Stichtelijke gezangen, in verscheidene gelegenheden gedicht, en met aanmerkingen, tot verstand van eenige stukken uit de H. Schrift, verrijkt. Deel 2(1764)–Rutger Schutte– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 233] [p. 233] Gods Gestrengheid, en Goedheid. enz. D' af val - lig-heid des boozen doet, Een god- spraak stil in mijn gemoed: ‘Gods vrees, al zien't Gods oo - gen, ‘Want d'aarde zeilt in Ka-ïns zog, ‘Elk spreekt van onrecht en bedrog; ‘Ver van wel- da- dig - he - den: ‘Geldt niets Doch schoon zijn oog zich vleit, ‘Gods wraak vindt haast zijn snood be-leid, ‘Zal d'ondeugd niet ge-doo - gen. ‘Daar 't hart op't le- ger onrecht smeedt, ‘De Voet op slinksche we - gen treedt, ‘Niet schuw van snoode ze - den. Vorige Volgende