A compendious guide to the Low-Dutch language / Korte wegwyzer der Nederduytsche taal(1706)–Willem Séwel– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Words of most use Amongst the marchents. Woorde van meest Gebruyck onder de Kooplieden. To adres.Addresseeren (aan Schryven.) Agio, Advance of banck monia.Agio, koers van 't bank gelt. Laborage.Arbyd's-loon. [pagina 51] [p. 51] Commission.Commissie. Bils of loading.Cognossementen. Costume.Convoy Gelt. Brockeridgs.Courtage of Makelaardy. To Endors.Endorcere of Teykenen. Invoice.Facture. Loss or dammage in a Schep.Havery (schade in een Schip) Banck-monie.Bank-gelt. Exchange.Wissel. Case-monie.Kas-gelt. Rechange.Her-Wissel. At sight.Op Sight. Usance one montch time to pay.Uso een maant tyd te betaale. Doeble usance.Twe uso (of maende.) Provision.Provisie. A Protest.Een Protest. Waigh monnie.Waag-gelt. Charges.Onkosten. Accepted.Aangenoomen (geaccepteert.) Leadger.Grootboek. The Yournael.Het Journaal. The Memoriale.Het Memoriaal. The Conting hows.Het Kantoor. Account Currant.Rekening Courant. Vorige Volgende