Verklaring van enkele termen
De woorden, die de mystici gebruiken, verbergen meer dan zij uitdrukken.
Max. Sandaeus S.J., in Pro theologia mystica clavis, p. 8.
Bloot louter, onvermengd, ledig, zonder activiteit in bepaalde ‘wijze’.
gedachte vaak in de zin van het Latijnse ‘mens’ = geest, b.v. in ‘blote gedachte’.
ghemeyn gemeen, mededeelzaam, naar de anderen toegekeerd, ‘uitvloeiend’, t.o. ik-gekeerd, individualistisch.
Wegens de huidige vaak pejoratieve zin vermijden vele vertalers het modern Nederlands ‘gemeen’, om er andere termen voor te gebruiken, als ‘algenoegzaam’ (Reypens), schouwend-werkend e.a. Wij behouden de term omdat hij ook - vooral in samenstellingen - zijn goede en edele betekenis heeft behouden, b.v. in gemeenschap, algemeenheid. In de geschiedenis der Nederlandse vroomheid kennen wij de ‘Broeders des gemeenen levens’. Dit begrip ligt dieper dan het ‘beschouwend zijn in de actie’ (in actione contemplativus), in deze zin, dat het niet volstaat in de ‘actie’ ook ingekeerd en met God verenigd te zijn (b.v. door de zuivere mening), maar dat het handelen-in-liefde moet voortvloeien uit het schouwend leven, zoals Ruusbroec dit formeel beschrijft in dit tractaat. Hier ligt wellicht een der radikaalste en grondigste verschillen tussen het christelijk ‘godschouwend leven’ en de afgetrokken zelf-bespiegeling van sommige oosterse inkeringstechnieken.
gherinen (gherijnen) is het mystieke inwerken, aanroeren, aanraken van de genade of meer bijzonder van de Heilige Geest. Misschien is ‘gerinen’ terug in te voeren, daar ‘aanroeren’ wel redelijk de zachtheid dezer inwerking weergeeft, maar ‘aanraken’ ietwat hard aankomt voor zulk innig en immaterieel beïnvloeden, dat niet van buitenaf op ons inwerkt, maar eerder ‘van binnen uutwaert’, als een wellende bron uit het intiemste van onszelf, waar, naar Augustinus' woord, God ons intiemer in-wezig is dan wijzelf.