Wordingen. Een cyclus van liefde en vertrouwen(1949)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 190] [p. 190] X Mahatma, kwaamt ge te vroeg of was ook uw doel te klein? Kunnen enkel uw kinderen zijn, die koers zetten naar hoogste doelen: de broederlijke aarde, - enkel de onbezwaarden door elk kleiner, enger gevoel? En daarom enkel in 't Westen het zaad dat op India's bodem gij zaaidet bloem worden en vrucht? Verwaaide 't daarginds of verwelkte, eer tot daad het gerijpt was? Maar wij, ach, wij hebben te veel bloed vergoten, te veel zwarte daden begaan; wij kunnen de zoete sproken van lijde'-als-kracht niet meer verstaan. Christus is in ons verbleekt, werd een beeld uit verzonken eeuwen, een schaduw... o donker schreeuwen van het kwaad, dat zich in ons wreekt... Mahatma, wij begrijpen het wel, wij proeven het wrang op de tong: dit is nu de groote droefheid voor ieder hart dat zong u na de lieflijke wijze van zachtheid die overwint... O donker is heden het peinzen en kwetsbaar het hart dat bemint... Gij, zoo wijs en haast heilig, open oor naar de godlijke stem, hebt ook gij gefaald voor Hem? Is niemand voor falen veilig? Vorige Volgende