Gevaarlijk leven. Een biografie van Joris Ivens
(1995)–Hans Schoots– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 136]
| |
Hoofdstuk 8
| |
[pagina 137]
| |
over Kamtsjatka, het schiereiland in het uiterste oosten van Siberië, en een documentaire over de sovjetluchtvaart.Ga naar eind3 Met niet minder dan vier produkties in het vooruitzicht vertrok Ivens half april 1934 in gezelschap van Anneke van der Feer naar Moskou. De pers meldde dat hij vanuit Antwerpen per boot naar Leningrad reisde, maar ze namen de trein via Zwitserland, Oostenrijk en Tsjechoslowakije.Ga naar eind4 Helene van Dongen aarzelde eind juni nog of ze hem zou volgen - ‘dat hangt helemaal af van wát en wanneer Joris draait,’Ga naar eind5 zei ze -, maar kort daarna vertrok ook zij naar de sovjethoofdstad, waar Ivens zijn relaties met beide vrouwen voortzette. Anneke werd officieel Vsekomchoedozjnik, Communistisch Kunstenares, en lid van de Moskouse Kunstenaarsbond.Ga naar eind6 Bij Helene zat het enthousiasme voor het sovjetsocialisme minder diep. Tijdens Ivens' vorige reis naar de ussr had ze nog aan Jan Hin geschreven: ‘Vertrouwelijk gezegd vind ik het oerzonde dat hij zijn grote werkkracht voor die moderne mode “het communisme” geeft.’Ga naar eind7 Ze paste zich echter aan. Ze volgde wat colleges aan de Moskouse filmschool bij de grote sovjetcineasten, gaf er zelf les over geluidsmontage en bij Mezjrabpom werkte ze met Ivens aan enkele uitgesproken propagandistische films. Anneke en Helene schijnen elkaars aanwezigheid zo goed en zo kwaad als het ging te hebben aanvaard. In later jaren spraken ze in brieven tenminste niet onvriendelijk over elkaar en soms correspondeerden ze zelfs onderling.Ga naar eind8 Twee dagen na zijn aankomst in Moskou moest Ivens wegens heftige bronchitis en astma-aanvallen worden opgenomen in het Kremlinhospitaal, een ziekenhuis voor de sovjetelite,Ga naar eind9 waar arts Ignati Kazakov hem behandelde met het geneesmiddel Lysat. Vier jaar later werd de dokter in het grote showproces tegen de oude bolsjevieken Boecharin, Rykov en negentien anderen ter dood veroordeeld op beschuldiging van betrokkenheid bij de ‘moord’ op het boegbeeld van de sovjetliteratuur Maksim Gorki en een komplot om Stalin en andere sovjetleiders tijdens medische behandeling uit de weg te ruimen, onder meer door de toediening van datzelfde Lysat.Ga naar eind10 De beschuldigingen raakten kant noch wal en in zijn memoires beschreef Ivens met de nodige zelfspot hoe hij tijdens een verblijf in China de procesverslagen las en zich een ongeluk schrok. ‘Geen seconde was het idee bij me opgekomen dat deze mensen weleens gemarteld en murw gemaakt konden zijn voor ze ermee hadden ingestemd hun bekentenis te tekenen. Toen ik de verslagen las, koes- | |
[pagina 138]
| |
terde ik geen enkele twijfel dat ze verraders waren geworden.’ Ivens stuurde een telegram naar zijn broer Wim, arts te Amsterdam. ‘Wat denk jij van die Lysat, ik ben ermee behandeld en nu heeft die dokter Kazakov bekend dat het sabotage was.’ Het antwoord was kort: ‘Nee, je loopt geen enkel gevaar.’Ga naar eind11 In 1934 was hij dan ook gezond en wel ontslagen uit het ziekenhuis, waarna hem echter direct een onaangename verrassing wachtte, want in juni 1934 kwam André Malraux naar Moskou om met Sergej Eisenstein een nieuw scenario voor ‘La condition humaine’ te schrijven. Het werd net zo min uitgevoerd als dat van Ivens en Malraux, daar Eisenstein weinig geliefd meer was bij het regime en Malraux zich in Moskou te veel kritische opmerkingen veroorloofdeGa naar eind12, maar Ivens was zo gefrustreerd over de gang van zaken dat hij later ontkende ooit met de Franse schrijver aan ‘La condition humaine’ te hebben gewerkt: ‘Het waren niet meer dan geruchten die door journalisten de wereld in waren geholpen,’ zei hij, vergetend dat hij en Malraux zich er indertijd over hadden laten interviewen door kranten in Frankrijk, België en Nederland.Ga naar eind13 Om onduidelijke redenen verdwenen in Moskou ook de plannen voor de films over Kamtsjatka en de luchtvaart van tafel en Ivens' eerste bezigheid werd nu een korte antinazistische film in samenwerking met de Duitse communistische schrijver Gustav Regler, die ook net in de ussr was aangekomen. De titel ervan luidde waarschijnlijk Saarabstimmung und Sowjetunion, maar geheel zeker is dit niet aangezien de film zelf is verdwenen.Ga naar eind14 Na de eerste wereldoorlog was het Duitse Saarland onder bestuur van de Volkenbond geplaatst, als niemandsland tussen Duitsland en Frankrijk, en in januari 1935 zou de bevolking in