De kikker die zichzelf opblies en andere Middeleeuwse fabels
(1999)–Anda Schippers– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 41]
| |
Het kruid verbena en de wolfOver verbena en de wolf, waaruit we leren dat we iets waarover we niet zeker zijn, niet als de waarheid moeten vertellen
In het Boek over de krachten van kruidenaant. kunt u het volgende lezen: als iemand met het kruid verbena op zak een zieke bezoekt en hem vraagt hoe het met hem gaat, dan zal de zieke beter worden als hij zegt ‘Het gaat goed’. Maar als hij antwoordt ‘Ik voel me erg slecht’, dan is er geen hoop dat hij zijn ziekte overleeft. Er was eens een wolf die een groot, beroemd medicus was en die tijdens een ziekenbezoek de zieke troostte en zei dat hij niet voor zijn leven hoefde te vrezen. Dit hoorde de vos, die de werking van het kruid verbena kende. Om de wolf voor gek te zetten, ging hij naar de zieke en nam een takje van het kruid verbena mee. Hij vroeg de zieke hoe het met hem was. Die antwoordde: ‘Ik voel me heel beroerd.’ Toen de vos dit antwoord had gehoord, wist hij zeker dat de zieke zou sterven. Hij ging naar de grote meester, de wolf, en zei: ‘Wat denkt u, meester, van die zieke?’ De wolf antwoordde: ‘Hij zal gauw gezond worden, want hij knapt snel op, zoals zijn pols en urine uitwijzen.’ Toen de vos dat hoorde, begon hij te lachen en hij zei: ‘O meester, de ziekte heeft je misleid, want je weet niet veel verstandigs over de behandeling te zeggen. De zieke kan de dood niet ontlopen, omdat hij het doodsvonnis over zichzelf heeft afgeroepen.’ De wolf sprak dit tegen en de vos bleefbij zijn mening, zodat ze grote ruzie met elkaar kregen, waar veel mensen bij stonden. Ze wedden met elkaar en zetten een pand in voor degene die zou winnen. Na acht dagen stierf de zieke. De wolf schaamde zich enorm. Hij verloor de weddenschap en ook zijn onderpand en zei: ‘Om een pand wedden over iets wat onzeker is, is beschamend en dom.’ | |
[pagina 42]
| |
Let er daarom op, o mens, dat je je niet vastlegt op of wedt om dingen die je niet zeker weet, zodat je niet teleurgesteld wordt. Zo antwoordde Socrates, de filosoof, degenen die hem vroegen hoe ze het best de waarheid konden vertellen: ‘Als je maar nooit iets dat je niet goed weet, als waarheid vertelt.’ Ook een andere filosoof zei: ‘Bang zijn iets te zeggen waarvan je naderhand spijt zou kunnen krijgen, dat is het beste.’ Er zijn veel mensen die, of ze de waarheid zeggen of niet, hun woorden altijd verdedigen, al moeten ze erom schelden en tieren. Er was eens een vrouw die altijd alles tegensprak. Ze liep een keer met haar man over een mooi veld, dat heel vlak en glad was, zodat de man zei dat het wel gemaaid leek. Zijn vrouw bracht daartegen in dat het geschorenaant. leek, en zo kregen ze ruzie. Nadat de man veel boze woorden tegen haar had gezegd en haar ook flink had geslagen, sneed hij haar uiteindelijk de tong af. En toen ze niet meer kon praten, gebaarde ze met haar vingers dat het veld geschoren was, door te doen alsof ze aan het scheren was. Hetzelfde vertelt men van een andere vrouw die, tijdens een ruzie met haar man, hem luizenkop noemde. Daar werd hij kwaad om en hij sloeg haar hard. Maar omdat ze niet wilde zwijgen, bracht hij haar naar de buren en strafte haar daar, zodat ze zich zou schamen. Maar ze hield niet op en daarom gooide hij haar in het water en duwde haar met zijn voeten onder. En toen ze helemaal onder water lag en daardoor niet kon praten, stak ze haar handen boven water en knipte met haar nagels, net of ze luizen fijnkneep. Daarom zegt de wijze man: ‘Veel mensen zijn door het zwaard verslagen, maar niet zoveel als er door hun tong in het verderf zijn gestort.’ |
|