Landgoed Sint-Gerlach. Kruispunt van culturen in het Land van Valkenburg
(1999)–A.G. Schulte– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 324]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
314 Overzicht van de pachthof vanuit het noordwesten. Opname 1997.
315 De doorrijpoort met zuidoostpaviljoen na sloop van de oostvleugel. Opname 1995.
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 325]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De pachthofIn het midden van de 18de eeuw maakte het Norbertinessenklooster een opmerkelijke bloeiperiode door. Dat is niet alleen af te lezen aan het geheel vernieuwde kloostergebouw en de proosdijvleugel, maar ook aan de herbouwde en in omvang vergrote kapel. Na drie decennia van grote bouwactiviteit (1700-1727) was er weliswaar een korte adempauze, maar daarna kwam al spoedig de inrichting en decoratie van de kloosterkerk aan de orde. Johann Adam Schöpf voltooide zijn muur- en gewelfschilderingen in 1751. Ongetwijfeld heeft het krachtdadig bestuur van proost Abraham Lindenlauff tijdens het prioraat van Theresia d'Onate de Gomond (1756-1787) ertoe bijgedragen dat de kloosterlijke huishouding in het midden van de 18de eeuw goed op orde was, zo zelfs dat men voor de opbrengsten van de landerijen een groot en heel modern economiegebouw - de pachthof - liet neerzetten ten zuidoosten van het kloostercomplex. Die pachthof werd in of rond 1759 gebouwd naar ontwerp van de Akense architect Johann Joseph Couven.Ga naar eind1 De pachthof verrees grotendeels binnen de ommuring van 1666, zij het dat het door grondruil na 1752 mogelijk bleek om buiten de zuidmuur te bouwen. Op de plattegrond die Mathias Soiron in 1781 tekende, is duidelijk te zien dat de zuidoosthoek van de pachthof zich als een taartpunt buiten het oorspronkelijke verloop van de muur op voormalig Staats grondgebied bevindt (afb. 46, 48). Bij afbraak van de grote schuur van de pachthof in 1995 stuitte men op de fundering van die midden 17de-eeuwse enclavemuur die diagonaal door de grote schuur liep (afb. 316).Ga naar eind2 Bij graafwerk werd ook nog een fragment van een gootje aangetroffen buiten de noordoosthoek van de grote schuuur. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Economiegebouw als oogstpaleisHet midden 18de-eeuwse economiegebouw van het adellijk vrouwenstift is op Nederlandse bodem een volstrekt uniek gegeven: vier hoekpaviljoens onderling
316 Overzicht naar het oosten met de fundering van de claustrale muur ter plekke van de afgebroken grote schuur. Opname 1995.
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 326]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
317 Overzicht van de westzijde van de pachthof. Opname 1992.
verbonden door lage vleugels en een grote schuur, gegroepeerd rondom een ruime cour. De vrijwel symmetrische aanleg, de goede verhoudingen en opmerkelijke silhouetwerking, gepaard aan het duurzame materiaalgebruik laten de pachthof eerder beschrijven als een oogst- en veepaleis dan als boerenhoeve. De nieuwbouw vormde een enorme verbetering ten opzichte van de rommelige economiegebouwen bij de zuidvleugel van het klooster, een losse groep van grote en kleine schuren met bakhuis en remise. De nieuwe pachthoeve van de stiftdames toonde in alle opzichten allure en kwaliteit. Het Limburgse land levert een rijke oogst op aan bijgebouwen bij kastelen en kloosters, maar dit bedrijfsgebouw kent zijn weerga niet, noch ruimtelijk noch architectonisch. Couven sloot qua vormgeving sterk aan bij andere voorbeelden in de regio Aken en het Maasland. Het concept voor dit economiegebouw is buitengewoon efficiënt en helder opgezet. De pachthof diende uitsluitend als ruime bergplaats voor de oogst die werd opgeslagen in een enorme schuur en verder als stalling voor het vee dat in de lagere vleugels rond de binnenplaats werd ondergebracht. Voor degenen die het hele bedrijf daadwerkelijk runden, was er een woning in het noordwestelijke paviljoen. Later werden ook het noordoostelijke paviljoen en een deel van de lage oostvleugel daarvoor ingericht. Het feit dat in de gevels van de
318 Vooraanzicht van de grote schuur na het instorten van de mansarde-kap. Opname 1962.
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 327]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
319 Overzicht van het pachthofcomplex gezien vanuit het zuidwesten. Opname 1992.
paviljoens die aan de proosdijtuin grensden alleen maar blinde schijnvensters zaten, geeft al aan dat er een formele scheiding was tussen baas en knecht. Alleen de proost kon vanuit zijn woning in de proosdijvleugel het gebeuren rond de pachthof overzien en controleren. Voor de pachter of ‘Halpter’ of ‘Halfter’ was er feitelijk een eigen ‘immuniteit’ gecreëerd met exclusief uitzicht op de zich rond de mestvaalt afspelende activiteiten.
Toen de kloosterzusters Houthem in 1786 moesten verlaten, werd het bedrijf wel voortgezet, maar uiteindelijk viel het samen met het klooster en de kerk in handen van de voormalige rentmeestersfamilie Schoenmaeckers. De geslachten die elkaar als heer in de tot de rang van ‘château’ opgewaardeerde proosdijvleugel opvolgden, waren tevens de pachtheer van het bedrijf. Over de wederwaardigheden van de pachthof gedurende de 19de en 20ste eeuw is weinig te melden, behoudens het feit dat noodzakelijke aanpassingen leidden tot verbouwingen in de woonpaviljoens. In de oostvleugel kwam in 1923 een zelfstandige woning met uitzicht op het veld. In de jaren vijftig van 20ste eeuw zette het verval al in. De financiële middelen ontbraken om het een halt toe te roepen. Aan de hand van de verschillende fotoreportages is dat proces goed te volgen. De grote schuur was een van de meest kwetsbare onderdelen van het hoevecomplex, waaraan de neergang als in een film is af te lezen. Na het overlijden van Robert baron de Selys de Fanson in 1979 leek het definitieve einde in zicht. Toch was hij degene die er alles aan wilde doen om het tij te keren. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Restauratiepogingen zonder succesKort nadat Robert baron de Selys eigenaar was geworden, schreef hij in september 1963 aan de Minister van OK&W over het château en de pachthof in het bijzonder: ‘De toestand van deze gebouwen is slecht in die mate dat het dak van een schuur zelfs ingestort is. Het is dus dringend noodzakelijk dat deze gebouwen gerestaureerd worden om hun volkomen ondergang te voorkomen’.Ga naar eind3 De toenmalige rayonarchitect van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg, C. van der Veken, rapporteerde veertien dagen later: ‘Een fraaie schuur met mansarde-dak en afgeronde hoeken omringd door een streng symmetrische aanleg van bijgebouwen demonstreert met zijn grotendeels ingevallen daken in sterke mate het algeheel verval waaraan dit complex ten prooi is.Ga naar eind4 Nadat er in januari 1964 door het Ministerie aan De Selys de toezegging was gedaan dat hij in beginsel voor subsidie in aanmerking kwam - het herstel van de schuur was toen al op meer dan drie ton begroot - krijgt men dankzij een kantschrijven van Van der Veken een beeld van de toestand. ‘De voornoemde schuur verkeert in een deplorabele toestand’, aldus de rayonarchitect. ‘Het reeds ingevreten verval moet zo spoedig mogelijk worden gekeerd om niet tot algehele | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 328]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
320 Plattegrond en gevelaanzichten van de pachthof, schaal 1:400, getekend door P. Verschuren en N. Koers (T.H. Delft), september 1973. Collectie SHBO, Arnhem, 335/1-2.
