Stichtelijke gezangen, in verscheidene gelegenheden gedicht, en met aanmerkingen, tot verstand van eenige stukken uit de H. Schrift, verrijkt. Deel 2(1764)–Rutger Schutte– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 234] [p. 234] De zielen dorstende naar Christus en zijn heil. Schreeuwt een hert naar wa - ter - stroomen, Hijgen- = de, zoo schreeuwt mijn ziel Om-tot V. o God, te koomen, Wiens nabij-heid mij be - viel. Dorstend zoektze, waar ze zweeft, Is rets God die eeuwig leeft. Och wanneer zal ik, na 't kwijnen; Voor Gods, aangezicht verschij- nen? Vorige Volgende