Nederduytsche spraakkonst
(1708)–Willem Séwel– Auteursrechtvrijwaarin de gronden der Hollandsche taale naauwkeuriglyk opgedólven, en zelfs voor geringe verstanden, zo ten aanzien der spellinge als bewoordinge, duydelyk aangeweezen zyn
Van de Werkwoorden.Een Ga naar voetnoot* Werkwoord is een Spraakdeel, betékenende te zyn, doen, óf lyden, als Ik Ben, Ik Bemin, Ik word gehaat. Hierom verdeelt men de Werkwoorden in Ga naar voetnoot† Bedryvende, Ga naar voetnoot‡ Lydende, en Ga naar voetnoot§ Geenerleye. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 126]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Bedryvende betékenen het doen van iets, als Onderwyzen, Hooren, Leezen, Slaan, Verachten. De Lydende betékenen eene aandoening óf lyding van iets, als Onderweezen worden, Gehoord worden, Geleezen worden, Geslagen worden, Veracht werden. De Geenerleye óf Onzydige Werkwoorden betékenen eygentlyk nóch doen nóch lyden, als Blinken, Flikkeren, Klimmen, Daalen, Stinken, Vaaren, Staan, Woonen, Blyven, Vertrekken, Komen, Durven. De Werkwoorden zyn Persoonlyk en Onpersoonlyk: Persoonlyk is Hooren, waarvan men kan zeggen Ik Hoor, Gy Hoort, Hy Hoort, Wy Hooren. En Onpersoonlyk zyn Betaamen, Donderen, Regenen, Verdrieten, Vriezen. want men mag niet zeggen, Ik Betaam, Ik Donder, Ik Regen, Ik Verdriet, Ik Vries; maar Het Betaamt niet, óf 't Betaamt my; Het Dondert, Het regende; Het verdriet my, 't Verdroot hem; Het vroor fel. Het huys wordt bewoond. Veele Werkwoorden zyn afgeleyd van Naamwoorden, als
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 127]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Van Hand komt Behandigen, en van Hals, Onthalzen, mitsgaders het Kóppelwoord Rekhalzen. Naardien nu zeer veele Werkwoorden dus van Naamwoorden afgeleyd worden, wat ongerymdheyd steekt 'er dan tóch in, dat men het woord Leeraaren, als afgeleyd van Leeraar, tracht door te zetten, te meer, vermids dit geen nieuwigheyd is, gelyk sommige, uyt onkunde, het genoemd hebben? Want behalven dat de Kamer in Liefde bloeijende, te Amsterdam, dit woord voor meer dan honderd | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 128]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
twintig jaaren goedgekeurd heeft, zo vindt men 't ook verscheydenmaal in de Ontleedinge van Kabrolius, door V. F. Plemp vertaald, en in den jaare 1633. t'Amsterdam gedrukt. Ook heeft men dit woord ten hoogsten van noode, om de gebreklykheyd van 't woord Leeren, 't welk zo wel voor docere, als voor discere, wordt gebruykt, voor te komen: want Leeren is eygentlyk, kennis van iets te bekomen; en dat men het ook voor Onderwyzen gebruykt, schynt zynen oorsprong te hebben uyt de Hoogduytsche woorden Lernen en Lehren, welk laatste Onderwyzen betékent, en 't eerste is discere, waarvoor de Engelschen zeggen Learn, 't welk buyten twyfel afkomstig is van 't Hoogduytsch woord Lernen, waarvoor wy zeer gevoeglyk konnen zeggen Leeren. Dóch de tweevoudige betékenis, welke men aan dat woord geeft, te willen verschoonen met het Fransch Apprendre, is by my van geen' klem; doordien wy die gebreklykheyd zeer bequaamlyk met het woord Leeraaren konnen vervullen. Want dat een ander op eenen bultzak slaapt, behoeft ons niet te beletten een bed te gebruyken als wy 't bekomen konnen. Gelyk nu Leeraaren van Leeraar afgeleyd wordt, zo komt van Meester ook Meesteren, 't welk men gebruykt voor geneezen, omdat men gewoon is eenen Wondheeler, by uytneemendheyd, eenen Meester te noemen, even als men eenen Arts met den naam van Doctor noemt, waarvan insgelyks de werkwoorden Dókteren en Verdócteren gevórmd worden: want men zegt Hy heeft lang te vergeefs gedokterd: en Zy heeft veel gelds verdókterd en vermeesterd. Het woord Erinneren is ook één van die, | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 129]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
