi dien gheseit
Die reden, die hier is voerleit.
Elders Ga naar voetnoot* Laat hy zich dus hooren:
Hier keer ic t'onsen Graven weder,
Dortien jaar (dus is 't getelt)
Had hi Holland in sijn gewelt.
Men brengt hier tegen in, dat men door te zeggen, Ik Bemin, Ik Hoor, Ik Vermaan enz. geen onderscheyd maakt tusschen de Gebiedende wyze en den Tegenwoordigen tyd der Aantoonende wyze; dewyl men gebiedende zegt, Hoor my. Dóch dit zy zo: ondertusschen dunkt my dat daar minder aan gelegen is, dan dat 'er geen verschil tusschen den Aantoonende en de Aanvoegende wyze gemaakt wordt; omdat men, ter oorzaake van de byvoeginge en aflaatinge van het Voornaamwoord Ik, in het verschil van de Gebiedende en de Aantoonende wyze niet doolen kan, gelyk men zou konnen in het onderscheyd tusschen de Aanvoegende en de Aantoonende Wyze in den eersten Persoon, nademaal 'er in onze taale veele Werkwoorden zyn, die | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 290]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
door de byvoeginge van de E in de Aantoonende wyze eene twyfelachtigheyd konnen baaren; by voorbeeld, als men zegt, Ik wachte u met verlangen, dan zal dit ligtelyk konnen genomen worden voor Ik wachtede; en schoon men in 't schryven daarvoor stelt Ik wachtte, nógtans zyn 'er veele Leezers en Schryvers, die dit naauwkeurig onderscheyd niet waarneemende, daardoor in verbysteringe zouden konnen gebragt worden; waarvan men geen gevaar loopt, als men in de Aantoonende wyze zegt, en ook schryft, Ik wacht. In dezelfde dubbelzinnigheyd vervalt men als men schryft Ik werd in plaatse van Ik wierd; want veele schryven altoos, Werden in stede van Worden, zich inbeeldende, zo 't schynt, dat het laatste niet deftig genoeg is, alhoewel Werden in de gemeene spraak my zeer gemaakt voorkomt, gelyk ook als ik iemand hoor zeggen, Ik hoore u niet; Ik weete het niet; Ik hebbe hem niet gezien, enz. Maar ik vind'er gansch geen gemaaktheyd in, als men zegt, Maak dat ik zulks nooit weêr hoore. Hierby komt nóg, dat de woorden Gaan, Doen, Slaan, Staan, Zien, enz. geen onderscheyd tusschen de Aantoonende en Gebiedende wyze toelaaten. Hoewel nu het oud gebruyk van Ik Geloove, Ik Meene, enz. schynt te pleyten; even zo doet het ook voor Gaane en Doene, al zo wel als voor Ane en Ave, in stede van Aan en Af; en wil men dit voorstaan, dan valt 'er vooral niet te zeggen tegen Zeepe. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 291]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Zoone, Mensche, Neeve, enz. in den Nominativus. Hoe sterk nu ook dit onderscheyd tusschen de Aantoonende en Aanvoegende wyze is tegengesprooken geweest, zo vind ik echter dat ik het alleen, en ook de eerste geensins ben, die geoordeeld heb dat het grondwoord van Maaken en van Hooren, enz. was Ik maak, ik hoor, enz. want de zeer geleerde en arbeydzaame Taalkundige E vander Hoogt, in de Voorreede van zyn Grieksch Woordenboek over het N. Testament, met zeer bondige redenen getoond hebbende, dat ons en in de Naamwoorden het teken van het Meervoudig getal was, en dat als men dat teken wegneemt van Zalen, delen, Zonen, buren, men dan maar behoudt deeze valsche grondwoorden Zal, del. zon, bur, in plaatse van Zaal, deel, zoon, buur, geeft dan vervólgens te verstaan, dat het zelfde en in onze Werkwoorden het teken is van de Onbepaalende wyze, en ook van de Meervoudige eerste en derde persoonen. ‘Dit, zegt hy, leert my dan spellen Smaaken, eeten, brengen, dringen, werken, enz. want derzelver grondwoorden zyn. Ik smaak, eet, breng, dring, werk, enz.’ Hieruyt blykt het immers klaar, dat onaangezien de bekende Anonymus Batavus in de Boekzaal van May en Juny, des jaars 1708. my durft verwyten, de fabrykzieke opwerping van dat kóstelyk onderscheyd, dat men daar mee aanwyst tusschen de aantoonende wyze | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 292]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