een plebisciet mogen beslissen of zij heim ins Reich wilde. Voor Hitler was het de eerste stap naar de vereniging van alle Duitsers in het Derde Rijk en de verkiezingsstrijd werd een confrontatie tussen voor- en tegenstanders van het nazisme. ‘Voor mij was het in deze tijd erg belangrijk,’ zei Ivens, ‘dat er over de Sovjetunie veel leugencampagnes in Europa werden gevoerd, natuurlijk vooral in Hitler-Duitsland, en ik wilde deze leugens bestrijden door het dagelijks leven in Moskou te tonen... Toen kwam Gustav Regler met een voorstel bij me. Hij had een actie in het Saargebied op het oog, een propaganda-actie, en wilde daar graag een film voor hebben. Toen heb ik gezegd: dat is prachtig, daar kunnen we in samenwerken, want we dachten | |
[pagina 139]
| |
indertijd dat het Saargebied enorm belangrijk was voor de antifascistische strijd in heel Europa.’Ga naar eind15 Saarabstimmung und Sowjetunion moest het communisme aanprijzen als alternatief voor het nazisme en volgens Regler legde Ivens hem uit dat daarbij geen plaats was voor nuances. ‘Wie te veel aspecten belicht is een slecht propagandist. Alleen het eenvoudige heeft uitwerking. Luister: “De nazi's liegen, de Russen zeggen de waarheid”, zo moet het zijn en niet anders!’ Regler had zijn twijfels, schreef hij tenminste in zijn autobiografie, en dus nam Ivens hem mee naar de montagekamer. Daar kreeg hij een verblindend visioen van het sovjetsocialisme voorgeschoteld: na het Rode Plein verscheen een troosteloze steppe in beeld en vanuit deze indrukwekkende leegte dook de fata morgana op van een moderne boerderij met combine en silo, kwam dichterbij en was realiteit. De film eindigde in een grootse apotheose: ‘Zoals vele rivieren zich tot één stroom verenigen, spoedden hier gelukkige arbeiders zich naar vrolijke boeren, stootte dorp op stad, de stroom zwol en stortte zich vervolgens uit op het Rode Plein alsof de stuwdam van het leven was gebroken: turners en hardlopers, worstelaars en springers - kon er in een hongerende staat zoveel gezondheid zijn? - zingende meisjes, dansende kinderen, de roeiers, de skiërs, de alpinisten, de sportvliegers, soepel in al hun leden. En omlaag naar het mausoleum van Lenin zwenkte het objectief en het ronde gezicht van Dimitrov verscheen! Hij hief beide armen, hij omarmde de jeugd, het geloof, de overwinning.’Ga naar eind16 De Bulgaar Georgi Dimitrov was net secretaris-generaal van de Communistische Internationale geworden. Een deel van de opnamen werd waarschijnlijk gemaakt tijdens de parade die op 27 juli door honderddertigduizend Moskouse sportlieden werd gehouden op het Rode Plein, onder het toeziend oog van Josif Stalin zelf. Regler was zo verblufd over de montage die hij te zien kreeg dat al zijn twijfels verdwenen, maar drie jaar daarna noteerde hij in zijn dagboek: ‘Het was net een Duits sprookje: “Tafeltje dek je, ezeltje strek je”,’ en elders noemde hij Saarabstimmung und Sowjetunion zonder omhaal een ‘film van zelfbedrog’.Ga naar eind17 De verantwoordelijke functionaris van de Comintern was niet zonder meer bereid toestemming te geven voor openbare vertoning van het werkstuk. Die beambte was Béla Kun, de legendarische leider van de Hongaarse revolutie van 1919. Toen Regler bij Kun ging informeren wat hij van de film vond, zou hij te horen hebben gekre- | |
[pagina 140]
| |
gen dat het een opdringerige zwart-witvoorstelling was. Maar toen Regler de Hongaar later toevallig ontmoette in hotel Moskva, gaf deze de film alsnog met een nonchalant gebaar vrij. Hij treinde met zijn rolprent naar Saarbrücken, waar op 16 december 1934 de eerste projectie plaatsvond in bierlokaal Der Stiefel. De première werd echter tevens laatste voorstelling, want terwijl Hitler opmarcheerde, maakten de Duitse partijgenoten zich er druk over dat Stalin niet in de film voorkwam. Reglers uitleg dat het erom ging een breed publiek te bereiken, sloeg niet aan en de Duitse communistische partij aan de Saar stond geen vertoning meer toe.Ga naar eind18 Kort daarop sprak negentig procent van Saarlands bevolking zich uit voor aansluiting bij Duitsland. Hoewel Regler na het Saarlanddebâcle in Moskou terugkeerde, zei Ivens nooit op de hoogte te zijn geweest van het vertoningsverbod door de Duitse communisten,Ga naar eind19 wat weinig aannemelijk is, omdat als hij Regler al niet opnieuw in Moskou ontmoette, dan in ieder geval in 1937 bij Madrid. Waarschijnlijker is dat hij liever niet herinnerd werd aan deze nieuwe vernederende ervaring in de Sovjetunie, waar hij een speelbal leek te worden van machten waarop hij geen greep had.
