Geuzenliedboek 1940-1945
(1975)–H.M. Mos, M.G. Schenk– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 191]
| |
Aan de regeering in Londen.aant.Wij volgden graag uw wijze raad,
dat niemand meer vrijwillig gaat
om voor de nazi-roover-staat
te spitten en te graven,
dat niemand hier zijn krachten geeft
opdat het monster verder leeft,
dat duizenden vernederd heeft,
ontrecht als arme slaven.
Wij hielden ons aan uw bevel,
waarop de spoorwegstaking snel,
temidden van de oorlogshel,
eendrachtig is gekomen.
Hoort, hoe de nazi vloekt en dreigt,
hoe koppig heel ons Neêrland zwijgt,
terwijl de honger het bedreigt
en kolen niet meer komen!
Wij weten en wij doen wat moet!
Ook hier stroomt dagelijks het bloed
van velen die voor 't hoogste goed
der vrijheid zijn doorschoten;
door nazi-beul of moffenknecht
vervolgd zijn, buiten elk gerecht,
wier naam men fluistrend verder zegt,
de vuisten vast gesloten!
Maar weet gij ook, (al zègt gij het)
hoe moeilijk men zijn kracht inzet,
als boter, brood en vleesch en vet,
steeds meer, ons zijn onthouden?
Als ongewapend, overal
bespied, ten prooi aan overval
men maanden zich, vaak jaren al,
vol moeite schuil moet houden?
Wees in uw oordeel niet te hard,
en vel uw vonnis niet te zwart
als eenmaal blijkt, hoe menig hart
uit nooddruft is bezweken!
Bedenk dan, hoe gij eens die kreet:
‘fascisme is moord!’ bestraffen deed!
Zelfs gij wist toen nog niet, welk leed
ontkiemde in dat teeken!
|
|