en de aanvoegende óf wenschende, ik nógtans de eerste opwerper van dat onderscheyd niet geweest ben; maar dat, by geleerder dan ik, al lang voor my aangetoond is, dat het op goede reden steunde. En immers zoud het een zéer lamme spraak zyn, indien men zeyde, Ik wille dat gy dit doet; maar daar steekt gansch geen ongerymdheyd in als men zegt, Dat hy 't vry wille, ik begeer het niet. En tót een verder bewys dat ik de Vinder van die Fabrykzieke opwerpinge niet ben, dient dat niet alleen in de Tweespraak van de Nederduytsche Letterkonst, nu al verre over de honderd en twintig jaaren oud, de grondwoorden gezegd worden te zyn, Ik Blaf, gryns, kaauw, knor, pryk, slok, zucht, zuyp. enz. maar men vindt ook dat de geleerde Simon Stevin, één van de opbouwers onzer taale, in zyne Beginselen der Weegkonst, te Leyde gedrukt in 't jaar MDLXXXVI, geevende vooraf een kort bericht van den aalouden oorsprong der Duytsche taale, een geheele lyst opgesteld heeft van over de zevenhonderd Duytsche werkwoorden, die éénsilbig in den eersten persoon zyn, als onder andere, Ik Acht, Ban, Bid, Bind, Byt, Bloos, Breek, Buk, Dank, Dool, Droom, Eer, Eet. Eysch, Fluyt, Gaap, Groet, Haal, Heb, Hoor, Jaag, Kan, Kerm, Klim, Knars, Kruyp, Lach', Leg, Lieg, Loop, Maak, Meng, Muyt, Naai, Neem, Noop, Oogst, Pers Pis, Ploeg, Praat, Put, Quel, Quets, Quist, | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 293]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Raak, Reys, Rym, Roem, Schaak, Scheer, Schenk, Schreeuw, Schryf, Slaap, Smoor, Snork, Stel, Steel, Stryk, Tast, Toon, Troost, Twist, Val, Vast, Veyns, Vraag, Waan, Wacht, Walg, Was [Cresco], Wasch [Lavo], Ween, Werp, Woon, Wyk. Achter deeze Lyst heeft de gemelde Schryver nóg een veel grooter gevoegd van eenlédige Naamwoorden; welke verzameling tót een bewys kan dienen, dat de byvoeging van de Letter e achter de woorden Baan, biecht, blaas, brug, eer, hemd, kaers, klagt, mensch, plaats, quaal, vrees, wolk, enz. niet oorsprongklyk, maar van een laater uytvindsel is; en dat de aflaating van de achterste E in den Nominativus der woorden Biechte, blaaze, eere, kaerse, mensche. enz. eene wederkeering is tot het aaloude gebruyk. Daar zyn 'er die den Subjunctivus dus uytdrukken, Zie óf hy dat gedaan hebbe. Maar my dunkt het veel beter dat men zegge, Zie óf hy dat gedaan heeft: want de Subjunctivus wordt duydelyk uytgedrukt door de verplaatsing van 't Hulpwoord Heeft: doordien men in de Aantoonende wyze zegt, Hy heeft het gedaan; Hy is vertrokken: En men drukt de Aanvoegende Wyze volkomenlyk uyt als men, zegt, Zie óf hy dat gedaan heeft, Ik heb verstaan dat hy vertrokken is. Maar om de Ga naar voetnoot* Wenschende Wyze te betékenen, is het noodig te zeggen, Dat hy zyne wil hebbe; Dat hy te vreede gesteld zy, óf worde. Uyt het gezeyde zal | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 294]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
men wel konnen begrypen dat ik het onnoodig achte, het woord Werd tót het betékenen van den Onvolmaakte Verleeden Tyd der Aantoonende Wyze te gebruyken, in plaatse van Wierd; onaangezien men zulks by den Historischryver Hooft, en eenige andere Schryveren, doorgaans vindt: want tót betékeninge van de Aanvoegende wyze heeft men niet anders te doen, dan het woordtje Wierd te verplaatsen, als, Ik wierd daar toe verzócht; En Eer ik daartoe verzócht wierd. Waaruyt dan zonneklaar blykt, dat men zich van zulk een arm behulp, als Werd voor het Praeteritum Imperfectum Indicativi, en Wierd alleen voor het Imperfectum Subjunctivi, (de Ongeletterden gelieven my dit Latyn ten goede te houden) niet behoeft te bedienen. Nóg staat my alhier te melden, dat onze taal zékere bewoordingen, óf tzamenvoeging van twee Infinitivi heeft, welke andere taalen niet toelaaten, als Ik heb hem zien sterven. Ik heb hooren zeggen. Ik heb haar weezen haalen. Ik heb 't hem doen brengen. Ik heb hem laaten staan. Ik heb het niet moogen doen. Ik heb 'er niet konnen byzyn. Ik heb 't 't niet willen hooren. Ik heb 't niet durven spreeken: want in dien zin te gebruyken de Deelwoorden Gezien, Gehoord, Geweest, Gelaaten, Gemoogen, Gekonnen, Gewild en Gedurfd, laat de eygenschap onzer taale niet toe. Maar des niettegenstaande zegt men evenwel Ik heb 't begonnen te doen. Ik heb 't gevreesd te zien. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 295]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Om nu de Werkwoorden door alle tyden naar behooren te veranderen, moet men derzelver Ga naar voetnoot† Wortel-tyden weeten, welke nu staan te vólgen.
I. De regelmaatigste wyze om den Onvolmaakten Verleeden Tyd te betékenen, geschiedt, gelyk reeds gezegd is, door de sillabe de achter den Tegenwoordigen Tyd te voegen, als
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 296]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 297]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
By deeze kan men voegen
II. De vólgende Verandering is, al men te, by den Tegenwoordige Tyd voegt, als
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 298]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hierby konnen gevoegd worden
III. De Derde Verandering is van Werkwoorden, die in den Tegenwoordigen Tyd eydigen in d óf t, en welker Onvolmaakte Verleeden Tyd gemaakt wordt door het verdubbelen dier letteren, dus dde, óf tte, óf door ede, achter den Tegenwoordige Tyd te voegen, als
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 299]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 300]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 301]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
IV. De Vierde Verandering is van Werkwoorden welker y van den Tegenwoordige Tyd veranderd wordt in ee, om den Onvolmaakten Verleeden Tyd te vórmen; en als men dan Ge daarvoor, en en daar achter stelt, zo wordt het Deelwoord van den Verleeden Tyd daaruyt gemaakt, als
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 302]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Van deeze zyn uytgezonderd
V. De Vyfde Verandering is als uy van den Tegenwoordigen Tyd in oo veranderd wordt in den Onvolmaakten Verleeden Tyd, als
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 303]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Van deeze zyn uytgezonderd
Merk dat Kluyven en Schuylen hebben kluyfde óf kloof, en gekluyfd óf geklooven: en schuylde óf school, en geschuyld óf geschoolen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 304]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
VI. De Zesde Verandering is als de Werkwoorden, om den Onvolmaakten Verleeden Tyd uyt te drukken, in in on veranderen, als
By deeze mag men voegen
VII. De Zevende Verandering is als men ie in oo verwisselt, als | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 305]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Van deeze zyn uytgezonderd
VIII. De Achtste Verandering is, als ee veranderd wordt in a; zynde het Lydend Deelwoord onregelmaatig, als
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 306]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Van deeze zyn uytgezonderd
Uyt deeze acht Veranderingen en haare verscheydene uytzonderingen blykt het, dat het zeer ongerymd is, het Nederduytsch aan Vier Conjugatien, volgens het Latyn, te bepaalen: | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 307]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
