Wordingen. Een cyclus van liefde en vertrouwen(1949)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 99] [p. 99] IV Dappere Doopers, Christen-communisten, die hadt gezeten aan der profeten voet, allen bezieldet gij, die tot u kwamen, met uw ontembren moed, uw fel geloof, zoodat ze wisten, - 't wisten met elken druppel van hun bloed - te strijden waarvoor, onder duizend namen, d' enkelen altijd streden, mannen, vrouwen. Er liep geen scheur door hun bewustzijn, geen barst kloofde 't: het was pure edelsteen. Voor het laatst togen strijders zóó ten strijd; versmolte' in hen tot één klomp, Godsvertrouwen met hunkring naar aardsche gerechtigheid. Voor 't laatst? Voor 't laatst? In alle eeuwigheid? Of enkel voor wat òns zoo schijnt, wier leven een golf is, die opkomt, òmkrult, vergaat in wat're' oneindigheid? Zijn wij de maat der tijden, of wel pluisjes, door den tijd meegevoerd, die op zijne vleugels beven? Iedren stroom kan men volgen tot zijn bron. En wanneer wij volgen stroom van het streven naar recht en vrede, naar menschelijkheid in 't aardedeel, tot werkplaats ons gegeven, dan voert hij, Christus, ons altijd tot u: door de tijden zijt gij de kracht gebleven waardoor het Andere 't ik overwon. En ge zijt haar, Christus, ook nu. Vorige Volgende