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 329]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
321 De oost- en westvleugel van de pachthof aan de veld- en de courzijde. Opmetingstekening, schaal 1:400, door P. Verschuren en N. Koers (T.H. Delft), september 1973. Collectie SHBO, Arnhem, 335/3.
vernieuwing te moeten overgaan. Het mansarde-dak is bij de bouw iets te zuinig geconstrueerd met het gevolg dat de spatkrachten op de zijgevels konden inwerken en deze in sterke mate scheef drukten. De samenstelling van het metselwerk dezer (en de overige) muren is, zoals in Zuid-Limburg bij oude gebouwen vaak gebruikelijk, omsamenhangend en daardoor minder in staat weerstand tegen spatkrachten en andere onverwachte krachten te bieden. Het dak is door de reeds verdergaande aantasting van leibedekking en dakbeschot nog slechts voor 1/3 gedekt en deze rest is onhoudbaar. De grootte van het gebouw is aanzienlijk, namelijk 30 × 15 meter, terwijl de daknok circa 14 meter boven het maaiveld ligt. Het boerderij-complex waarvan deze schuur het hoofdmoment vormt is als architectonische schepping waarschijnlijk uniek te noemen zeker voor ons land. De vier hoekpaviljoens en de vier tussenliggende vleugels van het complex verkeren eveneens in een vervallen staat, maar hiervan zijn de daken, zover nodig, met tijdelijke voorzieningen enigszins beschermd en verder zijn voorlopig maatregelen tot tegengaan van verval van muren en ramen genomen. De schuur is voor het gebruik, in hoofdzaak koestal, te groot, zodat er wel eens over gedacht is een deel tot woonhuis om te bouwen. Het komt mij voor dat aan de zuidzijde t.z.t. mogelijkheden aanwezig zijn. De kosten belopen rond 300.100 gulden of circa f 60, - per m3. In dit bedrag is ook het aanbrengen van twee extra spanten inbegrepen’. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 330]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
322 Overzicht van de pachthof vanuit het noordwesten bij de aanvang van de restauratie. Opname 1995.
Van der Veken suggereerde aan het slot: ‘De ernstige toestand van de schuur maken het gewenst een spoedige toezegging uit te lokken. Dezerzijds (d.w.z. vanuit de Rijksdienst voor de Monumentenzorg) zijn schuur en kasteel opgemeten...’Ga naar eind5
Wat was hierop het vervolg? Wie er ook stil zaten, in elk geval niet de weergoden. Op 16 november schreef de rayonarchitect onder de kop ‘Schuur van de kasteelhoeve SPOED’ het volgende alarmbericht in het treurige vervolgverhaal. ‘Tijdens de in gang zijnde stut- en consolidatiewerkzaamheden is gebleken dat de kapconstructie (waarvan de bedekking reeds voor meer dan de helft verloren is) ernstiger ontwricht is dan van de begane grond is te bemerken. Het valt te vrezen dat een storm de ineenklapping en daaruitvolgende neerstorting kan veroorzaken. Zowel voor het spatwerk als voor het muurwerk zijn de gevolgen niet te overzien. Ik raad U aan alle medewerking te verlenen om deze ramp te voorkomen. Met de aannemer Coppes te Maastricht is reeds besproken op welke wijze voorzieningen kunnen worden getroffen. Deze zijn echter afhankelijk van de vooruitzichten t.a.v. de restauratie. Indien het verlenen van subsidie in het algehele herstel vele jaren gaat duren, zullen voorzieningen een langer blijvend karakter moeten dragen dan bij aanpak binnen twee jaren. In het laatste geval kan met een constructie van stalen steigerelementen worden volstaan. De kosten zijn moeilijk exact te bepalen. Het ziet ernaar uit dat met f 10.000, - een bevredigend resultaat te bereiken is. De inmiddels in uitvoering zijnde werken aan de muren vergen rond f 5.000, -. Voor het ogenblik zou dus minstens f 15.000, - ter beschikking moeten staan. Daar de winter voor de deur staat en voor de sneeuwval voorzieningen aangebracht moeten zijn is de grootst mogelijke spoed gewenst’.Ga naar eind6 Enig succes bleef niet uit, want... op 13 juli 1965 kreeg baron De Selys van de minister bericht op zijn brief van 28 juli 1964, waarin hem werd meegedeeld dat een subsidie van f 20.000, - was toegekend in de kosten van de consolidatiewekzaamheden die waren beraamd op f 50.000, -. De slotzin was bepaald troostrijk: ‘Nadat de consolidatiewerken zijn beëindigd zal ik U nader berichten omtrent de algehele restauratie’. Uitstel maar geen afstel! Aan Monumentenzorg zou het echter niet liggen zoals de hoofddirecteur mr. R. Hotke liet doorschemeren: ‘Onlangs heb ik afscheid genomen van de heer De Selys die binnenkort naar Rome vertrekt. Hij was wel enigszins teleurgesteld dat de restauratie van het kasteel Houthem nog niet in goede banen was geleid. Ik heb hem beloofd er alle aandacht aan te blijven besteden en hem op de hoogte te | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 331]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
323 Overzicht van het pachthofcomplex gezien vanuit het noordoosten Opname 1995.
houden. Kunt U mij vertellen hoe de stand van zaken op het ogenblik is en wat ik er mijnerzijds nog aan zou kunnen doen?Ga naar eind7 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Redding, restauratie en nieuwbouwGedurende de jaren die volgden verslechterde de toestand van de pachthof drastisch. Na het overlijden van Robert baron de Selys de Fanson zag het R.K. kerkbestuur van Houthem, dat bij verrassing de nieuwe eigenaar was geworden voorlopig geen mogelijkheden om het probleem op te lossen. De pachthof veranderde letterlijk in een ruïne. Het was inmiddels een kwestie van erop of eronder. Begin jaren negentig werd er naarstig naar een oplossing gezocht. Daarbij werd ook de Rijksdienst voor de Monumentenzorg weer betrokken. Het is stellig mede een verdienste geweest van de rayonarchitecten O. Postel en later ir. W. de Wit, dat de pachthof en het château met de kasteelhoeve subsidiabel weer op de kaart werden gezet. Van alle plannen die werden gemaakt om het complex te redden bleek dat van Camille Oostwegel uit Houthem, wiens Holding de pachthof als hotel-restaurant een nieuwe levenskans wilde bieden uiteindelijk het enig haalbare. Deze oplossing behelsde in grote lijnen dat de pachthof na restauratie en gedeeltelijke nieuwbouw in zijn geheel als exclusieve hotelunit zou worden verbouwd. In de grote schuur van de pachthof zouden op de begane grond onvangst- en loungeruimtes worden gevestigd. De nieuw in te brengen verdiepingen werden grotendeels bestemd voor hotelfunctie. De daar gecreëerde kamers kregen stuk voor stuk een typisch eigen karakter. De hoekpaviljoens en de verbindingsvleugels kregen grotendeels een zeer gevarieerd assortiment aan hotelkamers. In 1995-1997 is dit plan tot uitvoering gekomen. Dat hield echter wel in dat grote delen van het complex vervangen moesten worden door nieuwbouw. Zij bleken technisch te slecht of konden om functionele redenen niet gehandhaafd blijven. Uitgangspunt was echter wel herstel van het oorspronkelijke beeld. Bij de herbouw bleef men zoveel mogelijk binnen de oude volumes en werd rekening gehouden met het oude gevelbeeld. Omdat een en ander soms onverenigbaar was, moesten er uiteraard concessies worden gedaan en origneel materiaal worden opgeofferd. In algemene zin kwam de herbouw en reconstructie neer op totale vernieuwing van de grote schuur en van de vleugels tussen de hoekpaviljoens. De vier paviljoens en de poort in de oostvleugel konden grotendeels dankzij de uitdrukkelijke wil daartoe gehandhaafd blijven, zij het door grote financiële inspanningen en met veel technisch vernuft. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 332]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
324 Plattegrond van de z.g. pachthof of het economiegebouw, schaal 1:300. Tekening naar opmeting van J.P. Staal (1964) en eigen waarneming (1995), door A. Warffemius, 1998.
