Wordingen. Een cyclus van liefde en vertrouwen(1949)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 152] [p. 152] III Daar waar ik zat in den vertrouwden vrede van lommerhout en bladgesuis, dringen stemmen binnen: het bittre heden doorvaart met vlaag na vlaag het zielehuis wanneer scharen verontrusten, benarden, in dichte drommen op mij aandringen en 'k meen te hooren in hun heesche zingen de klacht onzer gepijnigde aarde. ‘In bittere rampzaligheid te woeden tegen zichzelven, zichzelf te verscheuren, over zichzelven brengen doodsgebeuren, zichzelven te zijn smartelijkste roede, - nergens licht te zien, geen uitkomst te weten, als een hongerig ellendig beest gevangen in een kooi, door smalle reten te loeren naar die 't vingen, en verbeten de geuren in te snuiven van hun feest - men leerde ons ‘de wereld behoort aan God, de diepste krachten streven naar vereening’... Leugen! Op aarde is Satan thuis. Versteening en verenkling-des-harten 't menschenlot.’ Vorige Volgende