Vrouwenspiegel
(1935)–Annie Romein-Verschoor– Auteursrecht onbekendeen literair-sociologische studie over de Nederlandse romanschrijfster na 1880
Annie Romein-Verschoor, Vrouwenspiegel. Een literair-sociologische studie over de Nederlandse romanschrijfster na 1880. SUN, Nijmegen 1977
-
gebruikt exemplaar
eigen exemplaar dbnl
algemene opmerkingen
Dit bestand is, met een aantal hierna te noemen aanpassingen, een diplomatische weergave van Vrouwenspiegel. Een literair-sociologische studie over de Nederlandse romanschrijfster na 1880 van Annie Romein-Verschoor uit 1977. De eerste druk van het oorspronkelijk werk dateert uit 1935. De uitgave van 1977 is uitgebreid met een nawoord van de auteur ‘Een eenzaam avontuur in de literaire sociologie’, geschreven in 1976.
redactionele ingrepen
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (p. II, 180 en 192) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina ongenummerd (p. I)]
VROUWENSPIEGEL
[pagina ongenummerd (p. III)]
ANNIE ROMEIN-VERSCHOOR
VROUWENSPIEGEL EEN LITERAIR-SOCIOLOGISCHE STUDIE OVER DE NEDERLANDSE ROMANSCHRIJFSTER NA 1880 waarin opgenomen EEN EENZAAM AVONTUUR IN DE LITERAIRE SOCIOLOGIE
SUN SOCIALISTISCHE UITGEVERIJ NIJMEGEN
[pagina ongenummerd (p. IV)]
Dissertatie, Leiden 1935 Oorspronkelijke uitgave: Drukkerij Hoeijenbos & Co. N.V. Utrecht 1935
In deze uitgave is opgenomen een nawoord van de hand van de auteur onder de titel Een eenzaam avontuur in de literaire sociologie (pp. 179 e.v.) Deze tekst werd in 1976 geschreven voor de lustrumkonferentie van de Nederlandse Sociologische en Antropologische Vereniging en zal worden opgenomen in de bundel Toen en Thans Antropologie en sociologie in de jaren dertig en nu (Ambo, Bilthoven 1977)
Omslag: Karel Martens SUN REPRINT - NIJMEGEN 1977 ISBN 9061685222
[pagina ongenummerd (p. V)]
INHOUD.
INLEIDING
HOOFDSTUK I. WAT VOORAF GING | blz. 1 |
Een eigen historische traditie in de literatuur-doorvrouwen ontbreekt 1 - vroegste Nederlandse schrijfsters 2 - opkomst, veradeling en classicering der burgerlijke beschaving 4-6 - de roman en de brief als vrouwelijke genres 6-10 - de 18e eeuwse burgerlijke roman 10-12 - Wolff en Deken 12-15 - Elisabeth Maria Post 15 - A.L.G. Bosboom-Toussaint 16-24 - Adèle Opzoomer 24-25 - historische betekenis van mevrouw Bosboom's verschijning 26. | |
HOOFDSTUK II. DE BETEKENIS VAN TACHTIG VOOR DE VROUWEN-ROMAN | blz. 27 |
Literaire en sociologische betekenis van de beweging van '80 27-30 - '80 als fase der burgerlijke revolutie 30-31 - het kulturele liberalisme en de oorzaken van zijn korte bloei 31-35 - houding van de tachtigers tegenover de schrijvende vrouw en de vrouwenbeweging 35-39 - wat de romanschrijfsters van 1900 in de tachtigers zien en wat ze aan hen te danken hebben 39-43 - betekenis van de verruiming van het realisme voor de vrouwenroman 43-47 - Augusta de Wit 47-50 - Margo Antink 50-52 - Jeanne Reyneke van Stuwe 52-53 - Anna van Gogh - Kaulbach 53-54. | |
HOOFDSTUK III. EMANCIPATIEROMANS | blz. 55 |
De Nederlandse literatuur vindt weinig inspiratie in het gedempte openbare leven 55 - de onbegrepen vrouw bij buitenlandse schrijfsters 56-57 - gematigd en zuiver burgerlijk karakter van de vrouwenbeweging in Nederland 57-61 - zwakte der emancipatie-romans uit die smalle basis verklaard 61-62 - standpunt der schrijfsters van 1900 tegenover de emancipatie 62-65 - Cornélie Huygens en Barthold Meryan 66-69 - Hilda van Suylenburg 69-71 - gebondenheid aan afkomst en milieu van de burgerlijke vrouw 71-72 - Anna de Savornin Lohman 72-74. |
[pagina ongenummerd (p. VI)]
HOOFDSTUK IV. DE WEG TERUG VAN HET ‘PLATTE REALISME’ | blz. 75 |
De teleurstelling van '80 75-77 - de menselijke mens 77-78 - engheid van het psychologisch realisme in het bijzonder in de Nederlandse vrouwenroman 78-79 - Marie Metz-Koning en de literaire vervulling van de wens-droom 79-82 - Top Naeff 82-87 - Ina Boudier-Bakker 87-97 - Nine van der Schaaf 97-107 | |
HOOFDSTUK V. DE VROUWELIJKE VROUW | blz. 108 |
Het tekort der vrouwenbevrijding 108 - Carry van Bruggen 108-116 - Annie Salomons en de vraag naar het geluk 116-121 - het nieuwe ideaal en het leed uit verstand als literair motief 121-123 - bij Ina Boudier-Bakker 123-125 - bij de christelijke schrijfsters 125-128 - Jo van Ammers-Küller 128-130 - andere schrijfsters over vrouwenproblemen 130-131 - Alie van Wijhe-Smeding tegenover de moderne vrouw 131-132 - de huiselijke schrijfster 132-133 - de vrijmoedigen 134-137 - Ellen (D. Mollinger-Hooyer), Jo de Wit, Emmy van Lokhorst, Julia Frank 137-140. | |
HOOFDSTUK VI. DE VERNIEUWING EN ZIJN ATTRIBUTEN | blz. 141 |
Het chaotisch karakter der huidige kultuur-periode 141-146 - de jacht op oorspronkelijkheid 146-147 - de oudere generatie tegenover de ‘chaos’ 147-149 - nabloei van het psychologisch realisme 149-150 - het spiegelen van de tijd 150-153 - zuivering van de werkelijkheidszin 153 - Elisabeth Zernicke 153-154 - het realistische werk van Alie Smeding 155-156 - J.P. Zoomers - Vermeer 156-158 - Eva Raedt de Canter 158-159 - Josine Reuling, Jo Zwartendijk 160 - Henriëtte Mooy 160-161 - Vrouwen-humor 161-162 - M. Székely-Lulofs 163-165 - Henriëtte v. Eyck 165 - sociologische doordringing van de literatuur 165-167 - Marianne Philips 167-168 - Fré Dommisse, Diet Kramer 168-170 - Jeanne van Schaik - Willing 171-172 - slotbeschouwing 172-175. | |
PERSONENREGISTER | blz. 176-177 |