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 333]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bronnen voor bouwhistorisch onderzoekVanuit de monumentenzorg-optiek was het belangrijk om de boerderijfase van de pachthof nader te bestuderen, alvorens dit als gevolg van de nieuwe functie niet meer mogelijk zou zijn. Dankzij het op de valreep in 1994-1996 ingestelde bouwhistorisch onderzoek heeft de pachthof voldoende geheimen prijs gegeven. De bevindingen van dit onderzoek, gekoppeld aan in de jaren zestig vervaardigde opmetingen, hebben ertoe geleid dat (bouw)historisch cruciale gegevens aangaande dit unieke bouwwerk tenminste niet aan de vergetelheid worden prijs gegeven. In het kielzog van dit bouwhistorisch onderzoek kwam eind 1998 nog een aantal nieuwe feiten aan het licht in de vorm van een aantal tekeningen die Mathias Soiron maakte van werk dat Johann Joseph Couven voor de Norbertinessen had vervaardigd. Die gegevens ontleende hij naar alle waarschijnlijkheid aan twee bronnen: aan eigen waarneming en aan in het kloosterarchief bewaard ontwerpmateriaal, dat later mogelijk verloren is gegaan. Voor een beschrijving van de pachthof is het noodzakelijk om de verschillende onderdelen duidelijk te benoemen. Hiervoor wordt het bijgaande schema gebruikt, waarin de hoekpaviljoens en de grote schuur met de letter A-E worden aangeduid en de lage vleugels met a-d.
Schematische plattegrond
De pachthoeve of ‘Couven-bouw’ bestaat uit de volgende onderdelen:
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Topografica en bouwkundige tekeningenVan de pachthof zijn geen topografische tekeningen met documentaire waarde bekend. Op de tekening van het kloostercomplex in het schetsboek van Ph.G.J. van Gulpen (1792-1862) komt slechts een klein deel van de pachthof voor (afb. 00). Van onschatbare waarde zijn evenwel de fotoreportages die in de jaren 1950 en 1962 door G.Th. Delemarre werden vervaardigd, alsmede het materiaal dat voor en tijdens de restauratie, sloop en nieuwbouw in 1992-1997 door P. van Galen is gemaakt. Van dit oude en nieuwe materiaal dat berust bij de Rijksdienst voor de Monumentenzorg is in dit hoofdstuk dankbaar gebruik gemaakt.Ga naar eind8 Van grote importantie voor het onderzoek zijn de bouwkundige schetsen en opmetingstekeningen, omdat die inzicht geven in de bouwgeschiedenis en de functies van het complex. In chronologische volgorde zijn dat de volgende bladen:
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 334]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
325 Anonieme plattegrond van de pachthof voorzien van de annotatie met toeschrijving aan JAK Couven. Deze slechts in afdruk bewaarde tekening is toe te schrijven aan de Akense architect Joseph Buchkremer. Stadtarchiv Aachen.
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Couven door de ogen van SoironVan Couven zijn weliswaar geen ontwerptekeningen van de pachthof bewaard, maar er bestaat wel een belangrijke secundaire bron in de vorm van tekeningen die architect Mathias Soiron aan de hand van originele Couven-tekeningen, die hij in het kloosterarchief moet hebben aangetroffen, heeft vervaardigd. Dat de pachthofplattegrond, waarvan zich A4-afdrukken bevinden in het Akense
326 De pachthof. Het middengedeelte met schijndeuren, timpaan en wapenfiguur van de grote schuur, getekend door J. Buchkremer. Stadtarchiv Aachen.
Stadtarchiv en in het foto- en tekeningenarchief van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg een repro van een originele tekening van Couven zou zijn, is ons inziens niet houdbaar. De typische laat 19de-eeuwse factuur maken het meer waarschijnlijk dat het een opmeting is van de hand van de eerste Couvenonderzoeker, de Akense architect Joseph Buchkremer.Ga naar eind10 Hij zal voor zijn in 1895 verschenen studie de pachthof zelf ter plekke hebben opgemeten.Ga naar eind11 Dankzij de plattegronden en detailtekeningen die Soiron van de pachthof maakte, staat er een 18de-eeuwse bron ter beschikking, die heel betrouwbare en directe informatie verschaft over de indeling en functies van de diverse onderdelen. Soiron die als bouwkundig adviseur voor de zusters in 1781 het kloosterterrein in kaart bracht, heeft ter plekke niet alleen gemeten en geschetst, maar ook kennis genomen en gebruik gemaakt van beschikbare ontwerptekeningen.
De meeste informatie verschaft de door Soiron getekende plattegrond van de pachthof in het achtste deel van de in het Rijksarchief in Limburg te Maastricht bewaard gebleven schetsboeken (afb. 327). De annotaties zijn een ware bron van informatie. Onder de titel ‘Nieúwe aangelegde schuur met voorleggende / Bassecour met omleggende stallen Halfers huis &’. noteerde Soiron nadere bijzonderheden in en bij de schuur: Bassecour van St Gerlac // Schuur // Din der schuur en verder: ‘eene poort in het midden / alhier gefigureert met / eene timpaan daer boven en / bezydens vensters, en is / deeze schuur gedeckt met / een Mansard dack op / de 2 hoeken van het dack 2 swanen’. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 335]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
327 Plattegrond van de pachthof naar een tekening van M. Soiron met als opschrift: ‘Nieúwe aengelegde schuur met voorliggende / Bassecour met omliggende stallen ...huis &’. Schetsboek Soiron, Deel VIII, p. 33. RAL, Maastricht.
Bij paviljoen A en B leest men: ‘blinde vensters hier tegens verbeelt’. En naast de pachterswoning staat de (afgesneden) tekst: ‘dit pavilloen is (eene) / verdieping hoger [geële]/veert als de stallen / en gedekt. met een / mansard dack’. Langs de westvleugel (e) staat geschreven: ‘deesen vleugel gedekt met een offen dack’. Verder noteerde hij naast paviljoen D: ‘Dit pavilloen is /eene verdieping hog(er)/ geeleveert als de vo(or)/ leggende stallen / en gedekt met een / Mansard dack / en op 't punt een / vaas’.
Van belang zijn verder de in de plattegrond aangegeven bestemmingen:
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 336]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