welke sommigen, zo 't schynt, niet gevallen; Dóch Vondel heeft het gevoegelyk in 't Neerduytsch gebruykt; en wy moogen hem onbeschroomd daarin naavólgen, mids dat het niet al te dikwils, maar met bescheydenheyd, geschiede: want dit woord komt my immer zo naadrukkelyk voor, en is van veel minder omslags, dan Te binnen brengen, óf In de gedachten brengen, welke bewoordingen daarom evenwel gansch niet te verwerpen zyn. De meeste Werkwoorden zyn op zeer veele zaaken toepasselyk, als Achten, Beschikken, Doen, Dwingen, Geeven, Houden, Inbeelden, Jaagen, Kennen, Leeren, Maaken, Neemen, enz. Maar des niettegenstaande zyn 'er in onze taale ook etlyke Werkwoorden, die maar tót een eenige zaak óf bedryf gebruykelyk zyn, als Balderen, Biggelen, Kabbelen, Prévelen, Reutelen, Ritselen, Sissen, Snorken, Suysen, Verbedden enz. sommige van welke men in 't Engelsch, (gelyk ik in 't maaken van myn Groot Engelsch en Nederduytsch Woordenboek bevonden heb) niet zonder omschryvinge uytdrukken kan. Men maakt in de Spellinge onderscheyd tusschen Vercieren en verzieren; en nógtans schynt het één uyt het ander te spruyten; want verdichten bestaat in optooijen, en wat is verzieren tóch anders dan iets dat valsch is zoodanig te vercieren óf op te pronken dat het naar waarheyd gelykt, en daarom noemt men zulks ook stóffeeren. De Werkwoorden worden door verscheydene Wyzen en Tyden veranderd óf verschikt, welke Verschikking in 't Latyn CONJUGATIO genoemd | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 130]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
wordt, en by die benaaming best bekend is. Dóch alle die Wyzen en Tyden, en derzelver betékenissen, alhier omstandig te beschryven, acht ik noodeloos; dewyl men uyt de Voorbeelden, welke hier staan te vólgen, zulks best zal konnen begrypen. Nademaal nu tót het veranderen der Werkwoorden zekere Hulpwerkwoorden noodig zyn, zal ik de verandering daarvan laaten vooraf gaan, en beginnen met het gebreklyk Helpwoord Zullen.
Tegenwoordige Tyd.
Onbepaalde Tyd.
De Onbepaalende Wyze is Zullen, en het Deelwoord Zullende. Het Helpwoord Hebben wordt aldus veranderd.
Ga naar voetnoot* De Aantoonende Wyze. Tegenwoordige Tyd.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 131]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Onvólmaakte Verleeden Tyd.
Volmaakte Verleeden Tyd.
Meer dan Volmaakte Verleeden Tyd.
Toekomende Tyd.
Onbepaalde Tyd.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 132]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Ga naar voetnoot* Gebiedende Wyze.
De Ga naar voetnoot† Aanvoegende, óf Wenschende Wyze. Tegenwoordige Tyd.
Onvolmaakte Verleeden Tyd.
Volmaakte Verleeden, en meer dan Volmaakte Verleeden Tyd. Eenv. Dat Ik Gehad Hebbe en Hadde, óf Had Ik Gehad Dat Gy Gehad Hebt en Hadt, óf Hadt Gy Gehad Dat Hy Gehad Heeft en Hadde, óf Had Hy Gehad | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 133]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Meerv. Dat Wy Gehad Hebben en Hadden, óf Hadden Wy Gehad Dat Gyl. Gehad Hebt en Haddet, óf Haddet Gyl. Gehad Dat Zy Gehad Hebben en Hadden, óf Hadden Zy Gehad Toekomende Tyd.
Tweede Toekomende Tyd. Eenv. Als Ik Gehad zal hebben Als Gy Gehad zult hebben AlsHy Gehad zal hebben
Meerv. Als Wy Gehad zullen hebben Als Gylieden gehad zult hebben Als Zy gehad zullen hebben
Onbepaalde Tyd. Eenv. Schoon Ik Gehad zoud hebben Schoon Gy Gehad zoudt hebben Schoon Hy Gehad zoud hebben | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 134]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Meerv. Schoon Wy Gehad zouden hebben Schoon Gyl. Gehad zoudet hebben Schoon Zy Gehad zouden hebben.
De Ga naar voetnoot* Onbepaalende Wyze.
Deelwoorden.
Het Zelfstandig Werkwoord Zyn óf Weezen, voornaamelyk gebruykt tót behulp der Lydende Werkwoorden, wordt aldus verschikt.
De Aantoonende Wyze.
Tegenwoordige Tyd.
Onvolmaakte Verleeden Tyd
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 135]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Volmaakte Verleeden Tyd.
Meer dan Volmaakte Verleeden tyd.
Toekomende Tyd.
De Gebiedende Wyze.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 136]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Aanvoegende óf Wenschende Wyze. Tegenwoordige Tyd.
