Wordingen. Een cyclus van liefde en vertrouwen(1949)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 173] [p. 173] IV Jaurès spreek tot de burgers Burgers, er is een ongebroken wordingslijn. Wij erven, willen óók erflaters zijn. Uw vadren hebben uitgestrooid het zaad van vrijheid-gelijkheid op Frankrijks grond; de oogst kwam op, hij rijpte: nu, terstond is tijd van oogsten. Ziet in 't rond en ge zult zien de gele halmen buigen onder de zwaarte van gezwollen aar. De maaiers rukken aan; hoort het juichen der massa's, voor wie nu wordt openbaar dier woorden zin. Een nieuwe inhoud geven w' aan vrijheid en gelijkheid; hoeveel maal grootscher, dieper dan die, waarvoor hun leven gaven uw vad'ren: hij is ons te schraal. Vrijheid, over zichzelven te beschikken, gelijkheid aller burgers voor de wet: in 't groote jaar werden zij vastgezet, geen macht ter aarde kan ze weer verwrikken. Maar de vrijheid, waarvoor wij streden, omvattend heel het menschlijk levensveld, tot hen stijgt men langs ontelbare trede' en iedere vergt de geestkracht van een held. Vorige Volgende