Ter inleiding.
De keuze van onderwerp van deze studie zal voor velen niet boven kritiek verheven zijn en vraagt daarom een korte toelichting. Een toelichting, die zal moeten verklaren, waarom hier literaire stof naar een sociologische, ja biologische maatstaf wordt ingedeeld.
Doch biologisch is deze indeling slechts in schijn. Waar door heel de menselijke geschiedenis en tot in onze geëmancipeerde tijd toe voor het heersend inzicht nog altijd vast staat, dat het verschil in biologische funktie tussen man en vrouw noodzakelijk een verschil in ekonomische funktie en dus in sociologische staat meebrengt, heeft het geen zin op die biologische tegenstelling terug te gaan. Immers zij valt hier met de sociologische samen.
Er is een literatuur-beschouwing mogelijk, die bijna principiëel iedere kennis omtrent de persoon van den kunstenaar afwijst om uitsluitend te vragen naar de schoonheidswaarde van zijn werk. Deze methode, waarvan ik daarom het bestaansrecht geenszins ontkennen wil, is de mijne niet geweest. En wel om twee redenen.
De eerste is er een van zuiver persoonlijke aard. Het ex-officio lezen van een groot aantal door vrouwen geschreven romans richtte mijn belangstelling steeds minder op een peilen van hun waarde als kunstwerk en steeds meer op kultuurhistorische vragen als deze: wat laat zich in onze literatuur van de laatste vijftig jaar aflezen omtrent de kulturele betekenis der ‘vrouwenbevrijding’? Haalt de vrouw haar literaire achterstand in, kwalitatief en kwantitatief, en treedt daarbij een vereffening op, die de onderscheiding van een afzonderlijke vrouwenliteratuur alle recht ontneemt, of overweegt voorlopig de neiging de verworven vrijheid te gebruiken om zichzelf te zijn? Hoe blijkt de vrouw zelf tegenover de bevrijding te staan en hoe ervaart ze de excessen en de ontoereikendheid ervan?
Het is duidelijk dat al deze meer kultuur-historische en sociologische vragen zich niet langs de weg der zuivere literatuur-beschouwing lieten beantwoorden. Ik ben mij ervan bewust, dat mij daardoor iets ontgaan is. Maar ik ben mij niet minder bewust van de mogelijkheid althans, ook in het zuiver literaire