De Moskouse filmwereld was er een geworden van hopeloze frustraties. Eisenstein werd onophoudelijk dwarsgezeten, met als gevolg dat hij van 1932 tot 1935 nauwelijks kon werken, Kalatozov en Vertov kregen eveneens moeilijkheden, en de laatste schreef in zijn dagboek: ‘Hoe kun je je tegen de bureaucratie te weer stellen, met haar instructies die geen besluiten inhouden maar slechts uitstel, beslissingen met een eindeloos “morgen”. Hoe is het te verklaren dat men zo ongeduldig is met de getalenteerden en zo geduldig met degenen zonder talent?’Ga naar eind20 Ook buitenlandse gasten die door het regime zelf waren uitgenodigd, verging het niet beter. Hans Richter was al in 1933 vertrokken zonder zijn film Metall te hebben kunnen voltooien. De Duitse theaterman Erwin Piscator, inmiddels een goede kennis van Ivens, was naar Moskou gehaald voor de verfilming van Anna Seghers' novelle Die Fischer von Santa Barbara, maar toen Piscators film na drie jaar vol tegenslagen gereed was, werd hij na enkele weken bioscoop op de plank gelegd en werd de maker beschuldigd van ‘formalisme’ en ‘vulgaire sociologie’. Het verraderlijke van zulke kritiek was dat er altijd wel een of ander aanknopingspunt | |
[pagina 141]
| |
voor was en ook Joris Ivens zei later nog over Piscator: ‘Bij hem ging ook niets via de ziel, via het hart. Kunst was voor hem zeer cerebraal, een zaak van de hersenen.’Ga naar eind21 Een andere gast van de Sovjetunie, Béla Balázs, voltooide in de lente van 1934 De Tisza brandt, maar nog voor het tot een première kwam, werd de film verboden. ‘Dit was de meest bittere periode van mijn leven,’ schreef Balázs. ‘Moreel de meest vernederende, geestelijk de meest onvruchtbare en ook fysiek de meest slopende... In deze drie jaar werd mijn haar grijs. En ik ruïneerde mijn hart voorgoed,’Ga naar eind22 wat hem er niet van weerhield trouw te blijven aan de Sovjetunie.
In de herfst van 1934 voltooide Joris Ivens bij Mezjrabpom het enige van de vier projecten waarvoor hij naar Moskou was gekomen: een nieuwe versie van Borinage. Ditmaal was de tegenstelling tussen het arbeidersleven onder socialisme en kapitalisme tot hoofdlijn van de film gemaakt. Zo werd er een ontmoeting opgenomen tussen Belgische proletariërs die de ussr bezochten en Russen die werkten aan de bouw van de Moskouse metro. Gezeten aan een overvloedige dis vertelden de Belgen nog eens uitvoerig het verhaal dat in de eerste Borinage-versie te zien was geweest, maar nu met meer bravoure, en de Moskouse collega's waren het er helemaal mee eens: ‘Ja, zo moet het. Uit jullie woorden is duidelijk geworden hoe de strijd bij jullie gevoerd wordt. De idee van een stormaanval groeit in het bewustzijn van de massa's... Kameraden, ze hebben onze overwinning niet kunnen tegenhouden en ze zullen ook jullie niet kunnen tegenhouden.’ De commentaartekst was van Dimitrovs secretaris Alfred Kurella, een Duitse schrijver die onder emigranten in Moskou de reputatie genoot zijn landgenoten te bespioneren voor de sovjetveiligheidsdienst. In zijn boek Ich lebe in Moskau uit 1947 was hij dan ook zeer lovend over de arbeid van de geheime politie: ‘Zoals de chirurg zich er bij een kankeroperatie niet toe kan beperken alleen het weefsel weg te halen dat direct door het kwaadaardige gezwel is aangetast, moet je ook bij zulke operaties tegen levensgevaarlijke ziekten van het maatschappelijke organisme de kring van personen die ter verantwoording worden geroepen ruim nemen.’Ga naar eind23 Aan het slot van de film werden beelden uit het oude Oekraïense mijnwerkersdorp Sobatsjovska onderbroken door flitsen uit de revolutietijd, gevolgd door de climax: de moderne mijnwerkersnederzetting Gorlovka, | |
[pagina 142]
| |
