147. past van abricose
neemt de abricose schilt die en doet de steenen daar uyt vryft se vervolgens door een fyne seef neemt dan vier pond abricose en ander half pondt suycker en dit elck in een becken gekoockt tot dat de suyker begint te candiliseeren en de abricosen dick worden doetse dan by de suyker in't becken roertse hart onder een en laat dan wat verslaan schepse dan op blickjes en laatse soo droogen