nog stoelen nog banken, maar zitten op de grond neder, of leggen een huid onder haar lijf, zittende met de beenen kruis-wijs gelijk de Snijders by ons doen, makende met elkander een ronde cirkel uit.
In dezer voegen zo in 't ronde zittende, zetten de spijze niet op een tafel maar op een bord, 't welk by haar lieden voor een tafel verstrekt; wederom zijnder andere die geen bord nog tafel gebruiken, maar alleen haar spijze op de huid leggen daarze op zitten. De spijze uit de Ketel krijgende, en wel bereid wezende, leggen zy die op een stuk grove stoffe dieze by haar gemeenlijk Waldmar noemen: die nu rijker zijn hebben weder in de plaats een stuk linden, want zy hebben nooit bakjes, schotels, tafel-borden, lepels, of diergelijke Keuken-gereedschap gezien.
Zy bedienen haar van enige vierkanten borden by haar Tello genoemt, ontrent twe palmen groot, gemeenlijk van hout of Rheen-horens gemaakt. d'Andere makenze van de binnenste bast der bomen, zetten drie stukken aan malkander, dieze aan een naaijen met kleine koordjes van wortels gemaakt.
Zo wanneerze enige vogtige spijze nuttigen, gelijk als potagie van Melk of andere diergelijke Kost, hebben zy een groot vat gemaakt uit een tronk van een Berken-boom, dieze in 't lang uitgeholt hebben, welker Figuur naast over een komt met een schop daarze het Koorn mede verschieten. Elk houd zijn stuk Vlees of Vis in de hand; en zo dikwils zy wat moeten hebben, krijgen zy maar zelver uit de Ketel, want