Liedtboeck ghenaemt de ledige uren van Jacobus de Ruyter, clerck van de weeserije der stede ende casselrije van Veurne
(1722)–Jacobus de Ruyter– AuteursrechtvrijJacobus de Ruyter, Liedtboeck ghenaemt de ledige uren van Jacobus de Ruyter, clerck van de weeserije der stede ende casselrije van Veurne. Pieter Labus, Duinkerke 1722 (vierde druk)
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
Koninklijke Bibliotheek Brussel, signatuur: III 26716 A LP
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Liedtboeck ghenaemt de ledige uren van Jacobus de Ruyter, clerck van de weeserije der stede ende casselrije van Veurne van Jacobus de Ruyter in de vierde vermeerderde druk uit 1722. De datum van uitgave van de eerste druk dateert is onbekend.
redactionele ingrepen
Een deel van de tekst is moeilijk leesbaar. Dat is hier tussen vierkante haken aangegeven.
p. 5: zy → gy: ‘Jn reynigheyt zijt gy gebaert’.
p. 9: Schriftuec → Schriftuer: ‘Daer de Schriftuer heeft af-geseyt’.
p. 10: uaer → naer: ‘Alsoo hy naer het Schrifts verkonden’.
p. 14: Helen'as → Helena's: ‘De kracht van Sampson en Helena's schoonigheden’.
p. 14: Craesus → Croesus: ‘Met Croesus rijcken schat die heeft de doodt vertreden’.
p. 20: Sondet → Sonder: ‘Sonder mijden’.
p. 21: gheeft| → gheeft: ‘Als g'uwen gheeft dan gheeft’.
p. 30: Hooft → Hoort: ‘Hoort wat ick singhen gaen’.
p. 36: behulaem → behulpsaem: ‘Sy wilde Godt behulpsaem zijn’.
p. 43: straenen → traenen: ‘Hoe Petrus storte traenen’.
p. 45: segh → sagh: ‘Den doeck sagh ick hier na’.
p. 45: gheborte → gheboorte: ‘Uyt Roomen van gheboorte’.
p. 56: peperelt → beperelt: ‘Met fijn gesteenten heel beperelt’.
p. 61: Eu → En: ‘En met den beck in 't nat’.
p. 67: naet → naer: ‘Want als het lieve nat klimt naer een hoofd vol pijn’.
p. 69: bancketterren → bancketteeren: ‘Met de Madamen lustigh bancketteeren’.
p. 71: krackten → krachten: ‘Want haere krachten die zijn wonder goedt’.
p. 74: Soeldrayers → Stoeldrayers: ‘Stoeldrayers en Winckeliers’.
p. 90: leeft → looft: ‘Uwen Oogst, looft Godt te gaer’.
p. 97: Enterpe → Euterpe: ‘Clio Euterpe maecken eenen dans’.
p. 97: Aplolo → Apollo: ‘Jupiter met Apollo dit aenhoorden’.
p. 101: gheweven → ghewegen: ‘Het broodt wort al ghewegen’.
p. 135: Banckeroctiers → Banckeroetiers: ‘Liedeken op de Banckeroetiers, suypers en deugenieten’.
p. 139: maer → waer: ‘Seght my waer waeren doen al d'Edel-lien’.
p. 142: Liededen → Liedeken: ‘Liedeken tot lof van de Heylighe Maghet Maria’.
p. 145: Saugh-Goddinnen → Sangh-Goddinnen: ‘Lof-sangh der neghen Sangh-Goddinnen’.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten.
[pagina 1]
NIEUW LIEDTBOECK GHENAEMT DE LEDIGE UREN
VAN JACOBUS DE RUYTER, Clerck van de Weeserij der Stede ende Casselrije van Veurne,
Bestaende in 2. Deelen, te weten 32. Geestelijcke Liedekens, waer mede eyndight het eerste Deel, en in het tweede Deel 32. eerbaere Kluchten, bestaende in Mey, ende Drinck-Liedekens, Vryagien, Kluchten, Hekel-sangen, en meer andere Codderijen.
Jn 't licht ghebrocht door den voorseyden DE RUYTER, tot vermaeck van alle Sangh-lievende jonge Lieden.
Desen vierden Druck van veele fauten verbetert, en noch vermeerdert met eenighe kluchtige Liedekens.
Ghedruckt TOT DUYNKERKE, by PIETER LABUS, Boeck-drucker in den Bloem-korf. 1722.