nings goede wil tot d'Eilanders gesproken hebbende, versoekt aan yder, dat hy zonder onderscheid Regt sal zeggen. Hy zijn reden gedaan hebbende, gaat weg en blijft in zijn Hut.
De twaalf Mannen, die zy Lochmaders, dat is Regts-mannen, noemen; gaan dan op d'aarde zitten en yder heeft in zijn hand een Boek, daar in de Regten van dat Land in bekende taal geschreven zijn. Als d'aanklagt gedaan, en d'antwoort daar op bygebragt is, dan gaat elk weêr naar zijn plaats. Yder van de Regters slaat dan zijn Boek open, en oversiet dat naarstiglijk, zonder Schrijver daar toe te gebruiken. Zy behelpen zig niet met listen, en spreken 't Vonnen eenvoudiglijk uit. Indien 'er een saak is, die nader bedenking vereischt, zo gaat men daar in tot eerbewijzing met de Stede-houder te raad, zonder egter toe te laten dat hy enig besluit daar op maakt. d'Aanklagten zijn ten meesten deel van Dievery en Overspel. Men twist daar niet om Schatten, Leen-goederen, Erf-goederen, of om andere diergelijke dingen. Deze twaalf Mannen, van de welken een van hen de voornaamste en als 't hooft is, zijn by hen in hoge agting. Deze bestellen en besluiten 't geen, dat het Gemeen en de verschillen aangaat, en ondersoeken die naarstiglijk. Indien in dat jaar enig misdrijf begaan, Doodslag gedaan, Dievery gepleegt, Overspel bedreven, of de Beesten weg-gevoert zijn, gelijk dikwijls gebeurt, zo vellen dezen het vonnis van de misdadigen, die verwezen zijnde, met een bijl van hun hooft berooft worden. Maar de genen die men straffen sal, sal worden met een