gemeen volk meent dat de verdoemde zielen hier gepijnigt worden. 't Is seker dat op en omtrent deze berg spoken gesien worden.
Indien daar een strijd gestreden is, zo weten d'Yslanders, en voornamelijk de genen, die in de zee omtrent Hekla visschen, de dag van de strijd, schoon zy niet weten waar't geschied is. Want zy zien, gelijk zy selven verhalen, de Duivelen uitgaan, weêrkeren en de doden aanbrengen, of ten minste in schaduw en tot een voorspook, gelijk men zegt.
Men vertelt een geschiedenis van een Visscher, die omtrent Hekla voer: te weten, dat hem een schip te gemoet kwam, dat zo wel als hy voor de wind had. De Visscher, de gewoonte der Schippers volgende, vraagde wie hy was, en van waar hy kwam: daar op d'ander antwoorde, dat hy de Bisschop van Bremen in zijn schip had, die hy naar Hekla wilde voeren; en men bevond dat de Bisschop op die dag gestorven was. Dog ik agt dat dit niet seker gaat.
Indien jemant verdronken of andersins vergaan is, zo verschijnt hy met een droevig en treurig gelaat voor zijn nagelate vrienden en bekenden, en gevraagt zijnde van waar hy koomt, en waar hy heen gaat, zegt: Ik ga naar Hekla om gepijnigt te worden van d'onbarmhartige meester de Duivel, die hier op terstont verdwijnt. Dus zijn zy van de Duivel betovert, dat zy menen dat 'er de ziel van een dode is.
Maar hoe wel niemant die by zinnen is, geloven kan dat daar de Hel is, zo kon men egter vragen hoe de berg deze dingen, namelijk