‘O ja! Ja zeker! Prachtig! Maar het ligt geloof ik nog bij de lijstenmaker, anders heeft Hilde het mee naar huis genomen en dan kun je het morgen bij wijze van spreken zo krijgen.’
Van achter de laatste aardappelzak kwam Liesje en zette haar bril op en schoof haar rok recht. Ze gaf Peter een hand.
‘Heb je dit al gezien?’ vroeg ze.
De volgende tentoonstelling aangekondigd.
‘Jullie laten nergens gras over groeien.’
Grasp lag op stapels in de galerie verspreid.
‘Maar dit wordt iets heel bizonders! Dit wordt iets hele schitterends!’
‘Het verbaast me niets.’
Ha ha!
‘Kijk,’ zei Gabriel. ‘M-moet je kijken.’
‘Waar moet ik kijken?’
Gebroken nagel van zijn duim.
Frankering bij abonnement.
‘Weet je?’ vroeg Gabriel. ‘Peter? Wist je al, ha ha! Ha ha ha!’
Liesje ging lachen.
‘Ha ha ha! Wist je dat Gijs denkt dat dat betekent dat je op die plaats een postzegel moet plakken?’
Ze lachten, onbedaarlijk eensgezind, Liesje, Gabriel.
‘Dat denkt die Gijs! Ha ha! Peter! Dat is een feit!’