328 De mergelstenen hekposten van de afsluitmuur met de oorspronkelijke vaasbekroning. Opname 1962.
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De pachthof in onderdelenBij de restauratie en nieuwbouw van de pachthof zijn alle destijds nog overeind staande bouwdelen nauwkeurig onder de loep genomen. Voor bepaalde onderdelen was dat de laatste kans om er nog gegevens aan te ontfutselen. De beschrijving van de aangetroffen toestand, alsmede van de uitgevoerde herstellingen en wijzigingen passeren hieronder de revue. Tevens krijgen de schetsboekbladen van Soiron, die op de pachthof betrekking hebben en tot nog toe over het hoofd zijn gezien, een plaats in het geheel. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Materiaal en kleurige afwerkingHet muurwerk van de pachthof werd opgetrokken uit mergel en baksteen. De meer representatieve, vanuit de proosdijtuin in het zicht staande buitengevels van het complex zijn van veldbrandbrikken, terwijl de overige gevels en de binnenmuren voornamelijk van mergel zijn gemaakt. Zo werd de grote schuur volledig in baksteen uitgevoerd met uitzondering van de naar de Geul gekeerde achtergevel die in mergel werd opgetrokken. De lage vleugels tussen de paviljoens zijn aan de binnenplaats daarentegen weer van mergel. Voor lijstwerk en de terugspringende ronde hoeken van de vier paviljoens en de grote schuur werd eveneens mergel gebruikt. Baksteen was niet alleen een duurder, maar ook wat duurzamer materiaal. Mergelsteen kon het klooster veel goedkoper betrekken, omdat het stift een eigen groeve bezat te Geulhem aan de overzijde van de Geul. In een van de groeven is nog een oude inscriptie betreffende leveranties aan de proost van Sint-Gerlach aanwezig.Ga naar eind12 Voor poort- en deuromlijstingen werd gebruik gemaakt van hardsteen. Bij de restauratie van 1995-1997 zijn de herbouwde vleugels niet meer in mergel maar in kunststeen uitgevoerd. Niet verwonderlijk, want de kostprijs van mergel is inmiddels omgekeerd evenredig gestegen ten opzichte van de materiaalprijs in het midden van de 18de eeuw. Een uitzondering hierop vormde de zuidmuur van het noordoost-paviljoen (B). Het gehele complex bleek in oorsprong te zijn geschilderd. Tijdens de restauratievoorbereiding is zorgvuldig gezocht naar de oorspronkelijke kleurstelling. Aangetroffen werden de kleuren rood en wit-geel. Vóór de restauratie zijn tegen de oostmuur van de grote of doorrijschuur sporen aangetroffen van de oudste buitenbeschildering. Het betrof ‘dodekop’, een rode kleur die werd gesignaleerd tussen een hoge en lage dakmoet op een muurgedeelte dat dus tijdelijk buitenwerk was geweest. Op deze plaats was nog een onaangeroerde rest van origineel schilderwerk aanwezig. In het zuidoostelijk paviljoen zaten tussen de mergelstenen banden nog resten van een mergelkleurige verfstof op de baksteen. Dat levert het volgende kleurpatroon op. Bijna het hele complex was rood gesausd, met uitzondering van de lijsten en de hoekoplossingen die een wit-gele kleurstelling hadden. De rondingen op de hoeken van de grote schuur zijn licht gekleurd. Die van de paviljoens daarentegen zijn rood geverfd op basis van kleurvondsten bij paviljoen B. Waar de courmuur van de oostvleugel tegen het noordoostelijke paviljoen aansluit, is een witte afwerklaag gesignaleerd. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Afsluiting van de basse-courDe pachthof wordt aan de naar het klooster gekeerde open toegangszijde afgesloten door een tussen de beide rechthoekige paviljoens (A en B) gebouwde mergelstenen muur. De doorgang wordt gemarkeerd door hekposten (afb. 328). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 337]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
329 Ontwerp voor een bakoven met belendende muren en poorten ter afsluiting van de bassecour van de pachthof. Onuitgevoerd ontwerp, getekend door M. Soiron, schetsboek Deel V, p. 323, naar verloren tekening van J.J. Couven.
Die forse vierkante posten waren bekroond met trapsgewijs kleiner wordende dekplaten die het basement vormden voor mergelstenen siervazen. De beide vazen hadden een eenvoudige decoratie: strigilis-versiering op het lijf en een sierband met ‘geteld geld’-motief. Ze zijn thans vervangen door een nieuwe bekroning in de vorm van granaatappels. Waarschijnlijk is de bestaande hoge muur pas in de 19de eeuw verlaagd en van een doorgang met hekposten voorzien ter vervanging van een 18de-eeuwse gesloten noordmuur, die op de plattegrond van Soiron voorkomt (afb. 327). Couven heeft kennelijk een ander voorstel gedaan voor de afsluiting aan de noordkant. Hij ontwierp een vierkant bakhuis met mansardekapje en centrale schoorsteen op de plaats van de tegenwoordige doorgang. Dat bakhuis zou worden geflankeerd door afsluitmuren met tussenposten waarop tuinvazen stonden. Aan de kant van de proosdijtuin werd een showgeveltje met beeldnis, pilasters en fronton gedacht. Hiermee werd het gesloten karakter nog eens benadrukt. De kopie die Soiron tekende in deel V van zijn schetsboeken op blz. 323 geeft daarvan een goede indruk (afb. 329). Zijn annotatie laat geen ruimte voor misverstand:
Project tot afsluiting van de Bassecour met hare stallingen &c tot St Gerlach.
Men ziet het voor zich, die bakkerij met werkruimte, ovenmond en bakvormen (moules) aan de muur. Het bakhuis was bestemd voor de pachtersfamilie. De ingang lag aan de kant van het door hen bewoonde noordwestelijke paviljoen, het ‘Halfer huis’. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De hoekpaviljoensDe beide paviljoens aan de tuinzijde zijn uitgevoerd in baksteen aan de showzijden en in mergel aan de cour. Ze hadden in eerste aanleg een vrijwel identiek uiterlijk: inspringende convexe hoeken, een gevelindeling met door hardsteen omlijste, blinde schijnvensters. De met leien beklede mansarde-daken worden bekroond door in mergel uitgevoerde schoorstenen. In de noordgevels van de beide naar het klooster gekeerde noordpaviljoens zitten iets terugliggende schijnvensters, twee rijen van vier met brede mergelomlijstingen van hetzelfde type met lichtgebogen strek en sluitsteen. Van meet af | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 338]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
330 Lengtedoorsnede van het noordwestpaviljoen en de woonhuisplattegronden van kelder, begane grond en verdieping. Onder: detail van de gevelbekroning, schaal 1:20. Opmetingstekening, schaal 1:400, door P. Verschuren en N. Koers (T.H. Delft), september 1973. Collectie SHBO, Arnhem, 335/4.
aan zijn ze als dichte vensters in de architectuur opgenomen. Dit gesloten karakter van de naar de proosdij gekeerde paviljoens hield verband met het feit dat er vanuit de paviljoens geen vrij zicht mocht zijn op de proosdijtuin. De schijnvensters op de verdieping waren wat korter dan die op de bel-etage. Binnen de omlijsting was evenwel een geschilderde vensterindeling aangebracht die de illusie van een houten raamvulling met roedenverdeling moest geven. Dergelijke geschilderde vensterindelingen kwamen ook in de Akense stadsarchitectuur regelmatig voor. Bij het noordwestpaviljoen zaten in de westmuur wel open vensters. Pas na de kloosterperiode zijn de vensters in het noordwestpaviljoen voor wat betreft de linker helft doorgebroken. De kleine lichtopening kon echter gemakkelijk worden afgesloten met een raam in een blind kozijn dat van binnenuit werd aangebracht (afb. 339). De plattegrond is pas in een latere fase aan verschillende woonbehoeften aangepast. De woonblokken waren beganegronds verdeeld in twee ruimtes die repectievelijk een en drie traveeën besloegen, min of meer corresponderend met de schijnvensters in de lange buitenmuren. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Noordwestelijk hoekpaviljoenHet noordwestpaviljoen (A) is gebouwd als woning van de pachter. Zoals de tekening van Soiron laat zien, deelde Couven het huis als volgt in. Een smalle kamer aan de courzijde, een vier balkvakken brede keuken in het midden en twee vertrekken aan de westzijde. Van de twee vertrekken aan de westzijde had die naast de gang een stookplaats en een ronde waterput. Via een haalsysteem kon het putwater direct boven het vuur worden gebracht van de tegen de zuidzijde van de binnenmuur staande haard. Een en ander houdt zeker verband met de functie van het vertrek, door Soiron aangeduid als ‘stok...’, lees: stokerij. Uit het feit dat het hoekvertrek als ‘Bottelarij’ dienst deed, blijkt dat aan de boerderij ook nog een extra tak van nijverheid was verbonden. De trap naar de verdieping was afgenomen van de stokerij en toegankelijk vanuit een gangruimte naast het paviljoen. Onder deze trap bevond zich de toegang tot de kelder. De begane grond kreeg grotendeels een woonbestemming. Daartoe werd de ruimte in drieën verdeeld. Aan de hofkant was er een ‘goede kamer’ met slaapplaats. In het middelste vertrek werd de woonkeuken ondergebracht. Het oostelijk gedeelte bestaande uit twee vertrekken kreeg een bedrijfsbestemming. Oorspronkelijk was dit paviljoen waarschijnlijk in zijn geheel onderkelderd, maar alleen het deel onder de keuken bleef intact. De kelders in het middengedeelte zijn in 1996 uitgebroken om plaats te maken voor een nieuwe paalfundering, vanwege de stabiliteit. Het eveneens onderkelderde, oostelijk vertrek, een woonkamer van
331 De façade met schijnvensters in de naar het kloostercomplex gekeerde gevel van het noordwestpaviljoen. Opname 1962.
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 339]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
332 De voormalige veulen- en paardenstal in de westvleugel met het als woning gebouwde noordwestpaviljoen tijdens de sloop van de westvleugel. Opname 1995.