Onvolmaakte Verleeden Tyd.
Volmaakte Verleeden Tyd.
Meer dan Volmaakte Verleeden Tyd.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 137]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Toekomende Tyd. Eenv. Dat, óf Indien, óf Als Ik Zyn óf weezen zal Dat, óf Indien, óf Als Gy zyn óf weezen zult Dat, óf Indien, óf Als Hy zyn óf weezen zal
Meerv. Dat, óf Indien, óf Als Wy zyn óf weezen zullen Dat, óf Indien, óf Als Gyl. zyn óf weezen zult Dat, óf Indien, óf Als Zy zyn óf weezen zullen
Tweede Toekomende Tyd. Eenv. Als Ik zal Geweest zyn Als Gy zult Geweest zyn Als Hy zal Geweest zyn
Meerv. Als Wy zullen Geweest zyn Als Gyl. zult Geweest zyn Als Zy zullen Geweest zyn.
Onbepaalde Tyd. Eenv. Ik zou óf zoude zyn óf Weezen Gy zoudt zyn óf Weezen Hy zou óf zoude zyn óf Weezen | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 138]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Meerv. Wy zouden zyn óf Weezen Gyl. zoudet zyn óf Weezen Zy zouden zyn óf Weezen
De Onbepaalende Wyze.
Deelwoorden.
Het Hulpwoord Worden óf Werden, 't welk gebruykt wordt om de lyding van iets te betékenen, wordt door zyne Wyzen en Tyden dus veranderd.
De Aantoonende Wyze. Tegenwoordige Tyd.
Onvolmaakte Verleeden Tyd.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 139]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Volmaakte Verleeden Tyd.
Meer dan Volmaakte Verleeden Tyd.
Toekomende Tyd.
De Gebiedende Wyze.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 140]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Aanvoegende óf Wenschende Wyze. Tegenwoordige Tyd.
Onvolmaakte Verleeden Tyd.
Volmaakte Verleeden Tyd.
Meer dan Volmaakte Verleeden Tyd. Eenv. Dat Ik Geworden waare Dat Gy Geworden waart Dat Hy Geworden waare Meerv. Dat Wy Geworden waaren Dat Gyl. Geworden waart Dat Zy Geworden waaren | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 141]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Anders. Eenv. Toen Ik Geworden was Toen Gy Geworden waart Toen Hy Geworden was Meerv. Toen Wy Geworden waaren Toen Gyl. Geworden waart Toen Zy Geworden waaren
Toekomende Tyd.
Tweede Toekomende Tyd.
Onbepaalde Tyd. Eenv. Als Ik zoude Geworden zyn Als Gy zoudt Geworden zyn Als Hy zoude Geworden zyn | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 142]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Meerv. Als Wy zouden Geworden zyn Gyl. zoudt Geworden zyn Zy zouden Geworden zyn.
De Onbepaalende Wyze.
Deelwoorden.
Daar zyn nóg andere Hulpwoorden, als Konnen, Moeten, Moogen. Dóch ik acht onnoodig meer daaraf alhier te zeggen, dan dat Konnen in den Tegenwoordigen Tyd der Aantoonende Wyze heeft, Ik Kan, Gy kont, Hy kan; Wy konnen, Gyl. kont, Zy konnen. In den Onvolmaakten Verleeden Tyd, Ik Kon óf Konde, óf Kost, Gy Konde óf Kost, Hy Kon óf Kost; Wy Konden, Gyl. kondet, Zy konden. In den Volmaakten Verleeden Tyd: Ik Heb Gekonnen: In den Onvolmaakten Verleeden Tyd: Ik Had Gekonnen: In den Toekomenden Tyd, Ik Zal Konnen: De Deelwoorden zyn Konnende, en Gekonnen. Het woord Moeten, heeft in den Onvolmaakten Verleeden Tyd, Ik Most: en in den Volmaakten Verleeden Tyd, Ik Heb Gemoeten. En Moogen heeft in | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 143]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
den Tegenwoordigen Tyd, Ik Mag, Gy Moogt, Hy Mag; Wy Moogen, enz. In den Onvolmaakten Verleeden Tyd, Ik Mogt; en in den Volmaakten Verleeden Tyd, Ik Heb Gemoogen. Ik gaa nu over tót de Verschikking van een Bedryvend en Lydend Werkwoord, waaruyt men het noodig gebruyk der voorgaande Hulpwoorden zal zien. Dóch ik zal hier niet reppen van Vier Conjugatien, vólgens den Latynschen trant, gelyk eens iemand ontrent het Nederduytsch heeft willen doen; maar hoe ongerymd, zal uyt het vervólg blyken; want het verschil der Verschikkinge bestaat voornaamelyk in den Onvolmaakten Verleeden Tyd, die op veelerley wyze naar de verscheydene hoedaanigheden der woorden uytgedrukt wordt, gelyk ik door eene meenigte van Voorbeelden zal toonen: zo dat men uyt dien hoofde zou konnen zeggen, dat 'er acht Conjugatien in 't Nederduytsch zyn. Maar ik acht dat men uyt het voorbeeld van een eenig Werkwoord de Verschikking van alle genoeg zal konnen begrypen: want zelfs het verschil der Onvolmaakte Verleeden Tyd is niet zo regelmaatig, dat men eenen vasten regel daar ontrent voorschryven kan; naardien de woorden Hoopen, Koopen, en Loopen eveneens in klank luyden, en nógtans in den Onvolmaakten Verleeden Tyd zeer veel verscheelen, als Ik Hoopte, Ik Kóft, Ik Liep. Zo is 't ook gelegen met Meeten, Weeten, Zweeten; want men zegt, Ik mat, Ik Wist, Ik Zweette. Hierom zal ik maar een Voorbeeld geeven, van het woord Leeren, vólgens 't welk men alle andere, als men slechts weet hoe de Onvolmaakte Verleeden Tyd is, in hunne Wyzen en Tyden Verschikken kan. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 144]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Aantoonende Wyze. Tegenwoordige Tyd.
