Liedtboeck ghenaemt de ledige uren van Jacobus de Ruyter, clerck van de weeserije der stede ende casselrije van Veurne
(1722)–Jacobus de Ruyter– AuteursrechtvrijOp de wijse: Geeft my te drincken nae mynen dorst, oft wel: Van den Propheet Iob.Komt hier Jonck-vrouwen altemael,
Die hier soo gheestigh domineren,
Die volght de mode principael,
Met alderhande zijde kleeren,
De halve daghen hun palleeren,
En steunen op de schoonigheyt,
Peyst ghy de doodt eens moet passeeren,
Daerom leyt af de ydelheyt.
Jonck-vrouw die naer de Muskus rieckt,
Die voor den spieghel staet gheheel uren,
Die u hayr poeyert, lickt, en strickt,
Uw' kaecken verft roodt van kouleure,
Peyst dat dit niet sal blijven deuren,
Want de schoonheydt als roock vergaet,
Wilt uwe boosheyt dogh betreuren,
Weet uwen tijdt noyt stil en staet.
Uw' aenschijn Alabasten wit,
Jonck-vrouwen wilt u niet beromen,
| |
[pagina 12]
| |
Maer op een vermilioentien sit,
En dan veel swarte moetsjens komen,
Veel schoonder als de schoonste blommen,
Met twee Corale lipkens root,
Die schoonheyt wordt haest wegh ghenomen,
Van daeghe fris en morghen doodt.
Waerom hebt ghy soo hooghen moet,
Waerom wilt ghy u vleesch blancketten,
Peyst liever op het eewigh goedt,
Wilt al de ydelheyt versetten,
Betrouwt op Godt en houdt sijn wetten,
Steunt doch op de schoonheyt niet,
Wilt op den korten tijdt eens letten,
Die is voor-by eer ghy se siet.
De schoonheyt is soo broos als glas,
De schoonheyt siet men haest verdwijnen,
Dat ieder wist wat schoonheyt was,
Niemant en sou schoon willen schijnen,
Nochtans tracht men om schoon te zijne,
't Welck niet en is als ydelheyt,
En menigh Vrouw persoon certijne,
Verliest daer door haer saligheyt.
'k Bid u veracht dien schoonen glans,
Ghedenckt doch menschen eens te sterven,
Wie ghy zijt Vrouwen ofte mans,
Peyst dat u vleesch eens moet bederven,
Neemt waer den kostelijcken tijdt,
Soo sult ghy al den Hemel erven,
Met Godt voor eeuwigh zijn verblijdt.
Hier schoon te zijn, en is maer schyn.
't Is hier med' al ghenoegh gheseyt,
Elck wacht hem voor Hooveerdigheyt,
Want soo die pest de ziel of wel het hert besmet,
't Is seker dat sy die doet vinden duyvels net.
|
|