Stichtelijke gezangen, in verscheidene gelegenheden gedicht, en met aanmerkingen, tot verstand van eenige stukken uit de H. Schrift, verrijkt. Deel 2
(1764)–Rutger Schutte– Auteursrechtvrij
[pagina 206]
| |
Gezangen.Bl. 31. v. IV: r. 3. Door haar kooken. lees, Door het kooken. Bl. 42. v. II: r. 3. Zilv're. lees, Zilv'ren. Bl. 70. v. II. r. 3. 'k Was in die onzalige uuren. lees om de muziek, 'k Was in all' die treurige uuren. | |
In het II. Deel.In de Gezangen.Lees om de Muziek. Bladz. II. v. VII. r. 5. 't Anker zal het Schip bewaaren,
Bladz. 12. v. IX. r. 1-4. Zoo we al 't zelfde niet gevoelen,
Goël zij de waarheidsbron.
Bladz. 13-15. Moeten de lange regels uit, en de korte inspringen. Bladz. 14. is na r. 11. En van haar magt beroofd. uitgevallen, Nu is de hel geslooten; Bladz. 20. v. VIII: r. 1-6. Wijs ons, goddelijke Liefde,
Die ons hart vernoegen kunt;
| |
[pagina 207]
| |
Wat ons aftrok, wat ons griefde,
Steeds het waare middelpunt.
Leer ons ziel en zin vereenen,
En door 't waare heilgenot,
Bladz. 58. v. I. r. 1-5. 't Lust mij de Godstent te beschouwen.
Aholiab moest met Bezaleël,
Die naar 't bestek van Horeb bouwen,
't Geen Moses gaf naar 't hemelsche bevel.
Die bouwschets mag vernuft en kunst vertoonen:
Bladz. 61. v. V. r. 3-6. 'k Zal van Gods Geest het reukwerk haalen;
Hier traant de myrrh', hier druipt de nagelgom.
Ja Galbans lucht, hoe zwaar bij speserijen,
Kan in den druk verblijen;
Bladz. 63. v. IX. r. 4, 5. Met vuur en licht, zoo word ik nooit verward.
Zal ik den weg in dees woestijne treffen.
Bladz. 63. v. X. r. 1-5. Aholiab kan met Bezaleël.
Voor God geen tent in 't harte bouwen:
Hier werkt Gods Geeft naar 't goddelijk bevel.
Dees bouschets zal vernuft en kunst vertoonen.
Bladz. 153. r. 4. staat N. II. lees I. | |
[pagina 208]
| |
In de Aanteekeningen.Bladz. 79. r. 12. Hunne lees Haare. Bladz. 81. r. 15. Hunne lees Haare. Bladz. 110. r. 9. Jom. C. 5. lees Jom C. 1. Bladz. 117. r. 2. ךּיַנ̲דֲע lees ךּיַנ̲דֲע Bladz. 139. r. 22. Altoaren lees Altaaren. Bladz. 139. r. 25. Haaren lees Haare. Bladz. 171. r. 2. Zinnprent lees Zinneprent. |
|