Onvolmaakte Verleeden Tyd.
Volmaakte Verleeden Tyd.
Meer dan Volmaakte Verleeden Tyd.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 145]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Toekomende Tyd.
Tweede Toekomende óf Onbepaalde Tyd.
De Gebiedende Wyze.
De Aanvoegende óf Wenschende Wyze. Toekomende Tyd.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 146]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Onvolmaakte Verleeden Tyd.
Tweede Onvolmaakte Verleeden Tyd.
Volmaakte Verleeden Tyd. Eenv. Dat óf Hoewel Ik Geleerd heb óf hebbe Dat óf Hoewel Gy Geleerd hebt Dat óf Hoewel Hy Geleerd heeft óf hebbe
Meerv. Dat óf Hoewel Wy Geleerd hebben Dat óf Hoewel Gyl. Geleerd hebt Dat óf Hoewel Zy Geleerd hebben
Meer dan Volmaakte Verleeden Tyd. Eenv. Indien óf Dat Ik geleerd had óf hadde Indien óf Dat Gy geleerd hadt Indien óf Dat Hy geleerd had óf hadde | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 147]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Meerv. Indien óf Dat Wy geleerd hadden Indien óf Dat Gyl. geleerd haddet Indien óf Dat Zy geleerd hadden
Toekomende Tyd.
Tweede Toekomende Tyd. Eenv. Als Ik geleerd zal hebben Als Gy geleerd zult hebben Als Hy geleerd zal hebben
Meerv. Als Wy geleerd zullen hebben Als Gyl. geleerd zult hebben Als Zy geleerd zullen hebben
Derde Toekomende Tyd. Eenv. Schoon Ik geleerd zoud hebben Schoon Gy geleerd zoudt hebben Schoon Hy geleerd zoud hebben | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 148]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Meerv. Schoon Wy geleerd zouden hebben Schoon Gyl. geleerd zoudt hebben Schoon Zy geleerd zouden hebben
De Onbepaalende Wyze.
Deelwoorden.
Dit woord Leeren in een Lydend woord verkeerd, is Geleerd worden, het welk aldus verschikt wordt.
De Aantoonende Wyze. Tegenwoordige Tyd.
Alhier staat aan te merken, dat als men 't woord Ik Ben gebruykt, zulks de betékenis iets verandert; want Ik Ben Geleerd, is niet alleen te zeggen dat men onderrechting bekomen heeft, maar ook, dat men een Geleerde is, immers heeft zulks plaats als men zegt, Hy is Geleerd. Echter zyn 'er eenige Onzydige Werkwoorden die het woord Ik Ben tót zich | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 149]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
neemen, als Ik ben gebleeven. Ik was vertrokken, Ik ben geklommen, Ik was gekomen, Ik was gedaald.
Onvolmaakte Verleeden Tyd.
Volmaakte Verleeden Tyd.
Meer dan Volmaakte Verleeden Tyd.
Toekomende Tyd. Eenv. Ik zal geleerd worden Gy zult geleerd worden Hy zal geleerd worden | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 150]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Meerv. Wy zullen Geleerd worden Gyl. zult geleerd worden Zy zullen Geleerd worden
Tweede Toekomende Tyd.
De Gebiedende Wyze.