333 De noordwesthoek van de pachthof gezien vanaf de cour na het herstel. Opname 1997.
334 Venster met mergel omlijsting in de westmuur van het noordwestpaviljoen, 1995. Voor de mergelblokken onder het venster is geen bevredigende verklaring te geven.
335 Schouw op de begane grond in de oostelijke kamer van het noordwestpaviljoen. Opname 1995.
336 Gestuct 19de-eeuws schouwtje op de eerste verdieping van het noordwestpaviljoen. Opname 1995.
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 340]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
337 De noordgevel van het noordoostpaviljoen. Opname 1992.
338 De zuidgevel van het noordoostpaviljoen. Opname 1994.
drie balkvakken diep, is voorzien van een schouw met kachelnis die ruggelings aansluit tegen de keukenschouw. In de kamers lag een balklaag van secundair gebruikt materiaal. Een moerbalk in het middengedeelte kon door middel van dendrochronolgisch onderzoek gedateerd worden op ca. 1650. Op de begane grond bevindt zich een 18de-eeuwse schouw met een schoorsteenmantel, waarvan de oorspronkelijke bekleding helaas is verdwenen (afb. 335). Op de verdieping staat een gestucte schoorsteenboezem met geprofileerde pilasters en een toog (afb. 336). De vensters in de westgevel zijn origineel; die aan de noordgevel zijn gedeeltelijk dichtgemetseld; in het middengedeelte o.a. door een secundair gebruikt kruiskozijn, waarvan het kruis was uitgebroken. Een 18de-eeuwse vensterindeling kwam ervoor in de plaats. De lichttoevoer moest vanaf de courzijde komen. Om aan de verlangens van de pachters tegemoet te komen, brak men in de 20ste eeuw een deel van de zuidmuur uit om er een breed rechthoekig ijzeren venster met tuindeuren in te zetten. Die verstoring is bij de restauratie weer tenietgedaan. Toen is het oude gevelbeeld zoveel mogelijk hersteld. Voormalige schijnvensters die al in een eerder stadium waren ontsloten bleven open, maar andere behielden hun geheel of grotendeels gesloten karakter. De schilderskwast zorgde voor de illusoire raamindeling. Achter de gevels bevinden zich op de begane grond en de verdieping hotelsuites met een eigen identiteit. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Noordoostelijk hoekpaviljoen
339 Venster met ‘blind’ kozijn in de zuidgevel van het noordoostpaviljoen. Opname 1993.
Het noordoostelijke paviljoen (B) had een wat andere indeling dan het er tegenover gelegen woonpaviljoen (afb. 337-341). Het grootste deel van de ruimte was volgens de plattegrond van Soiron in gebruik als schaapstal. Deze stond in directe verbinding met het noordelijk deel van de oostvleugel (b) dat dezelfde functie had. Het resterende deel van het paviljoen was in gebruik als bakhuis. Dat was een wat eenvoudiger oplossing dan het hierboven behandelde, maar nooit uitgevoerde plan dat Couven ontwierp voor een zelfstandig bakhuis tegen de afsluitmuur. Het schaapstalgedeelte was onderkelderd met twee lage, door segmentbogige tongewelven overdekte caveaux. De bakoven in het paviljoen is later in de 19de eeuw uitgebroken en vervangen door een schoorsteen. De ruimte heeft ook dienst gedaan als opslag voor hout. Het kleine vertrek had alleen aan de courzijde een raam en een deuropening. De korte zijgevel was blind en had zelfs geen in de architectuur opgenomen schijnvenster. Inwendig was het kleine vertrek gedekt door twee moerbalken met kinderbinten. De schaapstal kreeg in de 19de-eeuw de bestemming van koetshuis. Hiervoor werd de brede poort gemaakt aan de courzijde. Die poort was volgens een opname uit 1962 toen nog ongeschonden aanwezig, maar is later uitgevallen (afb. 320d). De schaapstal die tweederde van het paviljoen in beslag nam, was inwendig alleen voorzien van lichtspleten in de korte buitenmuur. De gehele zuidgevel is vernieuwd bij het aanbrengen van de doorgang naar de inmiddels tot koetshuis ingerichte schaapstal. Dus ook de deuren en het venster van het kleine | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 341]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
340 De zuidgevel van het noordoostpaviljoen tijdens de restauratie verstevigd met een stalen korset. Opname 1995.
341 De oostvleugel en aansluitende noordoosthoek van de pachthof gezien vanaf de grote cour. Opname 1997.
vertrek. Van binnenuit was er een verbinding met de lage oostvleugel van het complex. Vanaf de cour was dit bedrijfsgedeelte toegankelijk via een brede rondbogige poort. De verdieping van dit paviljoen kreeg in de late 19de of pas in de 20ste eeuw een woonbestemming. Dat is althans op te maken uit de oude indeling in de opmetingstekeningen van 1973 (afb. 320b). Daar bevond zich een grote woonkamer en vier kleine vertrekken, de meeste voorzien van stookplaatsen. Hierboven lag de zolderverdieping, die een ongedeelde ruimte vormde onder de mansarde-kap met daarin twee gesleepte schoorsteenkanalen. Op de verdieping was het venster boven de koetshuisdeur vergroot om de woonkamer van meer licht te kunnen voorzien. Na de restauratie werden in dit paviljoen hotelkamers ondergebracht. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Zuidoostelijk hoekpaviljoenHet zuidoostpaviljoen (C) heeft evenals dat op de zuidwesthoek (D) een vierkante plattegrond met aan de buitenzijde een inspringende kwartronde hoekoplossing, behalve aan de zijde van de binnenplaats (afb. 343-345). De zoldering wordt gevormd door een noord-zuid gerichte moerbalk en twee strijkbalken die in verband met de wat inspringende ronde buitenhoeken iets van de muur af liggen. Oorspronkelijk was de begane grond bestemd voor wagenschop. Dit stond van
342 Doorsnede over het noordoostelijk paviljoen, over het woongedeelte in de oostvleugel en de varkensstal tussen de grote schuur en het zuidoostpaviljoen. Opmetingstekening, schaal 1:400, door P. Verschuren en N. Koers (T.H. Delft), september 1973. Collectie SHBO, Arnhem.
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 342]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
344 Doorsnede van het zuidoostpaviljoen met kapconstructie en de plattegronden van de begane grond en de verdieping. Opmeting, schaal 1:300, hermeten en getekend (1996) door A. Warffemius.
343 De oostvleugel met het zuidoostpaviljoen. Opname 1962.
meet af aan met een brede boogopening in verbinding met een ander schop dat in het oostelijk gedeelte van de zuidvleugel was gesitueerd (c) tussen het paviljoen (C) en de grote schuur (E). Het paviljoen was oorspronkelijk aan de buitenzijde geheel gesloten. Pas later is er een poort in de oostmuur van het paviljoen gemaakt. Buchkremer tekende deze poortdoorgang al die blijkens het jaartal op de sluitsteen in 1909 nog eens is vergroot. Inwendig was tot 1973 in de zuidoosthoek nog een met hout afgeschotte plee aanwezig. Tegen de zuid- en noordwand waren voerbakken aangebracht en in het midden een grup, wat verband hield met de ombouw tot paardenstal. In de zuidgevel zijn op de begane grond in de 19de eeuw twee vensters ingebroken. Op de verdieping bevond zich in de zuidgevel een origineel venster met een hardstenen latei. De hardstenen stijlen zijn later vervangen door gecementeerde baksteen. Bij de restauratie heeft men de historische bouwgegevens zoveel mogelijk gerespecteerd. Ook hier is nu een tweetal hotelkamers in ondergebracht. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Zuidwestelijk hoekpaviljoenHet vierde hoekpaviljoen (D) op de zuidwesthoek was volgens Soirons plattegrond bestemd als veestal met een standplaats voor veertien koeien. Ook dit paviljoen bezit een in drie gelijke vakken verdeelde zoldering. Via een in baksteen uitgevoerde boogvormige doorgang uit de bouwtijd stond het paviljoen in open verbinding met de lage westvleugel (e) waarvan het aansluitende deel eveneens als koestal was ingericht. Voor de restauratie was de bakstenen westgevel opgelapt en gevoegd met cementspecie. Aan de zuidzijde bevond zich op de verdieping een venster gelijk aan dat in het zuidoostpaviljoen. Na het herstel kreeg de ruimte zowel op de begane grond als op de verdieping de bestemming van hotelkamers.