vanuit de lucht nog het meest lijkend op een villawijk. De interieuropname van een fraaie woning met grote taart op tafel laat zien dat mijnwerkers het nergens beter kunnen treffen dan in de Sovjetunie. De montage was van Helene van Dongen, die zich steeds meegaander toonde ten aanzien van het communisme, en de drieëntwintigjarige Amerikaan Jay Leyda had geassisteerd bij de regie. Leyda studeerde aan de Moskouse filmschool, werkte later nog voor Vertov en Eisenstein en werd een vooraanstaand filmhistoricus. Henri Storck vond de Russische Borinage ‘nogal belachelijk, maar enfin’.Ga naar eind24 Ivens viel een grote eer te beurt toen zijn Borinage direct na Dzjiga Vertovs Drie liederen over Lenin werd vertoond voor de buitenlandse gedelegeerden naar het zevende wereldcongres van de Comintern, dat in augustus 1935 in het Vakbondshuis in Moskou plaatsvond,Ga naar eind25 maar tot de bioscopen van de Sovjetunie lijkt de film niet te zijn doorgedrongen, afgaand op een klacht die Ivens twee jaar later uitte bij een filmfunctionaris in Moskou: ‘Ik heb nog niet gehoord of de films Borinage en Nieuwe gronden, waarvan een Russische versie is gemaakt, al in de Moskouse bioscopen zijn gedraaid. Kun je niet eens informeren bij de distributieafdeling? Indertijd hebben de Hollandse en Franse censuur, en nu ook de Amerikaanse censuur... deze films ten dele verboden of ingekort omdat ze zulke krachtige en openhartige documenten van de arbeidersstrijd zijn, reden te meer om ze in de Sovjetunie onbekort te vertonen.’Ga naar eind26
1935 was voor Moskou een jaar van hoop. De welvaart groeide, voor het eerst waren brood en andere levensmiddelen niet meer op de bon, en tussen de nieuwe artikelen in de etalages van de grote levensmiddelenwinkel Gastronoom I prijkten, net als trouwens in andere winkels, de portretten van Stalin. Er was weer uitgaansleven en er was voor het eerst sinds tien jaar zelfs weer een plattegrond van Moskou te koop, al had deze geen praktisch nut aangezien er alleen op was getekend hoe de stad er in 1945 uit zou zien, na de voltooiing van het tienjarenbouwplan. Stalin kondigde een wijziging van de grondwet aan die meer democratie beloofde. ‘Het ergste is nu voorbij,’ was de algemene opinie. In hetzelfde jaar vond echter ook de aanloop plaats tot de grote terreur van de jaren 1936-1938. Sinds het einde van de jaren twintig bestond er al een bloedige repressie die vooral op het platteland miljoenen slachtoffers had geëist, maar nu richtte deze zich op de par- | |
[pagina 143]
| |
tij en de nieuwe elite zelf. In december 1934 was onder nog altijd onopgehelderde omstandigheden Leningrads partijleider Sergej Kirov vermoord, gevolgd door een golf van arrestaties, die in de strafkampen werd aangeduid als de ‘Kirovstroom’. In januari 1935 werden de revolutieveteranen Zinovjev en Kamenev onder begeleiding van scheldkanonnades in de pers tot lange gevangenisstraffen veroordeeld en het werd een gewoonte willekeurige personen te beschuldigen van betrokkenheid bij de moord op Kirov. Direct na diens dood waren overal in bedrijven en instellingen vergaderingen van rouw en zelfkritiek georganiseerd, waar men massaal bekentenissen aflegde, en tussen mei 1935 en september 1936 vond een grote partijzuivering plaats met opnieuw overal bijeenkomsten, waarop elk lid in het openbaar verantwoording diende af te leggen. Onder de schijn van massademocratie begon het land in de greep te raken van een geregisseerde collectieve hysterie en overal gonsde het woord ‘waakzaamheid.’ Joris Ivens schreef later over deze tijd na de aanslag op Kirov: ‘Sindsdien heersten er achterdocht en wantrouwen in de wandelgangen, deden er de meest tegenstrijdige, op fluistertoon uitgesproken geruchten de ronde. Sommigen beweerden dat Stalin deze tragische gebeurtenis had georganiseerd, anderen beweerden met stelligheid het tegendeel. Het was moeilijk achter de waarheid te komen, het was moeilijk het te begrijpen, het was moeilijk om niet te voelen dat het regime een roerige periode doormaakte. De staat en het socialisme werden bedreigd en er vond een scheiding der geesten plaats tussen diegenen die deze twee van binnenuit wilden vernietigen en hen die ze onvoorwaardelijk trouw bleven. De bedreiging was het trotskistische komplot, en de trouw werd verpersoonlijkt door Stalin en de partij.’ Zelf aarzelde hij niet: ‘We stonden achter Stalin, we waren voor de Sovjetunie, voor de revolutie.’Ga naar eind27 Een geliefde vrijetijdsbesteding in Ivens' vriendenkring waren de vetsjera, feestjes met zwart brood en thee, waar ook de vodka rijkelijk vloeide. Hij liet zich zulke gelegenheden niet graag ontgaan en zo bracht hij in Moskou genoeglijke avonden door met Béla Kun, Erwin Piscator, de Duitse partijbestuurder Heinz Neumann en allerlei anderen.Ga naar eind28 Anneke, Helene en hij raakten ook goed bevriend met Hans Rodenberg, de directeur van de Duitse afdeling van Mezjrabpom en diens vrouw, en verder had Ivens contact met enkele Nederlanders die in Moskou voor de Comintern werkten. | |
[pagina 144]
| |
Tijdens de zuiveringen van 1936 konden de onschuldige vetsjera plotseling schrikwekkende betekenis krijgen, want wanneer een van de aanwezigen op zo'n avondje later werd ontmaskerd als ‘volksvijand’, konden anderen door het minste of geringste in de val van het slachtoffer worden meegesleept. Zo werden enige feestjes van eind 1934 meer dan anderhalf jaar later plotseling onderwerp van discussie in de Duitse partijgroep van de Schrijversbond, toen daar de bedenkelijke gangen van sommige kameraden werden nagegaan. Minstens zeven van de feestgangers die Ivens heeft ontmoet, werden in de volgende jaren geëxecuteerd of kwamen om in gevangenschap: Béla Kun, Heinz Neumann, de schrijvers Heinrich Süsskind, Ernst Ottwalt en Maria Osten, Münzenbergs medewerker Kurt Sauerland en de journaliste Joelia Annenkova.Ga naar eind29
Eind 1934 kreeg Joris Ivens bij Mezjrabpom de regie over de film Kämpfer, in het Russisch Bortsy, waaraan hij met groot enthousiasme begon: het moest een documentaire worden over Cominternchef Georgi Dimitrov, een man voor wie hij de grootste bewondering had. Net als Rinus van der Lubbe was Dimitrov in 1933 in Berlijn door de nazi's gearresteerd op beschuldiging van betrokkenheid bij de Rijksdagbrand, maar nadat het Bruinboek van Münzenberg en Katz eerst de wereldopinie had gemobiliseerd, diende Dimitrov zijn rechters in Leipzig vervolgens zodanig van repliek dat ze zich genoodzaakt zagen hem vrij te laten. Hij was in Moskou als een held binnengehaald. Ivens had hem begin jaren dertig al ontmoet in Berlijn en leerde de leider van de Comintern nader kennen toen deze vakantie hield aan de Zwarte Zee. ‘In de loop van onze gesprekken maakte hij grote indruk op me... Onze betrekkingen waren van een bijna ontwapenende eenvoud. Dimitrov kon vol aandacht en hartelijk zijn en beschikte over de gave de mensen die met hem samenwerkten op hun gemak te stellen. Deze eenvoudige manier van optreden stond in scherpe tegenstelling tot het gewicht van zijn verantwoordelijkheden. Dimitrov beschikte binnen het regime over veel macht.’Ga naar eind30 Met Vladimir Pozner uit Parijs, die bij Maksim Gorki logeerde, begon Ivens documentatie te verzamelen over het Rijksdagbrandproces. Hij schreef een scenario, dat naar verluidde echter niet kon worden uitgevoerd omdat er onvoldoende documentair materiaal in de filmarchieven voorhanden was, maar misschien was de werkelij- | |
[pagina 145]
| |
ke reden dat de leus ‘Film voor miljoenen’ in 1935 tot leidraad van de sovjetcinema werd uitgeroepen. De grootst mogelijke massa toeschouwers moest worden bereikt en de ervaring leerde dat fictie daartoe nu eenmaal het meest geschikt was.Ga naar eind31 Na felle discussies tussen documentaire- en fictieaanhangers in de Kämpfer-groep werd dan ook besloten een speelfilm te maken.Ga naar eind32 Voor Ivens kan deze koerswending geen onoverkomelijk bezwaar zijn geweest, want hij had zelf sinds ‘De Vliegende Hollander’ al ambities in de richting van de speelfilm. ‘La condition humaine’ had deels fictie moeten worden, in 1933 had hij in Brussel een bespreking met Henri Storck en schrijver Paul Gustave van Hecke gehad over de verfilming van Charles de Costers Tijl Uilenspiegel en bij Mezjrabpom diende hij plannen in voor speelfilms naar opnieuw Tijl Uilenspiegel en B. Travens roman De witte roos.Ga naar eind33 Vervelender was dat hij in de