De Aanvoegende óf Wenschende Wyze. Tegenwoordige Tyd. Als óf Dat Ik Geleerd word óf worde Als óf Dat Gy Geleerd wordt Als óf Dat Hy Geleerd word óf worde
Meerv. Als óf Dat Wy Geleerd worden Als óf Dat Gyl. Geleerd wordt Als óf Dat Zy Geleerd worden | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 151]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Onvolmaakte Verleeden Tyd. Eenv. Dat Ik Geleerd wierd óf wierde Dat Gy Geleerd wierdt Dat Hy Geleerd wierd
Meerv. Dat Wy Geleerd wierden Dat Gyl. Geleerd wierdet Dat Zy Geleerd wierden
Volmaakte Verleeden Tyd.
Anders. Eenv. Was ik Geleerd geweest Waart gy Geleerd geweest Was hy Geleerd geweest
Meerv. Waaren wy Geleerd geweest Waart gyl. Geleerd geweest Waaren zy Geleerd geweest | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 152]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Meer dan Volmaakte Verleeden Tyd. Eenv. Indien óf Dat Ik Geleerd waare Indien óf Dat Gy Geleerd waart Indien óf Dat Hy Geleerd waare
Meerv. Indien óf Dat Wy Geleerd waaren Indien óf Dat Gyl. Geleerd waart Indien óf Dat Zy Geleerd waaren
Tweede meer dan Volmaakte Verleeden Tyd. Eenv. Als Ik Geleerd geweest zoude zyn Als Gy Geleerd geweest zoudt zyn Als Hy Geleerd geweest zoude zyn
Meerv. Als Wy Geleerd geweest zouden zyn Als Gyl. Geleerd geweest zoudet zyn Als Zy Geleerd geweest zouden zyn
Toekomende Tyd. Eenv. Als Ik Geleerd zal worden Als Gy Geleerd zult worden Als Hy Geleerd zal worden | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 153]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Meerv. Als Wy Geleerd zullen worden Als Gyl. Geleerd zult worden Als Zy Geleerd zullen worden
Tweede Toekoménde Tyd. Eenvoudig. Indien Ik Geleerd zoude worden Indien Gy Geleerd zoudt worden Indien Hy Geleerd zoude worden
Meerv. Indien Wy Geleerd zouden worden Indien Gyl. Geleerd zoudet worden Indien Zy Geleerd zouden worden
Derde Toekomende Tyd. Eenv. Als Ik Geleerd zal Geworden zyn Als Gy Geleerd zult Geworden zyn Als Hy Geleerd zal Geworden zyn
Meerv. Als Wy Geleerd zullen Geworden zyn Als Gyl. Geleerd zult Geworden zyn Als Zy Geleerd zullen Geworden zyn
Vierde Toekomende Tyd. Eenv. Indien Ik Geleerd zou Geworden zyn Indien Gy Geleerd zoudt Geworden zyn Indien Hy Geleerd zou Geworden zyn | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 154]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Meerv. Indien Wy Geleerd zouden Geworden zyn Indien Gyl. Geleerd zoudet Geworden zyn Indien Zy Geleerd zouden Geworden zyn
De Onbepaalende Wyze.
Deelwoorden.
Vólgens dit voorbeeld van Conjugatie konnen alle andere Werkwoorden door hunne Wyzen en Tyden verschikt worden, mids dat men gade slaa dat de woorden in den Tegenwoordigen Tyd der Ga naar voetnoot* Aantoonende Wyze doorgaans in den tweeden en derden persoon van 't Eenvoudig, en alleen in den tweeden persoon van 't Meervoudig getal, eene T aanneemen, als Ik Woon, Gy Woont, Hy Woont: Wy Woonen, Gylieden Woont, Zy Woonen. Zo ook, Ik Benyd, Gy benydt, Hy benydt: Wy benyden, Gyl. benydt, Zy benyden, En Ik Adem, Gy ademt, Hy ademt: Wy ademen, Gyl. ademt, Zy ademen, enz. Als mede, Ik Blaas, Gy blaast, Hy blaast: Wy blaazen, Gyl. blaast, Zy blaazen. En Ik Hoor, Gy hoort, | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 155]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hy hoort: Wy hooren, Gyl. hoort, Zy hooren. Daarby staat ook aan te merken dat de Onvolmaakte Verleeden Tyd in verscheydene woorden merkelyk verscheelt: want schoon het voegen van den uytgang de, aan den Tegenwoordigen Tyd der Ga naar voetnoot* Aantoonende Wyze, de regelmaatigste vórming schynt, om den Onvolmaakten Verleeden Tyd uyt te beelden, als Ik Leer, Ik Leerde: Ik Hoor, Ik Hoorde; zo maaken nógtans veele Werkwoorden den Onvolmaakten Verleeden Tyd anders, als blykt aan het woord Spreeken, 't welk heeft, Ik Sprak, Gy spraakt, Hy sprak: Wy spraken, Gylieden spraakt, Zy spraken. Het woord Treeden heeft Ik Trad, Gy tradt, Hy tradt: Wy traden, Gylieden tradt, Zy traden. Het woord Leezen heeft Ik Las, Gy laast, Hy las: Wy lazen, Gylieden laast, zy lazen. 