Dr Kromsigt wil hiermede blijkbaar tegen de ‘afgescheidenen’ geopponeerd hebben, want hij spreekt over iemand, een vrouw uit zijn eerste gemeente, die trouw bleef aan de Hervormde Kerk. En waarom? Dr Kromsigt zelf zegt het ons:
Op zekeren dag bemerkte ik echter, dat de voornaamste reden daarvan was, dat zij veel in Brakel's Redelijke godsdienst had gelezen en blijkbaar onder den indruk gekomen was van zijn ernstige polemiek tegen de ‘afgescheidenen’ zijner dagen (Labadisten, piëtisten enz.), waaraan een groot hoofdstuk van dat werk (I, blz. 599-625) onder den titel ‘Men moet zich bij de Kerk voegen en bij haar blijven’ is gewijd.
Wij behoeven niet veel te zeggen. Want in die citaten, die Dr A.L.C. Kromsigt van Warnsveld uit Hoedemaker aangaf, blijkt duidelijk, dat een kerk die de belijdenis officieel prijsgeeft, en die dat in laatster instantie volhoudt, niet ‘de kerk’ is, waarover Brakel sprak. Dat over het recht van kerk-voortzetting onder een ander bestuur in het citaat van Brakel niets beslist is, blijkt uit het feit, dat er in de Gereformeerde Kerken geen mens is, of hij onderschrijft ten volle wat hierboven van Brakel werd geciteerd.
Trouwens, Brakel zelf is op dat punt ook duidelijk genoeg. Hij zegt (Editie Donner, 1893, I 577): ‘Het eerste en 't voornaamste is de zuivere leer overeenkomstig met het Woord Gods’ (het gaat hier over de ware kentekenen der kerk). ‘Die het Woord Gods wil houden tot enigen regel van leer en gedrag, die zal uit het Woord kunnen zien dat dit alleen de ware kerk is, die de zuivere leer overeenkomstig met het Woord heeft’. En dan is het tweede kenmerk volgens Brakel: ‘Dat de kerk het Woord als een toevertrouwde schat bewaren moet’. En het derde: (578) ‘Dat de kerk voor de zuivere leer moet strijden’. ‘Zo is dan de zuivere leer van het Woord Gods een kenteken der kerk’. ‘Indien het Woord een kenteken is, waaruit men de valse kerken kennen kan, zo is dan het Woord, door den weg van het tegendeel, een kenteken van de ware kerk.’ Het is, alsof Brakel voorvoeld heeft den redeneergang, waarvan Dr J.Ch. Kromsigt, de redacteur, 'n staal gaf, toen hij sprak over het onderscheid tussen ‘mijn’ waarheidsinzicht en Gods waarheid. Brakel noemt zulks een tegenwerping, die hij dan weerleggen gaat. Ook dit citaat leggen wij aan de lezers voor:
Tegenwerping: Ieder roemt dat zijne leer het Woord overeenkomt, daarom kan de leer het kenteken niet zijn, want het blijft in twist, wie het Woord voor zich heeft.
Antwoord: Dit toont dan klaar dat ieder overtuigd is, dat het hebben van de ware leer immers het kenteken is, omdat ieder wil dat zijne leer met het Woord overeenkomt. Roemen en zijn scheelt het gehele wezen. Daarom moet men aan den toets ieders leer beproeven.