LIV. Aanmerking.
Een doodelyke wonde in het Oog-rad [orbita oculi.]
Een zeker man wierd voor eenige Jaaren met het uyterste van een stok, die niet al te scherp was, gewond in 't linker oog-rad; alhoewel die geene, dewelke tot de genezing geroepen waren, weynig zwarigheyd daar in scheenen te maken, is den Lyder egter kort na de gekregene wonde overleden.
De Wel Ed. Groot Agtb. Heeren Hooftofficier en Schepenen dezer Stede, hebben my, nevens de ordinaris gezwoore Stads Chirurgyns, bevolen het doode lighaam te openen, om de oorzaak van de schielyke dood te onderzoeken. Van buyten hebben wy gevonden een blauwe vlek of een ligte uytstorting [ecchymosis] van bloed in 't opperste van 't oog, maar het opperste van 't bekkeneel met een zaag weggenomen zynde, vonden wy, dat het quaad zig verborgen had gehouden: want de wonde was zeer diep in de herssenen gegaan, 't welk op die plaats ligtelyk geschieden kan, wegens de dunte van 't opperste van 't oog-rad, want in veele overtreft het niet de dunte van een schryf-papier; en daarenboven is het zoo zagt, dat ik het in veele met myn vingeren heb doorgeboort. Daarom moet men de toegebragte wonden in de oog-raderen niet te ligt agten, voornamentlyk indien de Instrumenten, door welke zy toegebragt werden, niet te stomp zyn; of de gewonden slaperig worden, braagaktig, koortzig, of wanneerze draaying in 't hoofd, stuypen &c. krygen.