Kämpfer-produktie stap voor stap buiten spel werd gezet. Eerst werd hem als regisseur het scenario uit handen genomen door de Duitse theaterman Gustav von Wangenheim en Dimitrovs secretaris Alfred Kurella, en in januari 1935 ging er een eerste speelfilmsynopsis van hun hand naar Gorki, die in de Sovjetunie van die dagen een soort orakelfunctie vervulde. Op 9 april lazen von Wangenheim, Ivens, Kurella en Mezjrabpom-directeur Samsonov vervolgens een compleet scenario aan Gorki voor, een verhaal over de jonge Duitse arbeider Fritz, die door Dimitrovs optreden in het Rijksdagbrandproces definitief wordt bekeerd tot het socialisme. ‘Ik kan jullie slechts feliciteren!’ sprak Gorki toen ze klaar waren met voorlezen.Ga naar eind34 Tegen die tijd moest Ivens de regie delen met von WangenheimGa naar eind35 en het eind van het liedje was dat de laatste alleen als regisseur tekende. Ivens vond de Duitser autoritair en er schijnen ernstige wrijvingen tussen de twee te zijn ontstaan, maar toch bleef Ivens tot zijn vertrek naar Amerika in januari 1936 met de ander samenwerken, waarschijnlijk om de eenvoudige reden dat hij als personeelslid van Mezjrabpom geen andere keus had. Von Wangenheim kreeg het ook aan de stok met Bertolt Brecht, die toen in Moskou was en zich boos maakte over het feit dat de regisseur weigerde zijn vriendin Helene Weigel de vrouwelijke hoofdrol te geven. Die ging naar Lotte Loebinger, actrice uit von Wangenheims eigen Deutsche Theater/Kolonne Links. De regisseur vertelde op een partijvergadering dat Brecht hem had beschuldigd van | |
[pagina 146]
| |
Joris Ivens, Gustav von Wangenheim (beide staand) en enkele acteurs van Kämpfer ontvangen de Franse schrijver Romain Rolland in Mezjrabpoms ‘Rood Front’-geluidsfilmstudio (Moskou 1935) bundesarchiv/filmarchiv
antisemitisme. De joodse von Wangenheim vond het ‘een grote zwijnerij met een politiek gezicht’.Ga naar eind36 Alle scènes voor Kämpfer werden in Mezjrabpoms nieuwe Rood Front-geluidsfilmstudio tweemaal gedraaid: in het Duits en in het Russisch. Georgi Dimitrov kwam zich er meermaals van de vorderingen op de hoogte stellen en zomer 1935 leidden Ivens en von Wangenheim ook de Franse schrijver Romain Rolland rond in de studio, waarbij ze de gast meteen een toespraakje lieten houden dat in de film werd gebruikt. Rolland was in Moskou als eregast van het zevende Cominterncongres. De filmmuziek zou aanvankelijk door Hanns Eisler worden geschreven, maar von Wangenheim wendde zich rond de jaarwisseling van 1935-1936 tot componist Dmitri Sjostakovitsj. In die dagen lanceerde Stalin in de Pravda echter juist hoogstpersoonlijk een aanval op de ongelukkige, waardoor deze niet meer in aanmerking kwam.Ga naar eind37 De Duitser Hans Hauska schreef ten slotte de muziek. Helene van Dongen was regieassistente en had de leiding over de montage van Kämpfer, maar ondanks al hun inspanningen ontbreken Ivens en Van Dongen beiden in de aftiteling. Stelden ze geen prijs meer op credits of liet von Wangenheim hen weg uit rancune? Vier maanden nadat Ivens was afgereisd naar Amerika, kwam de film gereed, een rolprent vol socialistisch-realistische clichés, die na een voorvertoning voor het Uitvoerend Comité van de Comintern | |
[pagina 147]
| |
werd goedgekeurd en op 1 december in Russische versie in de Moskouse bioscopen kwam.Ga naar eind38
In de pathologische fantasieën van Stalin en zijn veiligheidsfunctionarissen bestond er verband tussen de moord op Kirov en inmenging van vreemde mogenheden in de zaken van de Sovjetunie, met gevolg dat er een algemene xenofobie ontstond. Al in het voorjaar van 1935 werd een aantal buitenlanders gearresteerd en tijdens het draaien van Kämpfer werd in de studio een van de medewerkers door de veiligheidsdienst opgehaald. ‘Terwijl Dimitrov er was, kunnen jullie je dat voorstellen?’ riep Gustav von Wangenheim uit tijdens een partijvergadering.Ga naar eind39 De buitenlanders in de Sovjetunie werden voor de keus gesteld sovjetstaatsburger te worden of te vertrekken. Buitenlandse communisten werden na ballotage opgenomen in de Communistische Partij van de Sovjetunie, de cpsu, en anders meestal uitgewezen.Ga naar eind40 Ook Ivens' positie werd aan een onderzoek onderworpen. ‘Conclusie van de commissie: het is noodzakelijk dat hij lid blijft van de cpn, Nederlands staatsburger blijft, zonder tegelijkertijd lid te zijn van de cpsu. We vragen toestemming voor verblijf in de ussr zodat hij kan werken in zijn specialisme.’ Het rapportje, gedateerd 5 juni 1936, was ondertekend door ingenieur Anton Struik, partijbestuurder van de cpn. Ivens zelf was toen al op ‘dienstreis in Amerika’.Ga naar eind41 Al had Ivens willen toetreden tot de cpsu, de toelatingseisen waren zwaar. ‘In Rusland was het heel moeilijk lid te worden,’ zei hij. ‘Je moest door vijf mensen worden voorgedragen en twee jaar kandidaat-lid zijn.’Ga naar eind42 Afgaand op vergelijkbare gevallen mogen we ervanuitgaan dat hij niet voor het cpsu-lidmaatschap in aanmerking kwam omdat hij naar sovjetmaatstaven pas kort cph/cpn-lid was, een bedenkelijke burgerlijke afkomst had en bovendien de Russische taal niet goed beheerste.Ga naar eind43 Toen Ivens in januari 1936 voor een dienstreis ofwel ‘creatieve vakantie’ naar Amerika was vertrokken, liep zijn contract bij Mezjrabpom gewoon door en hij kreeg opdracht na vijf maanden van studie, lezingen en filmvoorstellingen in de Verenigde Staten terug te keren naar Moskou. Of hij werkelijk van plan was zich hieraan te houden, kunnen we slechts raden, maar gezien het feit dat Helene en Anneke nog in de Sovjetunie waren, moet terugkeer een reële optie zijn geweest. Mezjrabpom-directeur Samsonov, met wie hij | |
[pagina 148]
| |
zijn reis naar Amerika regelde, lijkt hem echter een ontsnappingsmogelijkheid te hebben willen bieden met de clausule dat hij in de Verenigde Staten mocht blijven wanneer hij er een film kon maken.Ga naar eind44 Eenmaal in New York wendde Ivens zich per brief tot Hans Rodenberg, de directeur van de Duitse Mezjrabpom-afdeling, met het verzoek Helene van haar contract te ontheffen en naar de Verenigde Staten te sturen om hem te assisteren bij een film over Harlem. Toen Kämpfer vrijwel klaar was, stak ook zij aldus de Atlantische Oceaan over. Von Wangenheim beweerde later dat hij de film in enkele dagen zelf had gemonteerd.Ga naar eind45 In de zomer van 1936 vroeg Ivens Moskou om zes maanden verlenging van zijn verblijf in Amerika en hij informeerde tevens naar de perspectieven voor de filmplannen die hij bij Mezjrabpom had ingediend: Tijl Uilenspiegel, De witte roos en een documentaire over de vaarroute door de Noordelijke IJszee. In een brief aan Rodenberg schreef hij: ‘Je begrijpt dat mij en allen die in de Sovjetunie hebben gewerkt, vaak een groot verlangen overvalt om weer daar te zijn, midden in het krachtige socialistische sovjetleven. Anderzijds weet je hoeveel hier te doen is en hoe we beiden voor hetzelfde doel werken.’Ga naar eind46 Trachtte hij Moskou aan het lijntje te houden? Hoewel zijn geloof in de Sovjetunie ongeschonden was, is het moeilijk voorstelbaar dat hij bereid was zelf ten onder te gaan in de Moskouse doolhof van dodelijke bureaucratie, ideologische scherpslijperij en zuiveringen. Een paar jaar eerder had hij nog verkondigd dat hij zijn cinematografisch ideaal slechts in de Sovjetunie kon verwezenlijken, maar die verwachting was hardhandig de bodem in geslagen. De eerstvolgende vijftien jaar keerde hij niet meer terug naar de ussr. Anneke van der Feer bleef nog een paar jaar in het oosten en schijnt er zelfs getrouwd te zijn, vermoedelijk met een Servische communist, die zij ‘De Flip’ noemde, wat een afgeleide van Filipovic kan zijn.Ga naar eind47 Ivens zag haar eind jaren dertig terug in Parijs, waar ze aan de Vrije Academie studeerde. Over de Sovjetunie zei ze: ‘Er zijn daar vreselijke dingen gebeurd. Het is maar goed dat je niet gebleven bent, je zou beslist problemen hebben gekregen.’Ga naar eind48 Anneke ging terug naar Amsterdam en ‘Kleintje’ en ‘Hondje’ ontmoetten elkaar pas weer na de tweede wereldoorlog.
