Hoe zag een culturele avond er anno 1915 uit? Opvallend is het gebruik van het Spaans en het gegeven dat het programma door jongeren gebracht werd. Het hele programma wordt afgedrukt, waarna commentaar volgt. De ‘velada’ bestond uit voordrachten en tableaux vivants die door een orkest begeleid werden. De in de krant vermelde orkestleden waren de pianisten Roos Laclé, Henita Arends en Bebe Arends die achtereenvolgens optraden, de violisten oom en neef Jacobo Arends en Sjemi Arends, cornettist en organist Willy Ruiz, klarinettist René Arends, cuarta-speler Civiles Wever en fluitist Niki Wever.
Het avondvullende programma kende twee delen: voor de pauze zoals in die dagen algemeen gebruikelijk ‘serieus’ en erna ontspannend. Na een elocuente openingsspeech van (toen nog) pastoor P.I. Verriet en onder begeleiding van een orkest, wordt een monoloog ‘El nacimiento de Jesus’ voorgedragen door Reginita Wever, waarna een viertal tableaux vivants de episoden uit het kerstverhaal weergeven. Na de pauze draagt S.v.d.V. Oduber de monoloog ‘Quiero ser Marino’ voor en speelt een toneelgroep de komedie en twee akten: ‘Los Tres Jibosos de Egipto’. Het is opvallend dat het programma in het Spaans was. Meer dan driehonderd aanwezigen, waaronder talrijke geestelijken en de elite woonden de voorstelling op 1 februari enthousiast bij.
Op 14 februari werd opnieuw een voorstelling gegeven, waarvan La Cruz op 10 maart 1915 opnieuw een uitvoerig verslag gaf. Pastoor Verriet hield een openingsspeech, waarna Mercedes Oduber en Ilda Croes de dialoog ‘La Noche y la Aurora’ presenteerden: “¡Qué de frases melodiosos y expresiones rícas! ¡Qué de noches de gracia é ingenio!’
De monoloog ‘Angel de la Caridad’ werd vervolgens door Isaias Oduber voorgedragen, waarna María Laclé ‘La contemplación de la Naturalesa’ declameerde, wat gepaard ging met de vertoning van kleurrijke bloemen en insecten. In de pauze speelde hetzelfde orkest als bij de vorige voorstelling, waarna het melodrama ‘Guzman's zonen’ in twee bedrijven werd gepresenteerd, gevolgd door het komische ‘Un rasgo estudiantino’ waarbij het spel van Ovid Croes vooral opviel, waarna pastoor Verriet de avond afsloot. Het batig saldo was voor de armen op het eiland. De omstandigheid dat de r.k. geestelijkheid in eigen bladen altijd uitvoerig verslag deed van culturele gebeurtenissen in eigen kring, is voor ons een eeuw later een gelukkige informatiebron.