't Woord Zien heeft, Ik zag, Gy zaagt, Hy zag: Wy zagen, Gylieden zaagt, Zy zagen. En het woord Komen heeft, Ik Quam, Gy quaamt, Hy quam: Wy quamen, Gyl. quaamt, Zy quamen. Dus wyken ook veele andere Werkwoorden van den gemeenen Regel af, gelyk hiernaa door eene menigte van voorbeelden, ter plaatse daar van de Ga naar voetnoot† Wortel-tyden gehandeld wordt, zal blyken. Ondertusschen acht ik dat iemand, die maar een weynig opmerkend is, uyt deeze aangetoonde voorbeelden wel zal konnen begrypen, hoe wanschikkelyk het is, dat men in den Onvolmaakten Verleeden Tyd tusschen 't Eenvoudig en Meervoudig getal geen onderscheyd maakt; het welk nógtans veel geschiedt, zelfs van Schryvers die men moet bekennen schrander te zyn: maar iemand, die zich | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 156]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zulk een quaade gewoonte niet heeft aangewend, komt het zeer walgelyk voor, als hy leest, Om dat ik oordeelden. Waar op ik hem antwoorden. Ik meenden hem te zien. Men hoorden U niet, enz. Waarvoor een kundige schryft, Oordeelde, antwoordde, meende, en hoorde. De woorden Sterven, en Verwerven, hebben in den Onvolmaakten Verleeden Tyd der Aantoonende wyze, Hy sturf, Ik Verwurf; en dien zelfden Tyd der Aanvoegende Wyze kan men dus uytdrukken: Zy meenden dat ik stierf. Het kóste my veel moeite eer ik het verwierf. De Tegenwoordige Tyd der Ga naar voetnoot‡ Aantoonende Wyze, wordt gemaakt van de Ga naar voetnoot* Onbepaalende Wyze, door 't afsnyden van den uytgang en; als van Deelen, Ik Deel: Gelooven, Ik Geloof: Leeven, Ik Leef: Leezen, Ik Lees: Beminnen, Ik Bemin: Verneemen, Ik Verneem: Klóppen, Ik Klóp: Vatten, Ik Vat: Snyden, Ik Snyd óf Sny: Voeg hierby, Doen, Ik Doe: Gaan, Ik Gaa: Staan, Ik Staa: Slaan, Ik Slaa, enz. Sommige willen dat men den Tegenwoordigen Tyd der Aantoonende Wyze deezer woorden dus zal schryven, Ik Deele, Ik Geloove, Ik Leeve, Ik Leeze, Ik Beminne, Ik Verneeme, enz. Maar behalve dat dit een lamme spraak schynt, wat onderscheyd zal men dan maaken, om de Ga naar voetnoot† Aanvoegende óf Wenschende Wyze uyt te beelden: Immers is het veel beter dat men dat onderscheyd in acht neeme, dewyl onze taal zulks toelaat, Als, Ik Deel eenpaarig; Hy wil niet dat ik Deele. Ik Geloof u wel; Meent gy dat ik u Geloove. Ik leef Gerust; Hy benydt my | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 157]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dat ik gerust Leeve. Ik Lees veel; Zy wil niet dat ik veel Leeze. Ik Bemin haar; Staa toe dat ik haar Beminne. Ik Verneem 'er niets van; Vergun my dat ik 'er nâ verneeme. Ik vind dit onderscheyd tusschen de Aantoonende en de Aanvoegelyke wyze al waargenomen by Melis Stoke: want dus zingt die aaloude Kronykschryver in zynen Opdragt.
Omdat ik niet en wille
Dat mine sinnen yet leggen stille,
Ende verderven met ledichede,
Wil ic alhier ter stede
Seggen wie die Graven waren.
Hem bid ic die noyt began,
Ende die over gemeene man,
Om berechten sette Lantsheren,
Dat hi my dat moete leren,
Dat ic die waarheyt so verclare,
Dat men weten moet dat ware.
In zyne Inleydinge:
Hier lat' ic van den Kaerlingen
Mijn scriven bliven, ende mine dingen,
Ende heb u bi dien gheseit
Die reden, die hier is voerleit.
