Het is moeilijk te voorspellen hoe het verder zal gaan met de nieuwe religieuze bewegingen. In de maanden dat dit boek geschreven werd, begint Bhagwan onverwacht een periode van zwijgen, wordt de ashram in Poona gesloten en blijkt na enige maanden dat de nieuwe ashram niet in Simla, een koloniaal Kurort in de bergen ten noorden van Delhi, maar op de Bigmuddy Ranch, Antelope, Oregon, USA ingericht zal worden. In dezelfde tijd verschijnen er in de kranten paginagrote advertenties waarin de komst van wereldleraar Maitreya wordt aangekondigd. De Maitreya Boeddha is de boeddhistische Messias, die een boeddhistisch millennium zal inluiden. De liefdevolle Boeddha van de toekomst (maitri betekent liefde), zo is ook L. Ron Hubbard al door zijn volgelingen genoemd (Wallis, 1976, 250), maar op het eerste gezicht herinnert niets van wat de Stichting Mens en Universum uitdraagt aan Scientology. Ook Krishnamurti is wel de Maitreya Boeddha genoemd, maar wat hij leert sluit ook niet erg aan bij de pleidooien van de zich nu Maitreya noemende wereldleraar. Weer iets nieuws dus en het zal bij deze ene Wereldleraar wel niet blijven. Voor hem komen weer anderen in de plaats, met dezelfde of een andere boodschap, maar altijd met een oplossing.
In Nederland zijn we nog niet zo erg gewend aan de verschijning van profeten, goeroes en wereldleraren, en ook het woord sekte heeft nog een onprettige klank. In de Verenigde Staten is men met deze verschijnselen al wat langer vertrouwd en sinds de negentiende eeuw worden sekten ook niet meer zo als een gevaar gezien, maar als ‘halfway homes to conventional religious practice’ (Wilson, 1974, 601).
In Nederland is de ontwikkeling anders verlopen en de publieke opinie moet er nog wat aan wennen dat het statische toneel van de Nederlandse kerkgenootschappen vrij plotseling tot leven wordt gebracht door drukke en kleurige figuranten, die op zoek lijken naar een vaudeville. Dat zal voorlopig niet veranderen, het zal eerder nog drukker worden op het toneel.
In dit rapport wordt slechts een klein aantal bewegingen besproken, Van der Land (z.j.) bespreekt in ‘Wat bezielt ze?’ al bijna dertig sekten, stille krachten en bewegingen, en ook zijn inventarisatie is niet volledig. De betekenis van deze aantallen moet men niet over-, maar ook niet onderschatten. Nederland is lang gedomineerd geweest door enkele grote kerkgenootschappen, hecht verankerd in de samenleving en geïntegreerd in de cultuur. Dat is allemaal veel minder geworden en dat geeft ook de nodige ruimte aan andere en soms vreemde vormen van geloof en vereniging. Naarmate godsdienst en geloof een meer particuliere aangelegenheid worden, neemt ook de kans toe dat wel heel particuliere opvattingen over hemel en hel aanhangers zullen winnen.