Wordingen. Een cyclus van liefde en vertrouwen(1949)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 236] [p. 236] VIII Een wijze spreekt: ‘begrijp dit goed: meedeelen het hoogste leven, schenke' uit overvloed, beteekent: schenkend rijker worden. Velen weten 't, weinigen dragen 't in hun bloed. Tracht te behouden en ge zult verarmen. Schenk zonder reek'nen weg en ge wordt rijk: den zóó schenkende stroomen zachte, warme wellen van troost toe onuitputtelijk. Voel u één met den wil van 't Albestaan, dan zal, in leve' en dood, geen angst u kwellen. Voor wie zich op verbondenheid instellen valt weg de zwarte sluier van den waan. Schenkers moeten we worden, moeten schenken niet geld en goed alleen, neen 't eigen zelf, het licht uit de vuurtoren van het denken, de schat uit het diepe hartegewelf. Als allen schenkend allen naderkomen, dat wordt het weefsel der verbondenheid àl vaster; àl dichterbij komt de tijd, waarin we droomen eendre geluksdroomen.’ Vorige Volgende