De Kerk. Deel 3 (Verzamelde werken afdeling III)
(1965)–K. Schilder– Auteursrechtelijk beschermdWare of valse synagogeGa naar voetnoot*)Heel wat mensen worden kwaad, als ge tot hen zegt: uw kerk is een valse kerk. Of: ze is een synagoge. Ze menen, dat daarmee een zeer hard oordeel geveld is over de personen der als ‘vals’ betitelde vergadering. Misschien zouden die mensen niet kwaad worden, als hun tegensprekers verklaarden: mijn kerk is de ware synagoge. Allicht gnuifden ze in zo'n geval zelfs van een beetje binnenpret. Ze zouden repliceren: Zeker, meneer, uw gezelschap is een ‘synagoge’ - dat is een ongunstig woord. Maar mijn kerk is een ‘ecclesia’, - dat is een gunstig, vriendelijk woord. Maar als op deze manier de vrede getekend zou worden, dan bleek toch het spreekwoord toepasselijk van de gauw gevulde kinderhand. Immers: ‘synagoge’ kán gunstige, en ‘ecclesia’ kán ongunstige betekenis hebben. ‘Ecclesia’ toch wordt wel vaak vertaald door kerk, maar kan ook betekenen: vergadering, gezelschap. De Schotse Belijdenis (1560), art. 18, verzekert, dat Satan altijd zijn best gedaan heeft, om de pestilente synagoge te voorzien van de naam der ware kerk (of: vergadering; er staat ecclesia). Zij wil dan ook de ware ‘ecclesia’ van de onzuivere ‘synagoge’ door váste en duidelijke kentekenen zien onderscheiden worden. De ene is bruid, de andere hoer. Nu, nu, zegt u, daar is dus ‘ecclesia’ blijkbaar gunstig, en ‘synagoge’ óngunstig bedoeld. En verder denkt u: die Schotten zijn extremisten, en ze zwendelen met woorden, en van dik hout zagen ze absolutisten-planken. Maar de Schotten zeggen meteen: blijf kalm, wij zien, dat u kwaad wordt om dat woord ‘hoer’? En u denkt, dat wij haar in geen geval ‘ecclesia’ noemen? Lees dan even verder: die ‘hoer’, die eerst synagoge’ heette, wordt nu meteen ‘ecclesia’ ge- | |
[pagina 364]
| |
noemd. Onmiddellijk daarna ‘Ecclesiam impiorum’. Dat betekent: vergadering van mensen, dié in de publieke normatieve vergadering niet handelen naar de door de Wetgever gestelde normen. Als voorbeeld noemt de Schotse Belijdenis bijvoorbeeld heel de ‘ordo’, heel de klasse, van de Joodse priesters. De ‘godvruchtige’ mannen, en vrouwen, die óp, en ook nog wel na, de Pinksterdag in Handelingen genoemd worden, krijgen dan individueel een respectvolle naam, maar de ‘Schot’ zou toch zeggen: en toch zitten ze nog onder ‘de hoer’, en zij zijn nog in de valse synagoge, of valse ecclesia, of valse vergadering; en daarom moeten ze daar onder vandaan gehaald worden. Er zijn wel exegeten (anderen betwisten het), die bijvoorbeeld (in 2 Timotheüs 1:5) Timotheüs' moeder en grootmoeder gelovigen genoemd achten, óók toen ze nóg waren onder de valse ecclesia of synagoge van de joodse priesterkaste. Dat die exegeten zo iets kúnnen denken, bewijst, dat de zin: ‘u bent onder de hoer’ (de ‘valse ecclesia’) nog helemaal niet betekent: ‘u zult niet zalig kunnen worden’, of ‘u bent een ongelovige’. Het betekent wel: ‘u moet daar vandaan’, want bij u is de vergadering niet naar goede normen geregeld; en als u daar blijft, dan is u mede voor de toepassing van die onjuiste normen verantwoordelijk. De Schotse Belijdenis noemt Kaïns gezelschap, en Jeruzalem, en de schriftgeleerden en Farizeeën, en de priestersgemeenschappen allemaal ‘ecclesiae’ (meervoud van ecclesia). Alleen maar: ze waren óf nimmer, of na enige tijd niet (niet meer) vergaderingen van God. Want God ging een andere kant op. Kaïn was mét Abel geboren in de kerk; maar toen Kaïn eigenwillig ging vergaderen, ging de Heere de weg van Seth op. Nicodemus was een man, die wij allen respecteren: maar hij moest toch beleven, dat God na Pinksteren publiek een andere weg insloeg: Hij vergaderde voortaan onder ‘de vissers’, en onder een ‘gedroste’ leerling van Gamaliël (wij spreken in diens taal). Hoe lang moet het nog duren, eer die geprikkelde en wat onnozele ‘Kip-ik-heb-je’-ruzie ophoudt, die de mensen tegen elkaar laat uitvaren, alleen reeds om het woord ware of valse ecclesia (vergadering)? De Westminster Confessie (lang niet gereformeerd inzake de kerkleer), beweert, dat sommige (!) van de zuiverste kerken onder de hemel zozeer kunnen gedegenereerd worden, dat zij ván kerken-van-Christus verworden tót synagogen-van-Satan. Sommigen menen, dat het al heel wat winst opleveren zou, als we, met vermijding van de nare en ‘hatelijke’ term ‘valse’ ecclesia, | |
[pagina 365]
| |
voortaan zouden spreken van ‘dwalende kerk’. Maar de Anglicaanse Artikelen constateren (1552, art. 20), dat de kerk van Jeruzalem heeft gedwaald, en die van Antiochië, en die van Alexandrië, en ook alzo die van Rome. Niettemin wordt in vrijwel alle confessies van deze familie de roomse kerk ook valse kerk genoemd. Moet men nu niet erkennen, dat de naam ‘valse kerk’ identiek is met ‘valse vergadering’, en dat dit zeggen wil: een vergadering, die de gelovigen wil bijeenbrengen op en -houden aan de vergaderingswet ontrouwe normen? |
|