III
Van wie was onze kant de kant en hoe afschuwelijk mocht je Gabriels kunst nu werkelijk vinden, straffeloos?
‘Blijf toch nog wat,’ zei Beer en liet een bezoekster uit.
Nu was elk plekje van de muren behangen met Pieczuros en neerslachtig door de aanwezigheid van zoveel eigenteelt staarde Gabriel in een krachtig zigzag rood en wit gebreide trui naar zijn vervuilde vingertoppen.
‘Dat was ook handig van jou,’ zei Beer, ‘om daar over te beginnen. Je weet toch dat ze dan nooit meer weggaat.’
‘Je hebt haar toch goed weggestuurd,’ zei Gabriel goedkeurend.
‘Je moet weten, ze proberen om me voor hele dagen te krijgen,’ zei ze tegen Peter.
Ze gaf les in sociale psychologie, ze had het in het zuiden van Amerika gestudeerd. Daar fietste ze op haar nederlandse fiets tot ieders verbazing grote afstanden voor haar genoegen. Ze was verslingerd geraakt aan haar fiets.
‘Wat zou dat toch betekenen, als iemand zo aan een fiets gehecht raakt, psychologisch,’ mijmerde ze.
‘Verslingerd,’ zei Gabriel, ‘Ha.’ Hij zuchtte, gaapte, wachtte wijd open op de volgende gaap.
‘Misschien betekent het niets,’ zei Peter.
‘Hij is vannacht niet naar bed geweest. Wat ik niet heb moeten doen om aan geld te komen! Ik had geen echte beurs -’
Haar vader was directeur van de Kon. Ned. Aroma Mij, bezat huizen in elk deel van Europa, een villa vol Picassos en Pieczuros.
‘Weet je dat zijn grootste trots is dat hij al zijn schilderijen zelf gekozen heeft? Ja, nu helpt Gabriel hem een beetje.’
‘Kreeg je dan geen geld van hem?’ vroeg Peter.
‘Geen cent! En mijn zusje kon altijd van alles van hem krijgen en zij is juist helemaal niet op hem gesteld.’
‘En mag hij jou dan niet?’
‘Juist wel! Ik ga nu nog vaak met hem uit, naar een concert of zo. Maar het was gewoon zo dat ik mezelf maar moest redden. Hè, Gabriel, blijf toch een beetje wakker.’
Bij het geratel van de telefoon opende Gabriel een tranend oog en even later lag hij op zijn knieën voor het toestel, een hand steunend op de grond.
‘Nee nee ze is hier niet, nee beslist niet, beslist niet.’ Zijn stem klonk plotseling opgewekt. ‘Beslist niet. Jammer, ja, erg jammer, voor jou. Ja.’