de Oudenoord overbrengen en komen wij daar a.h.w. een paar maanden logeren, of wil je dat wij er komen wonen? Ik heb Nettie hierover nog niets gezegd, want het lijkt me belangrijk om dat goed te weten voor we haar erbij halen. Zij is het wonen op kamers meer dan zat, en dat begrijp ik volkomen. Zij wil een huis, of minstens een paar kamers, die van haar zijn, en waar zij als huisvrouw baas is. Kamers die zij kan inrichten en waar zij kan handelen zoals zij verkiest, vooral natuurlijk, nu ik op zee ben en practisch nooit thuis.
Ik zie je dwalen door dat lege en holle huis, met al die herinneringen, en ik denk dat een beetje drukte, hoewel vaak lastig voor een Stichtingsman, geen kwaad zal doen. Beware of the children! Zij maken enorm veel lawaai. Maar zij slapen uitstekend, tenminste, dat deden ze toen ik wegging. 's Avonds en 's nachts waren wij ‘vrij’. Ach, waarom zou het eigenlijk niet in orde komen met Nettie. Ik wil niets liever dan dat.
Wat een fout is het geweest om weg te gaan; misschien ook om van de Stichting weg te gaan. Het ging daar zo lekker, vooral de eerste jaren. Op het laatst kreeg ik bijna geen rapport meer uit de pen. Geloof de mezelf niet meer, vond het bij voorbaat praatjes voor de vaak, en leugens. Maar ik ben geen vent om op een kantoor te zitten, of om aan ‘systemen’ te werken, of de hele dag correspondentie te doen. Dan geef ik er op den duur de brui aan. Je haalt in je brieven telkens Wemf aan. Nu, tegen mij heeft deze profeet eens gezegd: ‘Jij hebt een hekel aan èlk soort werk.’ Misschien wel waar. Destijds was ik beledigd en ook geschrokken; maar nu geef ik hem eigenlijk gelijk. Ik heb een hekel aan elk soort werk; het leidt allemaal tot niks. Toch hoop ik nog eens wat te schrijven. Maar dat is geen werk, misschien. Ik las eens een interview met Steinbeck, die Amerikaanse modeschrijver, en die zei een waar woord: schrijven is een baantje voor luie mensen. Ik haat, goedbeschouwd, het complete ‘productieproces’. Wat mij betreft was de motor nooit uitgevonden, en de stoommachine ook niet.
Schrijf je me nog eens over de Oudenoord? Je kunt er m.i. best over praten met Nettie; zij is erg verstandig in zulke dingen, en