en ziende dat zy van Honden, die onuitsprekelijk groot waren, vervolgt wierden, kozen de vlugt. Maar een van hen, die te zeer met de roof geladen was en niet ontlopen kon, wiert van de Honden verscheurt. d'Anderen, de wellen en afgronden, van de welke gesproken is, schuwende, kwamen na lang reizen in Muscovien, en door d'Oost-zee gezeilt, keerden weêr te Bremen, en vertelden 't geen, 't welk hen voorgekomen was, aan Alebrant, Bisschop van Bremen.
Omtrent in deze tijd zijn de Noorwegers, die een groot deel van Vrankrijk, 't welk nu Normandien genoemt wort, in hadden, naar het voorbeelt der Switswers in de tijd van Julius Cesar, uit Noorwegen gekomen, en hebben, na dat zy treffelijke daden tegen d'Engelzen gedaan hadden, de Zee niet alleenlijk onvry gemaakt maar ook de Zarazijnen, die in Italien gekomen waren, en Calabrien en Apulien ingenomen hadden, verdreven, en hebben zedert naar de Noordze gewesten, in Hitland, Ferouwe en Ysland hun woning gekozen; welke weg hen van de Bremers gewezen was, door behulp van de Vriezen, gelijk gezegt is. Hun taal wijst aan dat zy van de Noorwegers gesproten zijn; want hun spraak koomt met d'oude Inwoonders van Noorwegen over een. Wijders, in Noorwegen, en voornamelijk aan de Zee-kant, daar de vermaarde Stad en Haven Bergen gevonden wort, is de spraak verandert, uit oorsaak van de groote ommegang der Duitzen en Deenen met hen.