want als iemand maar één Werkwoord wel kan Conjugeeren, dan kan hy ze alle naar de Tyden verschikken, byaldien hy hunnen Onvolmaakten Verleeden Tyd, nevens het Deelwoord der Verleedene Tyd, maar weet. Hierom is het dat ik zulk een menigte daarvan in de voorgaande lysten verzameld hebbe, om aan onkundigen een duydelyke leerwyze voor te stellen. Ondertusschen staat aan te merken, dat hoewel de lettergreep Ge doorgaans het téken is van het Deelwoord des Verleeden Tyds, de Werkwoorden nógtans die met Be, Ge, óf Ver, beginnen, daarvan uytgezonderd zyn, als Beminnen, Bemind: Begeeren, Begeerd: Bezoeken, Bezócht: Gebruyken, Gebruykt: Gelooven, Geloofd: Geschieden, Geschied: Verachten, Veracht: Verslinden, Verslonden: Verteeren, Verteerd. In t'Zamengezette woorden wordt deeze sillabe Ge naa het Voorzetsel geplaatst, als Aanwyzen, Aangeweezen: Afbreeken, Afgebroken: Doordringen, Doorgedrongen: Ingaan, Ingegaan: Mededeelen, Medegedeeld: Neêrslaan, Neêrgeslagen: Naaspeuren, Naagespeurd: Omkeeren, Omgekeerd: Ophouden, Opgehouden: Overzetten, Overgezét: Toeschryven, Toegeschreeven: Uytwerpen, Uytgeworpen, Voorstellen, Voorgesteld: Voortbrengen, Voortgebragt: Wederkomen, Wedergekomen: t'Zamenstellen, t'Zamengesteld. Des niettegenstaande zyn 'er veele t'Zamengezette woorden die deeze lettergreep Ge verwerpen, als Doorgronden, Doorgrond; Doorschie- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 308]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ten, Doorschooten: (want doorgeschooten is met een beschót afgeschooten). Herstellen, Hersteld: Omringen, Omringd: Ondervinden, Ondervonden: Ontkennen, Ontkend: Onthoofden, Onthoofd: Volharden, Volhard: Volbrengen, Volbragt: Wederleggen, Wederlegd. Daar zyn ook verscheydene t'Zamengezette woorden, welker Onbepaalende Wyze, en het Lydend Deelwoord, eveneens zyn, als Doorloopen, Doorstooten, Geneezen, Herroepen, Onthouden, Ontkomen, Ontloopen, Ontslaapen, Verlaaten. Want men zegt, De Heelmeesters konden haar niet geneezen; en Zyne wonde wierdt geneezen. Hy mag haar niet verlaaten; en Zy heeft hem verlaaten. Noopende de t'Zamengezette woorden is dit insgelyks aanmerkelyk, dat de Voorzetsels dikwils daarvan gescheyden worden, dóch niet in de Onbepaalende en Aanvoegende Wyzen; maar in de Aantoonende Wyze is zulks zeer gemeen, als Zy gingen tzamen: Wy quamen aan 't huys: Hy week van den Heere af: Ik wys veele zaaken, die andere voorbygegaan zyn, aan. Dóch indien men deeze bewoordingen tót de Wenschende óf Aanvoegende Wyze overbrengt, dan heeft die scheyding geen plaats, als Ik wenschte dat wy tzamengingen: 't Was laat eer wy daar aanquamen: Hy ontkende dat hy daarvan afweek: 't Is een zwaarder werk dan veele denken, dat ik alles dus omstandiglyk aanwyze. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 309]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Nu zyn 'er nóg veele Werkwoorden welker Ga naar voetnoot✝ Worteltyden onregelmaatig zyn, en niet onder de acht voorgaande lysten konnen gebragt worden, als,
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 310]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Merk, als Scheppen betékent putten óf opscheppen, dan heeft het schepte en geschept.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 311]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Sommige deezer Onregelmaatige Werkwoorden zouden onder één hoofddeel konnen betrokken worden, als Bid, zit. Blaas, slaap. Braad, raad. Bederf, sterf, werf, werp. Draag, vaar, vraag. Hang, vang. Loop, stoot. Melk, scheld, smelt, vecht, zend, zwel, zwelg. en Scheer, weeg. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 312]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Onpersoonlyke Werkwoorden worden alleenlyk in den derden persoon verschikt, en zyn bekend door de voorzetting van het Ledeken Het. Sommige zyn Bedryvende, als
Zie de Aanmerking op deeze woorden pag. 242. en 243. Sommige zyn Lydende, als
Etlyke Persoonlyke Werkwoorden worden ook in Onpersoonlyke veranderd, als,
|