345 Het zuidoostpaviljoen gezien vanuit de tussenvleugel oostelijk van de grote schuur. Opname maart 1995.
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Grote pachthofschuurVerreweg het indrukwekendste onderdeel van de pachthof is de grote schuur (afb. 348-349). Zij vormt de blikvanger in de as van het complex. Met een oppervlakte van 31 × 13,40 m, een gevelhoogte van circa 8 m en daarboven nog een enorme 7 m hoge mansardekap was de schuur volumineuzer dan alle andere bedrijfsgebouwen binnen de enclavemuur. Ook later, toen westelijk van het stiftgebouw het 19de-eeuwse pachtbedrijf werd gesticht, kon geen van de stallen en schuren zich meten met de grote schuur van het imposante economiegebouw. Exterieur In het midden van de noordgevel bevond zich een risaliet met pilasters van mergel en bekroond door een driehoekig timpaan. Buchkremer tekende weliswaar de hoofdpoort onder het timpaan in de noordgevel open, maar deze is vanaf de bouw gesloten geweest (afb. 326). H. van der Wal noteerde in 1953: | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 343]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
346 De oostvleugel aan de binnenhof gezien naar het zuiden. Opname 1962.
‘schijndeur, nooit open geweest’. Op de buitenhoeken van de gevel werd het pilastermotief herhaald aan weerszijden van de convexe bakstenen hoek. Voorts had de grotendeels gesloten gevel links en rechts in de flanken twee kleine vensters. De imposante mansardekap was geheel bekleed met leien in Maasdekking. Interessant is in dit verband een schetsje dat Soiron van de voorgevel maakte op blz. 34 van schetsboek VIII. Elevatie van de schuur St. Gerlac, heeft hij erbij geschreven (afb. 353). Het toont de voorgevel met een vensteropening aan weerszijden van de grote poort en een paar opmerkelijke details, namelijk een zwaan en knop als bekroning op de uiteinden van de nokvorst, drie vazen voor dito toepassing en een schets van het mansardedak in dwarsdoorsnede. Interieur. De schuur was volledig bestemd voor oogstopslag. Couven heeft daartoe een driebeukige doorrijschuur ontworpen met beuken van ongelijke breedte. In doorsnede komt het neer op een brede middenbeuk, die aan de courzijde wordt
347 Het zuidwestelijk paviljoen, het schop en de grote schuur van de pachthof met de kassen tegen de zuidmuur. Opname 1962.
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 344]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
348 De grote schuur herbouwd in 1996-1997 als hotel. Het gesloten karaker van de façade en de kap heeft plaats gemaakt voor een geheel gewijzigd, open gevelbeeld. Opname 1997.
geflankeerd door een ruime doorrit met brede rondbogige schuurpoorten in de zijgevels, waar volbeladen oogstwagens in- en uit konden rijden. Er was een scheidingsmuur tussen de brede hoofdbeuk en de aan de courzijde gelegen doorrijgang van circa 4.10 m breedte die ook werd gebruikt bij het dorsen. Deze had een breedte van 5.80 m en een smallere zijgang van 2.15 m aan de zuidzijde. Doorrit en tasruimte waren gescheiden door ongeveer 60 cm dikke muren, waarop de voetplaten rustten voor de stijlen en schoren van de opmerkelijke mansardekap. Volgens de gegevens uit 1953 en 1973 was de tasruimte door een dwars geplaatste scheidingsmuur in twee gelijke delen gedeeld. Kapconstructie. De grote schuur werd gedekt door een mansardekap (afb. 349). Op circa 3 meter hoge muren die de ruimte in drie ongelijke beuken verdeelden, lagen voetplaten waarop de in de lengterichting geschoorde stijlen stonden. De stijlen waren in de breedte onderling verbonden door een met korbelen geschoorde tussenbalk. De daarboven liggende, eveneens door korbelen geschoorde balk was aan de zuidzijde met een kopbalkconstructie aan de stijl verbonden, terwijl deze balk aan de noordzijde bovenop de stijl lag en bovendien doorliep naar het noorden. Dit is nodig om de van voetschoren voorziene stijlen van de tussenbalkconstructie in het midden te krijgen van het gebouw. Op deze tussenbalk stond een geschoorde nokstijl. De zijconstructies bestonden uit halve spantbenen met benen evenwijdig aan het onderste deel van de kap. Deze stijlen rustten op horizontale balken tussen de verticale stijlen en de muur. Ter hoogte van de knik in het dak waren op de spantbenen halve geschoorde jukdekbalken aangebracht die verbonden waren met de verticale stijlen van het bovenste spant. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Documentair tekenwerk van M. SoironDe onderbouw van de middenbeuk tussen de 3 meter hoge stenen binnenmuren heeft geen stalfunctie gehad, maar diende om het toegepaste secundair gebruikte schuurgebint op de gewenste hoogte te brengen. Het bewijs daarvoor levert een zestal tekeningen van Soiron. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 345]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
349 Plattegrond van de pachthofschuur met lengte- en dwarsdoorsnede. Tekening schaal 1:300, door A. Warffemius.
In deel I en X van zijn verzamelde schetsen bevinden zich drie plattegronden, twee dwarsdoorsneden en een lengtedoorsnede die allemaal betrekking hebben op de ‘groote schuur’ of ‘oude schuur tot St Gerlac’. Soiron tekende een driebeukige schuur van zes traveeën onder een zadeldak met topgevels.
350 Doorrijgang met de poort van de grote schuur gezien naar de westelijke dindeuren. Links de tasruimte en rechts de gesloten frontgevel. Opname 1962.
Het betreft de volgende bladen:
Vergelijking met opmetingen uit 1963 (door J.P. Staal) en 1973 (door N. Koers en P. Verschuren) leert dat de vorm, de maatvoering en de kernconstructie van het pachthofgebint identiek zijn aan die van dit ‘oude gebint’. Niet alleen de spantconstructie, maar ook de verbindingen in de lengte met korbelen en lange voetschoren komen frappant overeen. Helaas is al het oude hout na sloop van de grote schuur afgevoerd. Via dendrochronologisch onderzoek had wellicht de ouderdom van de spantconstructie kunnen worden vastgesteld. Zoals op de opmetingstekeningen van de pachthofschuur (afb. 349) is te zien, bestond deze evenals de oude schuur uit zes traveeën, echter met dit verschil dat de beide | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 346]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
351 Plattegrond en dwarsdoorsnede van de grote pachthofschuur, door M. Soiron. RAL, Maastricht, Hs. Soiron, Deel I, p. 69 en X, p. 376.
