Wordingen. Een cyclus van liefde en vertrouwen(1949)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 129] [p. 129] III Nog stond het koren op de velden in vele landen van Euroop; in enkelen stond het te hoop op schoven; d' oogst was nergens binnen. ‘Er kòmt geen oorlog: de arbeiders zinnen op staking; de kerk roert zich ook.’ Toen nu d' oorlog kwam, met hem de dag om d' eeden, die men had gezworen gestand te doen, was alles anders dan men had geloofd. De eenheid met haar schijngezag ging in een enklen dag verloren, haar stralend licht werd in één uur gedoofd. De vijand kwam. Al wat men had geleden van een vijand, die staat in 't eigen land, al wat men had verduurd honderden jaren van de ikzucht hoovaardger heeren, verpulverde in één nacht, als bij een grooten brand de hechtste gebouwen in asch verkeeren. In alle werelddeelen werden mannenlijven uiteen gescheurd, glanzend jonge, als lentebloesems zacht, vol versche, pas ontloken kracht, en andere, iets verweerd door de beten van zorg en moeienis, maar ook gerijpt in zon van liefde en door haar diamant geslepen, zóó, als men edelsteenen slijpt. Zij, die hadden gezwore' elkaar te reiken de broederhand als zonen uit één schoot, deden elkaar nu aan op duizend wijzen wreed-smartelijken, smadelijken dood. [pagina 130] [p. 130] Zij, die hadden geloofd te zijn strijders in eenzelfden heerlijk schoonen glorieuzen strijd, Gods eigen strijd, opdat allen op aarde zouden wonen, bestraald door de zon der gerechtigheid, deden elkaar nu aan op duizend werven bitteren dood na 't langgerekte sterven. Vanaf den allereersten dag, dat d' arbeiders van alle landen in d' oorlog togen en zij op elkaar toe stortten om elkaar te dooden, lag ook het socialisme dood. In iederen soldaat, die viel, stierf het opnieuw; in elken die werd door een granaat uiteengereten of dagen lang hing in het prikkeldraad, waar niemand hem kon halen, uren krijschend, als een varken, dat men den strot afsnijdt - stierf het opnieuw. Het socialisme van een grootsch tijdperk menschlijke historie lag dood, morsdood, saam met den eed'len waan, stierf het, van d' eenheid aller arbeiders; 't lag dood in alle landen van het Westen, en zij die het hadden gehaat, gevreesd, uit te roeien gezworen al zijn nesten, wreven zich in de handen, vierden feest binnenskamers. Het socialisme zelve, waanden ze, lag voor eeuwig neer, ontzield; reeds zagen zij rijzen de hooge schelven van macht; rondom het slavenvolk, geknield. Vorige Volgende