De Kerk. Deel 2 (Verzamelde werken afdeling III)
(1962)–K. Schilder– Auteursrechtelijk beschermdDe pluriformiteit en onze synodes (IV)Ga naar voetnoot*)Zeer merkwaardig vind ik voorts in het artikel van prof. Dijk (zie het eerste artikel van deze reeks), alinea 18. We drukken ze nog eens af: 18. Onze Belijdenis sluit dus volgens Leeuwarden de ‘pluriformiteit’ niet uit, en omdat dit uitgesproken is, zonder dat iemand hiertegen bezwaar had, ook de Zeeuwse broeders niet, mogen we niemand vrijheid laten om dengenen, die wel de pluriformiteit erkennen, te betwisten, dat hun overtuiging rust in de Schrift en de Belijdenis. Ik zou willen vragen: waar staat dat? | |||||||
[pagina 436]
| |||||||
Dat nl. volgens Leeuwarden onze belijdenis de ‘pluriformiteit’ niet uitsluit? Dat staat nergens. We hebben niet te maken met de mening van A of B of C, synodaal rapporteur al dan niet, doch alleen met wat besloten is. En hier volgt de letterlijke tekst van het besluit (acta Leeuwarden, bl. 62, artikel 118): ‘Prof. dr. H. Bouwman rapporteert inzake A 13, het bezwaarschrift van dr. Buizer (bijlage XXXII), en adviseert dat deze vergadering uitspreke:
Aldus wordt besloten.’ Dit is alles. Het woord pluriformiteit komt hier niet eens in voor! Hoe kan dan prof. Dijk beweren, dat volgens Leeuwarden (en dat moet dan deze beslissing zijn), de pluriformiteit niet is uitgesloten? Het staat er niet. Alleen dit staat er, dat de opvatting en de uitlegging van dr Buizer uitgesloten geacht werd door de synode van Leeuwarden. Maar als ik zeg, dat Buizer's interpretatie der confessie niet deugt, dan heb ik nog niet beweerd, dat de beschouwing, die hem tegen den door hem geïnterpreteerden inhoud der confessie in het geweer doet komen, met de confessie verbindbaar is. Noem Buizer's theorie A, den tekst der confessie B, Buizer's interpretatie van dien tekst C, - dan zegt dr Buizer: C is juist, A is ook juist, maar B is vals, wijl B niet zich verdraagt met A. Nu zegt de synode: C is onjuist, | |||||||
[pagina 437]
| |||||||
er is dus geen enkele reden om B te veranderen, want als C onjuist is, dan is er geen enkele grond aangegeven, om B op grond van C te wijzigen. Maar dan is daarmede niets gezegd omtrent A. A kreeg niet eens een beurt, vandaar dat over A nog eens moest gepraat worden. Noch over A à la Buizer, noch over A à la Kuyper, noch over A à la de Zeeuwse particuliere synode, noch over A à la N.N. is door Leeuwarden iets uitgesproken. Prof. Dijk wil te veel bewijzen. En als prof. Dijk zegt: ook de Zeeuwse afgevaardigden hebben geen bezwaar gemaakt tegen de uitspraak van Leeuwarden, en dus mogen we niemand op grond van Leeuwarden een of andere A-theorie ontzeggen, of haar verbindbaarheid met de confessie loochenen, dan antwoorden we: ook de Zeeuwse afgevaardigden konden met de uitspraak van Leeuwarden meegaan, evengoed als ondergetekende, want: dat C onjuist was, C, globaal genomen, kon ieder toegeven (zie vorig artikel), en over A was niets gezegd. We hebben dus wat A betreft, van Leeuwarden carte blanche gekregen. Noch ‘verboden’, noch ‘toegelaten’ staat erop geschreven. Er kunnen A-theorieën zijn, die men kan aanvaarden (afgedacht dan van den term misschien) en er kunnen geheel ànders opgezette A-theorieën zijn, die men niet kan aanvaarden, en die men wel degelijk kan verbieden te leren, op grond van B. Zo meen ik, dat dr A. Kuyper's A-theorie, A à la dr A. Kuyper, met de confessie niet te verbinden is. Vroeger gaf ik daarvoor reeds enkele gronden aan. Het zou trouwens een vér-dragende uitspraak zijn, indien beweerd was, dat ‘de’ pluriformiteit met de belijdenis te verbinden viel. Daarmee zou het hek van den dam zijn. Er zijn heel wat pluriformiteits-concepten, gelijk we reeds herhaaldelijk opmerkten. En zouden nu voortaan allen, die enige A-lading met de pluriformiteitsvlag wilden dekken, ook zonder nader onderzoek naar de lading het recht hebben te verklaren: blijf af, want déze vlag dekt volgens Leeuwarden in elk geval mijn konkrete lading? |
|