buitenste traveeën ongeveer tweemaal zo breed zijn als die van de oude schuur. Wat is het geval? Couven ontwierp een schuur die niet alleen twee traveematen langer was, maar ook aanmerkelijk hoger dankzij de stenen voetmuren waarop de bestaande houtconstructie werd gezet. Hij gebruikte daarvoor als uitgangspunt de gebintconstructie van een al veel oudere schuur, secundair materiaal dat al ter plaatse aanwezig moet zijn geweest. In Soirons woorden is het letterlijk een ‘Elevatie van de schuur tot St. Gerlac’. Om de mansardekap te kunnen maken werden rondom de omhoog gebrachte kernconstuctie heen halve spantbenen geplaatst, waarvan de dekbalk werd verbonden met de stijlen van het bovenste juk. De ontdekking en de interpretatie van deze Soironbladen heeft even tot verwarring geleid. Had Couven de pachthofschuur wel gebouwd, zoals altijd - zonder bronvermelding - wordt beweerd? Soirons tekeningen zijn immers zo overtuigend informatief, dat het lijkt alsof hij zelf de bouw ter hand heeft genomen. In dat geval zou de pachthof jonger zijn dan 1759, het jaar waarin Couven voor de stiftdames in actie was. Deze suggestie moet echter terzijde worden geschoven. Omdat Soiron (1748-1834) in 1759 net elf jaar was, kan hij onmogelijk in aanmerking komen als bouwmeester. Waarschijnlijk ligt het meer voor de hand dat Soiron, die eind jaren zeventig voor het klooster werkte, deze schetsen overnam van materiaal uit het onder de proost berustend kloosterachief. Wellicht dienden de eerste gebreken zich toen al aan en verzamelde hij zo goed mogelijk de voorhanden gegevens. Een bewijs voor zijn grondige en leergierige aanpak levert pagina 34 in deel VIII, waarop hij een schetsje geeft van de voorgevel met informatie over de details: vazen en zwanen, het kloosterwapen (afb. 353). In deel V, p. 504 (afb. 354) geeft hij ook nog andere interessante bijzonderheden over bouwmaterialenGa naar eind13 en de constructie van een mansarde volgens de receptuur van zijn oudere Akense voorganger:
Om de Marsard dacken op de beste proporties te tekenen volgens den architec Couven Verdeelt de Hoogte van Uw dack in vyf deelen en neemt 3 deelen voor het onderste gedeelte, en twee voor het bovenste, en geeft den talud aen het onderste gedeelte de helfte van de 3 deelen | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Restauratie en nieuwbouwDe pachthof is in 1995-96 volledig herbouwd als hotel binnen het historisch bepaalde bouw- en kapvolume. Hier is zoveel mogelijk getracht het oorspronkelijk uiterlijk en karakter op te roepen. De realisatie vergde uiteraard wel de nodige aanpassingen en concessies. Het is de creatie van een monumentale huls als | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 347]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
352 Lengte- en dwarsdoorsnede van de grote schuur van de pachthof met ingeschreven maten, door M. Soiron. RAL, Maastricht, Hs. Soiron, Deel X, p. 373-375.
verpakkingsmateriaal voor een modern bedrijf. Een vorm van Narcisme in de Monumentenzorg! Monumenten in het krachtenveld van ‘Dichtung und Wahrheit’. Zo ongeveer verhouden zich in de nieuwe bestaansfase historie en materie. Wat zit er onder die huid? Een grote kelder onder het gehele bouwvolume (stook- en wijnkelders). Men heeft getracht het oude doorrijschuur-idee te handhaven door de lange middenmuur gedeeltelijk te herbouwen. Op de begane grond is de vroegere schijnpoort geopend en tot hoofdingang geworden. De twee met hardsteen omlijste segmentboogvormige vensters aan weerszijden van het middenrisaliet zijn in de nieuwbouw weer teruggebracht. Ze zijn aangevuld met een aantal gelijkvormige, maar wat grotere vensters met een lager geplaatste onderdorpel. De omlijsting is niet van hardsteen, maar gecementeerd om duidelijker het verschil tussen oud en nieuw te laten uitkomen. De nieuwe vensters op de verdieping hebben dezelfde afmeting. Het mergelstenen veld van het nieuwe timpaan is groter dan oorspronkelijk vanwege het aanbrengen van de oculus. De lijst is van drie tot twee lagen baksteen gereduceerd. Boven op het tympaan is de dubbele adelaar van het stiftswapen opnieuw aangebracht in verguld smeedijzer. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 348]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
353 Schets van de pachthof met de annotatie ‘Elevation van de schuur tot St. Gerlac’. Voorgevel met een vensteropening aan weerszijden van de grote poort, zwaan en knop als dakbekroning; drie vazen voor dito toepassing. Daaronder: ‘Profil’, schets van mansarde-dak. RAL, Maastricht, Hs. Soiron, Deel VIII, p. 34.
354 Gewichtstabel van verschillende bouwmaterialen en de maatverhoudingen van een mansarde-dak volgens J.J. Couven. RAL, Maastricht, Hs. Soiron Deel VIII, p. 504.
355 Overzicht van de pachthof na de restauratie van de hoekpaviljoens en de aangepaste herbouw van de grote schuur als hotel. In de tuin is als nieuw element een glazen paviljoen toegevoegd. Opname 1997.
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 349]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
356 Noordoostelijk hoekpaviljoen met links daarvan het woonhuis uit 1924 in de oostvleugel en het bakhuis in de uitbouw. Rechts doorzicht naar de kerk en de châteauvleugel. Opname 1988.
357 De buitenzijde van de oostvleugel gezien naar het noorden. Opname 1997.
De enorme mansarde-kap is gereconstrueerd. Het ruimtepotentieel is volledig benut. Aan beide uiteinden van de daknok waar zich vroeger rijk bewerkte, smeedijzeren windvanen bevonden, bevinden zich nu schoorstenen. Tegen het onderste gedeelte van de mansardekap zijn nieuwe dakkapellen met een segmentvormige bovenlijst in strakke vorm aangebracht en daartussen op iets hoger niveau drie cirkelvormige. Aan de zuidzijde en aan de zijkanten van de mansarde zijn twee reeksen dakkapellen en oculi gemaakt. In de zuidgevel die van kunststeen is opgetrokken, werd het aantal vensters eveneens vermeerderd. Verder is er een verbinding gemaakt naar het glazen paviljoen dat in de vroegere moestuin als nieuw element is toegevoegd. De nieuwe indeling binnen de voormalige pachthofschuur is uiteraard volledig ondergeschikt aan het programma van eisen dat de hotelfunctie stelt. Naast een ruime hal nemen een bar, lounge en keuken de nieuwe de plaats in van de vroegere korenopslag. De interieurs, ontworpen door het bureau Quaedvlieg in een melange van oud en nieuw, vallen buiten bestek van deze monumentenbeschrijving. Een opmerkelijk historisch bouwelement dat een plaats kreeg in de hal tegenover de ingang verdient nog een speciale vermelding. Het is een hardstenen boog, afkomstig van het oude klooster, die vroeger als rand van een drenkplaats of paardenwed ten zuiden van het proostenhuis lag. Bij de herplaatsing is de basis helaas wat te breed opgezet, zodat de sluitsteen niet helemaal past. Oorspronkelijk was de boog ook hoger, maar vanwege de geringe hoogte van de ruimte heeft men een blok minder herplaatst. Jammer genoeg zijn juist de blokken waarin de overgang van het boogprofiel naar de verticale lijst werd opgevangen niet opgenomen. De archeologisch geïnteresseerde bezoeker kan die ontbrekende stukken gaan zien als schampstenen bij de parkeerplaats, rechts aan het begin van de Corneli-allee. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vleugels tussen de paviljoensDe hoekpaviljoens en de grote schuur werden onderling verbonden door lage vleugelgebouwen. Ze zijn niet meteen tegen de buitenmuren aangebouwd, maar in een iets latere bouwfase. Dat is bij het bouwhistorisch onderzoek gebleken. De buitenmuur van de oostvleugel is in verband met paviljoen B opgetrokken, maar de gevel aan de basse-cour niet. Dat bleek uit het feit dat hij aansloot op een al voordien gewitte muur. De vleugels werden oorspronkelijk alle gedekt met een doorlopend zadeldak met pannen. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De oostvleugel en de poortIn de oostvleugel is een poort opgenomen, aanvankelijk de enige toegang tot het binnenterrein (afb. 357-359). Deze poort of ‘invaart’ lag schuin tegenover de oostelijke deur van de grote schuur, zodat men vrijwel recht de schuur in kon rijden, maar met evenveel gemak bij rechts aanhouden de cour kon oprijden. De profilering van de toplijsten boven de poort in de oostvleugel (aan de buitenkant en op de binnenplaats) wijken af van de horizontale lijsten op de oostvleugel. Het is de vraag of dit verband houdt met een latere reparatie of een verlaging van het poortgebouwtje. De afwerking mist de allure van de rest van het complex. De ruimtes aan weerszijden van de poort waren gebouwd als schaapstal (noordzijde) en varkensstal (zuidzijde). | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 350]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
358 Het zuidoostelijk gedeelte van de grote cour met het hoekpaviljoen en het poortgebouw in de oostvleugel. Opname maart 1995.