Elders Ga naar voetnoot* laat hy zich dus hooren:
Hier keer ic t'onsen Graven weder,
Dortien jaar (dus is 't getelt)
Had hi Holland in sijn gewelt.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 158]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Daar zyn 'er die den Subjunctivus dus uytdrukken, Zie óf hy dat gedaan hebbe. Maar my dunkt het veel beter dat men zegge, Zie óf hy dat gedaan heeft: want de Subjunctivus wordt duydelyk uytgedrukt door de verplaatsing van 't Hulpwoord Heeft: doordien men in de Aantoonende wyze zegt, Hy heeft het gedaan; Hy is vertrokken: En men drukt de Aanvoegende Wyze volkomenlyk uyt als men, zegt, Zie óf hy dat gedaan heeft, Ik heb verstaan dat hy vertrokken is. Maar om de Ga naar voetnoot* Wenschende Wyze te betékenen, is het noodig te zeggen, Dat hy zyne wil hebbe; Dat hy te vreede gesteld zy, óf worde. Uyt het gezeyde zal men wel konnen begrypen dat ik het onnoodig achte, het woord Werd tót het betékenen van den Onvolmaakten Verleeden Tyd der Aantoonende Wyze te gebruyken, in plaatse van Wierd; onaangezien men zulks by den Historischryver Hooft, en eenige andere Schryveren, doorgaans vindt: want tót betékeninge van de Aanvoegende wyze heeft men niet anders te doen, dan het woordtje Wierd te verplaatsen, als, Ik wierd daartoe verzócht; En Eer ik daartoe verzócht wierd. Waaruyt dan zonneklaar blykt, dat men zich van zulk een arm behulp, als Werd voor het Praeteritum Imperfectum Indicativi, en Wierd alleen voor het Imperfectum Subjunctivi, (de Ongeletterden gelieven my dit Latyn ten goede te houden) niet behoeft te bedienen. Nóg staat my alhier te melden, dat onze taal zékere bewoordingen, óf tzamenvoeging van twee Infinitivi heeft, welke andere taalen niet toelaaten, als Ik heb hem zien sterven. Ik heb hooren zeggen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 159]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ik heb haar weezen haalen. Ik heb 't hem doen brengen. Ik heb hem laaten staan. Ik heb het niet moogen doen. Ik heb'er niet konnen byzyn. Ik hebt 't niet willen hooren. Ik heb 't niet durven spreeken: want in dien zin te gebruyken de Deelwoorden Gezien, Gehoord, Geweest, Gelaaten, Gemoogen, Gekonnen, Gewild en Gedurfd, laat de eygenschap onzer taale niet toe. Maar des niettegenstaande zegt men evenwel, Ik heb 't begonnen te doen. Ik hebt gevreesd te zien. Om nu de Werkwoorden door alle tyden naar behooren te veranderen, moet men derzelver Ga naar voetnoot† Wortel-tyden weeten, welke nu staan te vólgen.
I. De regelmaatigste wyze om den Onvolmaakten Verleeden Tyd te betékenen, geschiedt, gelyk reeds gezegd is, door de sillabe de achter den Tegenwoordigen Tyd te voegen, als
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 160]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 161]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
By deeze kan men voegen
II. De vólgende Verandering is, als men te, by den Tegenwoordigen Tyd voegt, als
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 162]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hierbij konnen gevoegd worden
III. De Derde Verandering is van Werkwoorden, die in den Tegenwoordigen Tyd eyndigen in d of t, en welker Onvolmaakte Verleeden Tyd gemaakt word door het verdubbelen dier letteren, dus dde, óf tte, óf door ede, achter den Tegenwoordigen Tyd te voegen, als
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 163]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 164]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 165]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
IV. De Vierde Verandering is van Werkwoorden welker y van den Tegenwoordigen Tyd veranderd wordt in ee, om den Onvolmaakten Verleeden Tyd te vórmen; en als men dan Ge daarvoor, en en daar achter stelt, zo wordt het Deelwoord van den Verleeden Tyd daaruyt gemaakt, als
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 166]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Van deeze zyn uytgezonderd
V. De Vyfde Verandering is als uy van den Tegenwoordigen Tyd in oo veranderd wordt in den Onvolmaakten Verleeden Tyd, als
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 167]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Van deeze zyn uytgezonderd
Merk dat Kluyven en Schuylen hebben kluyfde óf kloof, en gekluyfd óf geklooven: en schuylde óf school, en geschuyld óf geschoolen.
