De Kerk. Deel 1 (Verzamelde werken afdeling III)
(1960)–K. Schilder– Auteursrechtelijk beschermdOnkerkelijkheid en vrijzinnigheid in de Herv. Kerk.Ga naar voetnoot*)We wezen in vroegere artikelen over de pluriformiteit der kerk op het presente, actuele ‘vergàderen’ van den levenden Christus, waarvan Zondag XXI spreekt. En wij spraken uit, dat men daarmee rekening houden moet in het bepalen van wat kerk is, liever dan zich te baseren op constante grootheden als: vroomheidsresten, predikingsgehalte, enz. In verband hiermee treft ons volgende opmerking van Ds. C.B. Burger in ‘Kerkbouw’. Hij geeft statistieken over de onkerkelijkheid en concludeert dan: Wanneer men de moeite neemt bovenstaande cijfers even oplettend te bekijken en op de kaart te volgen, ziet men aanstonds, dat de onkerkelijkheid juist in die streken gewoed heeft, waar de Ned. Herv. Kerk overheersend was en nog ten dele is. De verliezen zijn dus hoofdzakelijk voor haar rekening. Verder, dat het juist die gebieden zijn, waar de vrijzinnige richting het meest vertegenwoordigd is. Hierbij is echter de conclusie, dat de vrijzinnigheid de kerk ontvolkt, hoewel vaak van orthodoxe zijde gemaakt, niet geheel gerechtvaardigd - het omgekeerde, nl., dat gemeenten, die al om andere redenen onkerkelijk zijn, liever vrijzinnige dan rechtzinnige dominee's beroepen, kan van dit verschijnsel ook de oorzaak zijn. | |
[pagina 360]
| |
Alweer een bewijs, dat men, om uit te maken waar ergens een ‘ware kerk’ is, niet moet vragen: hoeveel vromen wonen er nog in, hoe staat het met de phaenomenen van het statisch opgevatte leven der goedbedoelende vromen? Maar: waar VERGADERT, brengt bijeen, de Christus. Heden? Hier? |
|