Toen in september 1976 het eerste Internationaal Drama Festival werd gehouden en Burny deel uitmaakte van de jury, schreef ze in de Amigoe over toneel en verantwoordelijkheid: ‘Teatroresponsabildat di ken?’ Ze pleitte in haar stuk voor samenwerking tussen alle bij het toneel betrokkenen en juichte het toe dat het Arubaanse publiek kon kennismaken met serieus toneel uit zowel het internationale als het regionale en lokale repertoire:
kosnan ku nos no konose di nos mes, pero ku ta skondi hundu den nos alma, o kosnan bisto ku nos no a topa den nos mes bida, sirkunstansia o moda di pensa den kual nos no a wordo lanta. Mi ta papia di responsabilidat di tur ku ta okupa nan mes ku teatro. Nan mester buska moda di sinja mas riba e tereno di nan arte, lesa mas obra di teatro importante, lesa, keda na altura di kiko ta sosede na sentro di teatro na eksterior i lesa mas hopi posibel di loke ta pertenece na un obra: su historia, otro obra di e mes un owtor, si tin, tur loke ku tin di haber ku e temporada o e pais ku e obra ta situa aden.
Maar Burny gaf niet alleen theoretisch haar visitekaartje af met haar opvattingen over aard en functie van het toneel, ze bracht haar opvattingen ook in de praktijk van spel en regie. Teatralpresentaties als Edward Albee: Storia di e dierentuin onder regie van Frank Williams, en Jorge Diaz: Stima bo mes mas ku bo prohimo vonden bij E. Boerstra waarderend commentaar:
Zowel door de inhoud als door de vorm krijgen we hier dus iets te zien wat niet gebruikelijk is. De theatersmaak bij het Papiamento - en Spaans georiënteerde publiek in Aruba wordt voornamelijk bepaald door de kitscherige fondantovergoten novela's van Venevision. Erg mooi en erg roerend, en niets op tegen, maar met echte kunst heeft het weinig van doen.
Burny Every vernieuwde het toneel op Aruba formeel door af te stappen van traditionele theaterensceneringen, door het experimenteren met nieuwe technieken in de decor-opbouw, de belichting, door de workshop-aanpak, en inhoudelijk door het aansnijden van nieuwe thema's en nieuwe genres als het moderne absurdistische theater zowel als het brengen van de klassieken. Dat vergde veel meer van de amateur-spelers dan tot dan toe het geval was en dat had weer tot gevolg dat cursussen en workshops een bloeiend leven gingen leiden. Burny had er een groot aandeel in deze ontwikkeling, in de dubbele betekenis van het woord.
In 1981volgde nog Un anochi largu en in 1984 met de toneelgroep van Colegio Arubano, Kresiendo, het jeugdtoneelstuk: Ta ken tin sanger di kakalaka? Het toneelstuk Romeo y Julieta betekende een nieuwe uitdaging. Burny Every schreef en regisseerde aanvankelijk nog incidenteel voor andere groepen maar stapte daarna op het medium film en televisie over. Ze werkte mee aan Duel in de diepte en regisseerde in 1991 de eerste Arubaanse film, in een co-productie van de Nos en Tele-Aruba, Denis Henriquez: Dera Gai.
Vanaf 1976 tot haar pensionering was Burny als docente dramatische expressie verbonden aan het Colegio Arubano. Ze doceerde eveneens aan de Antilliaanse Lerarenopleiding afdeling Aruba, de Arubaanse Pedagogische Akademie en het Instituto Pedagogico Arubano.
Haar invloed is door haar toneelactiviteiten en door haar functie als docent zeer groot geweest. Ze deed het met zoveel inzet dat ze van haar werkzaamheden kon zeggen: ‘Ser actris ta un moda di traha cu p'ami no ta trabou, mi tin hopi suerte paso mi ta wordo paga pa mi hobby.’