359 De oostvleugel met het poortgebouw en het zuidoostelijk hoekpaviljoen na restauratie en herbouw. Opname 1997.
De schaapstal sloot aan op die in het noordoostpaviljoen (B). In het begin van de 20ste eeuw is de stal omgebouwd tot woning, waarbij men een deur en vensters aanbracht in de muur aan de veldzijde. Een steentje boven de deur geeft het jaartal 1923 aan. Ten behoeve van deze woning is ook een bakhuis tegen de buitengevel gezet (afb. 356). Het meest noordelijke deel van de oostvleugel was in 1953 nog in gebruik als stal en werd in 1973 bij de woning getrokkenen die toen op de verdieping van het noordoostelijke paviljoen was ingericht. Ten zuiden van de oostpoort is nog een ruimte, door Soiron aangeduid als varkensstal. Volgens Buchkremers plattegrond was hij vroeger via een brede doorgang vanaf de binnenplaats te bereiken. Deze doorgang is bij de bouw van een latere varkensstal tegen de zuidvleugel dichtgezet. Om toch toegang te krijgen kwamen er kleine toegangen naast het zuidoostpaviljoen (C) en vanuit de oostpoort. De vensters in de buitenmuur die al bij Buchkremer voorkomen, zijn later verbreed en van hardstenen omlijstingen voorzien. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ZuidvleugelDe beide korte zuidvleugels aan weerszijden van de grote schuur zijn waarschijnlijk niet van meet af aan aanwezig geweest. Oostelijk gedeelte. Het oostelijke gedeelte vormde oorspronkelijk een open wagenschop. Die situatie is later gewijzigd. Voor de restauratie bevond zich hier nog altijd een wagenschop van drie vakken, waarvan het dak werd gedragen door een zware balk gestut door twee standvinken. De openingen zijn later dichtgezet | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 351]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
360 Doorsnede G-H over de paardenstal in de westvleugel, schaal 1:300, getekend door A. Warffemius, 1998.
361 De westvleugel met het zuidwestpaviljoen aan de courzijde. Opname 1962.
met een mergelwand en daartegenaan werd nog eens een lage varkensstal gebouwd, zoals nog is te zien op een opmetingstekening uit 1953. De ruimte van het vroegere wagenschop is bij de herbouw in 1996 vervangen door een passage die het zuidoostelijk hoekpaviljoen (hotelkamer) verbindt met de lounge in de grote schuur. Westelijk gedeelte. Het westelijk gedeelte van de zuidvleugel herbergde volgens Soiron ooit een kalverstal met een voergang in het midden. Later is de vleugel als wagenschop gebruikt. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
WestvleugelDe westvleugel was in zijn geheel bestemd voor de stalling van het vee. Tussen de pachterswoning en de stallen liep een smalle gang als scheiding. Aan de zijde van de binnenplaats was een serie met hardsteen omlijste staldeuren die uitkwamen op de paardenstal, de veulenstal en de koeienstal (afb. 360-362). De plafonds bestonden uit bakstenen troggewelven gedragen door zware overhoeks gelegde balken. De kappen van deze eenbeukige vleugels bezaten bezaten jukdekspanten met op de jukdekbalk twee met de lijn van het dak lopende spantbenen. Deze werden gestut door voetschoren en onderling verbonden door een zwaar haanhout. Van de stalinrichting die Soiron tekent krijgt met een indruk van de veestapel. Er was plaats voor zes paarden, drie veulens en in totaal zesentwintig koeien.
362 De zuidwesthoek aan de grote cour met gerestaureerd hoekpaviljoen en de herbouwde westvleugel (rechts). Links van het hoekpaviljoen de westelijke verbindingsvleugel op de plaats van een voormalig schop. Opname 1997.
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 352]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
363 Plattegrond van een grote hoeve met bassecour en twee hoekpaviljoens door J.J. Couven. Collectie Suermondt-Ludwig-Museum, Aken.
Die getallen, waarbij nog een grote kudde schapen en een flink aantal varkens en kalveren gerekend moet worden plus de veertien koeien uit het zuidwestelijk paviljoen, geeft een goede indruk van het welvarende kloosterbedrijf. De stalvleugels konden geen van alle gehandhaafd worden en zijn opnieuw opgetrokken en omgetoverd tot hoteleenheden. De zadeldaken zijn vervangen door mansardes, waarvoor overigens geen aanwijzingen in het werk zijn gevonden. Deze kapvorm was economisch profijtelijker in verband met het uitbaten van de zolderruimtes. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Basse-courOver de inrichting van de basse-cour is niet veel bekend. Oorspronkelijk zal er een vaalt met lage keermuur of ‘sprönk’ voor de brede schijndeuren van de grote schuur hebben gelegen. Alleen Buchkremer en H. van der Wal geven wat aanwijzingen. Buchkremer tekende twee gescheiden compartimenten. Hierop is de huidige inrichting geïnspireerd. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Architectonische verwantschapDe pachthof mag op Nederlands grondgebied dan wel een uniek voorbeeld zijn van een groots opgezet 18de-eeuws agrarisch bedrijf, binnen het ‘Land zonder Grenzen’ staat en stond hij niet alleen. Johann Joseph Couven pastte de hoofdopzet ook elders toe binnen en buiten de driehoek Aken-Maastricht-Luik. In zijn oeuvre zijn daarvan een paar interessante voorbeelden te vinden. Verwantschap wordt bijvoorbeeld aangetroffen bij de aanleg van Hof Loigné bij de abdij van Val Dieu (België).Ga naar eind14 Het is een eenvoudig voorbeeld van een bemuurde hof met tegenover elkaar gelegen stallen en schuren, maar zonder de karakteristieke grote schuur. Het ontwerp van Couven voor een niet met name bekende grote hoeve in de collectie van het Suermondt-Ludwigmuseum in Aken (afb. 363) komt veel dichter in de buurt van het Houthemse ontwerp. Ook hier een
364 ‘Profil zum dachwerk der Scheune(?) zu Kalckoven 1751’, getekend door J.J. Couven. Collectie Suermondt-Ludwig-Museum, Aken, Inv. nr. CKB 356.
centrale schuur in de as en twee paviljoens ter weerszijden van de door een muur van de weg afgesloten poort met hekposten. In het woonpaviljoen zijn trappenhuis, Kammer, Küche, Stube en Spinde ondergebracht. Het ertegenover liggende paviljoen herbergt net als in Houthem-St. Gerlach een bakhuis en de Herrschaftliche Zimmer. Een duidelijke verwantschap is ook nog te onderkennen in de aanleg van de boerderij bij het herenhuis van Gut Kalkofen in Aken (afb. 364-365).Ga naar eind15 Deze spreekt met name uit het gesloten karakter van de grote schuur die door Couven in 1751 als pendant schuin tegenover het eigenlijke Herrenhaus is gebouwd. Een architectonische verwantschap treft men niet alleen bij grote landgoederen en grote hoeves aan, maar ook bij kloosters, zoals bijvoorbeeld het klooster Hocht in het Belgische Lanaken.Ga naar eind16 In zijn uniciteit was en is de pachthof wellicht ‘eenzaam maar niet alleen’.
365 De door J.J. Couven gebouwde grote schuur van Gut Kalkofen bij Aken. Foto P. van Galen. Opname 1999.
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 353]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Indeling van de pachthof
|
|