Capm. i vanden appostemen sonderlinge met haren namen Incipit tractatus secundus wat appostema is. [Ende van hoe menigher occuzoene of saken dat si comen].
Apostema is een gheswel of alderhande ghedrontenis sonder natuer. Ende dat seit Galienus ende Avicenna dat alderhande apostemen occusunen siin tweederhande [dats] dat hi coemt van binnen en van buijten. Der occusunen die van binnen comen coemt van quaden ghecorrumpeerden humoren. Die occusune die van buijten coemt die coemt van [quetsinghe of van] vallen of van slane. Nu suldi weten dat alle apostemen siin .iiii. simpel