VI. De Zelfde Verandering is als de Werkwoorden, om den Onvolmaakten Verleeden Tyd uyt te drukken, in in on veranderen, als
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 168]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
By deeze mag men voegen
VII. De Zevende Verandering is als men ie in oo verwisselt, als
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 169]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Van deeze zyn uytgezonderd
VIII. De Achtste Verandering is, als ee veranded wordt in a; zynde het Lydend Deelwoord onregelmaatig, als
Van deeze zyn uytgezonderd
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 170]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Uyt deeze acht Veranderingen en haare verscheydene uytzonderingen blykt het, dat het zeer ongerymd is, het Nederduytsch aan Vier Conjugatien, volgens het Latyn, te bepaalen: want als iemand maar één Werkwoord wel kan Conjugeeren, dan kan hy ze alle naar de Tyden verschikken, byaldien hy hunnen Onvolmaakten Verleeden Tyd, nevens het Deelwoord der Verleedene Tyd, maar weet. Hierom is het dat ik zulk een menigte daarvan in de voorgaande lysten verzameld hebbe, om aan onkundigen een duydelyke leerwyze voor te stellen. Ondertusschen staat aan te merken, dat hoewel de lettergreep Ge doorgaans het téken is van het Deelwoord des Verleeden Tyds, de Werkwoorden nógtans die met Be, Ge, óf Ver, beginnen, daarvan uytgezonderd zyn, als Beminnen, Bemind: Begeeren, Begeerd: Bezoeken, Bezócht: Gebruyken, Gebruykt: Gelooven, Geloofd: Geschieden, Geschied: Verachten, Veracht: Verslinden, Verslonden: Verteeren, Verteerd. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 171]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
In t'Zamengezette woorden wordt deeze sillabe Ge naa het Voorzetsel geplaatst, als Aenwyzen, Aangeweezen: Afbreeken, Afgebroken: Doordringen, Doorgedrongen: Ingaan, Ingegaan: Mededeelen, Medegedeeld: Neerslaan, Neergeslagen: Naaspeuren, Naagespeurd: Omkeeren, Omgekeerd: Ophouden, Opgehouden: Overzetten, Overgezét: Toeschryven, Toegeschreeven: Uytwerpen, Uytgeworpen: Voorstellen, Voorgesteld: Voortbrengen, Voortgebragt: Wederkomen, Wedergekoomen: t'Zamenstellen, t'Zamengesteld. Des niettegenstaande zyn 'er veele t'Zamengezette woorden die deeze lettergreep Ge verwerpen, als Doorgronden, Doorgrond; Doorschieten, Doorschooten: (want doorgeschooten is met een beschót afgeschooten). Herstellen, Hersteld: Omringen, Omringd; Ondervinden, Ondervonden: Ontkennen, Ontkend: Onthoofden, Onthoofd: Volharden, Volhard: Volbrengen, Volbragt: Wederleggen, Wederlegd. Daar zyn ook verscheydene t'Zamengezette woorden, welker Onbepaalende Wyze, en het Lydend Deelwoord, eveneens zyn, als Doorlopen, Doorstooten, Geneezen, Herroepen, Onthouden, Ontkomen, Ontloopen, Ontslaapen, Verlaaten. Want men zegt, De Heelmeesters konden haar niet geneezen; en Zyne wonde wierdt geneezen. Hy mag haar niet verlaaten; en Zy heeft hem verlaaten. Noopende de t'Zamengezette woorden is dit insgelyks aanmerkelyk, dat de Voorzetsels dikwils daarvan gescheyden worden, dóch niet in de Onbepaalende en Aanvoegende Wyzen; maar in de Aantoonende Wyze is zulks zeer gemeen, als, Zy gingen | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 172]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
tzamen: Wy quamen aan 't huys: Hy week van den Heere af: Ik wys veele zaaken, die andere voorbygegaan zyn, aan. Dóch indien men deeze bewoordingen tót de Wenschende óf Aanvoegende Wyze overbrengt, dan heeft die scheyding geen plaats, als Ik wenschte dat wy tzamengingen: 't Was laat eer wy daar aanquamen: Hy ontkende dat hy daarvan afweek: 't Is een zwaarder werk dan veele denken, dat ik alles dus omstandiglyke aanwyze. Nu zyn 'er nóg veele Werkwoorden welker Ga naar voetnoot† Worteltyden onregelmaatig zyn, en niet onder de acht voorgaande lysten konnen gebragt worden, als
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 173]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Merk, als Scheppen betékent putten óf opscheppen, dan heeft het schepte en geschept.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 174]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Sommige deezer Onregelmaatige Werkwoorden zouden onder één hoofddeel konnen betrokken worden, als Bid, zit. Blaas, slaap. Braad, raad. Bederf, sterf, werf, werp. Draag, vaar, vraag. Hang, vang. Loop, sloot. Melk, scheld, smelt, vecht, zend, zwel, zwelg, en Scheer, weeg. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 175]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Onpersoonlijke Werkwoorden Worden alleenlyk in den derden persoon verschikt, en zyn bekend door de voorzetting van het Ledeken Het. Sommige zyn Bedryvende, als
Sommige zyn Lydende, als
Etlyke Persoonlyke Werkwoorden worden ook in Onpersoonlyke veranderd, als
|