De Kerk. Deel 2 (Verzamelde werken afdeling III)
(1962)–K. Schilder– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 266]
| |
‘Oecumenisch’, en wat het waard isGa naar voetnoot*)In ‘Opbouw’ (vrijzinnig) vraagt een lezer aan de redactie: Hoe komt het, dat bij toenemende oecumenische geest onder de Christenen de ook oecumenisch geworden orthodoxen toch maar rustig voortgaan met onderdrukking der linksen? De redactie geeft onderstaand antwoord: Den oecumenisch mede-Christen heil! Tot zover het wijze antwoord. Ergo: wat men ‘oecumenische’ kerk noemt, is onzichtbaar. Dat ‘onzichtbare ding’ wordt nimmer helemaal ‘gerealiseerd’. Derhalve: men kan slechts hópen op het oecumenische. En als deze hópende broeders nu eens beginnen te geloven, dat anderen ook hópen, al denken ze over den weg-ter-doelbereiking volkomen | |
[pagina 267]
| |
anders, dan zij, wel, dan beginnen ze weer eens te luisteren, niet alleen naar verre geluiden, maar ook naar die van vlak nabij. Best mogelijk, dat de priester en leviet, die den gewonden man aan den weg lieten liggen, in hun zwaar geladen geest problemen van Rome en Gallië of Spanje liepen uit te broeden, en dus alleen stemmen-uit-de-verte vernamen. ‘Boodschappen’. Maar die barmhartige Samaritaan hoorde een geluid van vlak-bij en kreeg voorlopig daaraan de handen vol. |
|