De Kerk. Deel 3 (Verzamelde werken afdeling III)
(1965)–K. Schilder– Auteursrechtelijk beschermdHet smoesje inzake de schijnheilige smoesjesGa naar voetnoot*)Uit Bloemendaal ontvingen zeer velen een drukwerk (2de druk, drukkerij der Weesinrichting te Neerbosch). Titel: ‘Bij de Reformatie der Nederlandsch Hervormde Kerk’. Ondertitel: ‘Beloften en Getuigenissen’. Uitgegaan wordt blijkbaar van de suggestie, als ware de Hervormde Kerk reeds tot reformatie gekomen, hetgeen onzes inziens onjuist is, want we wachten nog op erg veel, bijvoorbeeld op een klare belijdenis, die bijvoorbeeld de Schrift en haar inhoud getrouw is, en modernisme en barthianisme uit de Kerk weert, als daaraan in alle delen ontrouw. Dit blijve echter rusten. Aan het slot wordt aangehaald een ‘getuigenis’ van ds. A.A. Leenhouts: Het jongste getuigenis is het oordeel van ds. A.A. Leenhouts te Heerenveen over het geschrift ‘Gewenschte vertroosting’ van dr. B. Wielenga naar aanleiding van het conflict in de Gereformeerde Kerken: Tot zover dr. Leenhouts, predikant bij de synodocratisch gebonden Kerk van Heerenveen. Ik weet niet, waar deze predikant die schijnheilige smoesjes heeft aangetroffen naar zijn inzicht. Ik weet wel, dat ik deze bewering van hem (‘altijd’ een schijnheilige smoesje ‘klaar hebben’) een smoesje vind. Onze waarschuwingen tegen de concrete oecumenische bewe- | |
[pagina 169]
| |
gingen waren noch schijnheilig noch een smoesje. Ze gaven aan, dat in de breedte wordt veroverd, maar in de diepte prijsgegeven. Of, anders gezegd: dat wel op ‘vermeerdering’ maar niet op ‘bewaring’ der Kerk werd aangestuurd, anders dan in Zondag 48 gebeurt. Nog weer in andere woorden: dat veel als christelijk aanvaard werd, maar wat helemaal niet meer christelijk was. Zo vond ik 't barthianisme (ik heb het dus niet over de Barthianen) niet Christelijk, doch een ongelovige, onchristelijke godsdienstfilosofische constructie, gegrond in het menselijk denken, dat niet luistert naar den inhoud der openbaring. En als ik zie, wat er terecht komt bij figuren als dr. J.H. Bavinck (zie 't vorige nummer van ons bladGa naar voetnoot*)) van zijn zogenaamde ‘oecumenisch’ werk en hoe volslagen machteloos daarbij figuren als dr. K. Dijk c.s. worden, die hun scheve retoriek nog over de schare uitstrooien, maar niet meer hiertegen protesteren kunnen, en hen die wel protesteren, uitwerpen terwille van een tijdelijk meerderheidje van de V.U., hun zwakke steê, dan zeg ik nog des te verzekerder: smoesjes, ditmaal in het meervoud. Blijf KERK, of verander uw belijdenis. |
|