Juist voor de grote terreur in volle omvang losbarstte, had Joris Ivens de Sovjetunie verlaten, maar bij degenen die achterbleven zat de | |
[pagina 149]
| |
angst er een halfjaar later al diep in. Von Wangenheim legde op 1 juni 1936 een zwaar belastende verklaring af over een van zijn actrices, de populaire Carola Neher, die in Duitsland grote successen had beleefd als Polly in de Dreigroschenoper van Bertolt Brecht en Kurt Weill. Ze werd gearresteerd en stierf zes jaar later in een kamp.Ga naar eind49 Gustav Regler maakte vuile handen toen hij de officiële verslagen redigeerde van het showproces waarin Zinovjev en Kamenev ter dood werden veroordeeld, en dit terwijl hij zelf met Kamenev bevriend was geweest.Ga naar eind50 Erwin Piscator was vanuit de Sovjetunie voor een kort bezoek in Parijs en stond al op het punt terug te keren toen hij een reddend telegram ontving van een bekende in Moskou: ‘Nicht abreisen. Reich.’Ga naar eind51 Een aantal van Ivens' collega's uit de Kämpfer-ploeg, Duitse emigranten die waren gevlucht voor de nazi's, werd in de volgende jaren slachtoffer van de stalinistische vervolgingen. Bruno Schmidtsdorf, die de heldenrol van Fritz had gespeeld, werd gearresteerd en keerde niet terug uit de kampen; acteur Gregor Gog werd naar Siberië verbannen; de bekende kunstschilder en decorbouwer Heinrich Vogeler verhongerde na een gedwongen evacuatie in de steppen van Kazachstan; componist Hans Hauska werd uitgewezen en acteur Alexander Granach, die Dimitrov had gespeeld, werd in 1937 gearresteerd maar na korte tijd vrijgelaten door tussenkomst van de in Parijs wonende Duitse schrijver Lion Feuchtwanger.Ga naar eind52 Scenarioschrijver Alfred Kurella was een van degenen die er zonder kleerscheuren afkwam en vertegenwoordigde later als secretaris van het Centraal Comité van de sed de harde lijn in de cultuurpolitiek van de ddr. Von Wangenheim speelde na de oorlog eveneens een prominente rol in het Oostduitse culturele leven. Ook Nederlanders ontsnapten niet aan de Stalinterreur. Ingenieur Dirk Schermerhorn, die de aanleg van de Toerksib-spoorlijn had geleid, werd in oktober 1936 gearresteerd en het jaar daarop na een proces van een kwartier geëxecuteerd. Wim Rutgers, zoon van ingenieur Sebald Rutgers, de leider van de internationale kolonie in de Koezbass en een kennis van Ivens, werd tijdens de tweede wereldoorlog naar een kamp gestuurd en keerde niet terug.Ga naar eind53 Zelf was Ivens als cineast in Moskou op dood spoor beland. De projecten waarvoor hij erheen was gegaan, waren vergeten en in ruim anderhalf jaar had hij slechts het pamflettistische Saarlandfilmpje gemaakt, dat onderging in de interne partijstrijd, en een bedroevende propagandavariant op Borinage, die de bioscopen in de | |
[pagina 150]
| |
ussr waarschijnlijk niet eens bereikte, terwijl zijn betrokkenheid bij Kämpfer geen aanwijsbare sporen naliet. Zijn werkzaamheden voor de internationale communistische beweging en vooral zijn dienstverband bij Münzenbergs Mezjrabpom-studio hadden hem in een fuik van afhankelijkheid gevoerd. Zijn films draaiden slechts voor communistisch publiek of helemaal niet en economisch zat hij aan de beweging vast. En bij dit alles gingen vrienden van hem onder in de Goelag. Wanneer hij daarvan op de hoogte raakte, is moeilijk te zeggen; de grote processen in Moskou stonden gewoon in alle kranten, over de minder prominente slachtoffers verspreidden de berichten zich van mond tot mond binnen de communistische beweging, en deels moet hij al in 1937 ingelicht zijn door de talrijke Moskouse bekenden die hij in Spanje terugzag. Zeker achteraf viel er dus niets goeds te melden over de jaren in Moskou, en hardnekkige verdringing was de enige manier om het geloof te kunnen bewaren. Zoals de Duitse schrijfster en communiste Anna Seghers antwoordde toen haar werd gevraagd naar de Moskouse processen: ‘Mijn methode: ik verbied mezelf met succes over zoiets na te denken.’
Met zijn vertrek naar Amerika reisde Ivens de vrijheid tegemoet. ‘In de Verenigde Staten hadden de armen het natuurlijk moeilijk, maar als cineast kreeg je er tenminste geen instructiebrieven en je kon doen wat je wilde,’ vatte hij de toestand vijftig jaar later samen.Ga naar eind54 Hij was nog steeds lid van de cpn en werd nog geruime tijd daarna door de partij als zodanig beschouwd, maar vermoedelijk verdween hij uiteindelijk geruisloos van de ledenlijst omdat hij wegens verblijf in het buitenland geen contributie meer betaalde. Of hij overeenkomstig de Comintern-statuten lid is geworden van de communistische partij van de Verenigde Staten, de cpusa, toen zijn verblijf in dat land permanent leek te worden, is onbekend.Ga naar eind55 In elk geval had hij goede contacten met Earl Browder, de secretaris-generaal van de cpusa, en de Comintern-verantwoordelijke voor de Verenigde Staten, Gerhard Eisler. Of hij lid was of niet, deed er ook niet zoveel toe, want ook als ‘freelance-communist’, zoals zijn latere Poolse echtgenote Ewa Fiszer hem noemde, bleef hij volkomen trouw aan de partij, haar organisatie en haar politieke lijn. Juist omdat zijn positie boven elke twijfel verheven was, kon hij voor zichzelf in de volgende jaren een zekere artistieke vrijheid creëren binnen de beweging. Onder haar beschermende paraplu, met houvast aan een wij-gevoel | |
[pagina 151]
| |
van contactpersonen en aanlooppunten over de hele wereld, kon hij op zoek naar het avontuur. In een interview zei hij eens: ‘Sommige communisten zeggen altruïstisch: “Ik werk opdat mijn kinderen gelukkig zullen zijn, voor een mooie toekomst.” Maar ik heb gewerkt om zelf gelukkig te zijn, voor onmiddellijke resultaten.’Ga naar eind56 |
|